Nieuw Vlaams tijdschrift. Jaargang 20(1967)– [tijdschrift] Nieuw Vlaams Tijdschrift– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 262] [p. 262] Dubbelganger I. Inleiding Een rode lantaarn en in de mantelplooi een bliksem, een glimlachende man en nog een man grijnslachend; beide bewonen hetzelfde huis, de een de buitenkant de ander de binnenkant; ik hoorde iemand spreken over oorlog en vrede, hij zei: van de een is de ander de dubbelganger. ik las een parabel over meester en knecht, ik dacht: is niet de een van de ander de dubbelganger? bij de aanvang werd één dubbelmens geboetseerd: één duiveoog één haviksoog; een rode lantaarn en in de mantelplooi een bliksem; het woord dat van beide lichtend is bewoont een mensenmond, anders de buitenkant anders de binnenkant. [pagina 263] [p. 263] II. Hitler Wat is er van je stem gebleven? alle dromen alle nachtmerries zijn weggewist. wat van je hoofd, door duizenden leeggezogen? of was het van een ander? was het schuim of schmink dat vocht rond je lippen? was het make up of wat was die glans in je ogen? was jij buit voor een jager of deel voor een kinderhand? was jij bloed eeuwenoud bloed of een brug naar later? in jouw schaduw zat een hondsdol dier. jijzelf of een ander? wat is er van je stem gebleven, wat van het dier? is jouw dubbelganger nog in leven? de stem van elk verlangen, van elke wraak de weerwraak, de weerwolf in elke hand. IGNAAS CLAERHOUT Vorige Volgende