Nieuw Vlaams tijdschrift. Jaargang 20(1967)– [tijdschrift] Nieuw Vlaams Tijdschrift– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 264] [p. 264] Lente 1963 Mijn regen op de keien en de bijlslag van de koude ik had de palmboom naast het open tuinhek laten staan het zieke meisje keek mij langzaam uit het water aan en langzaam elke dag werd ik twee dagen ouder De meeuwen aten uit mijn scherpgeworden handen ik zag de rimpels van het venster waar jij stond met onze woorden en gedachten die jij niet verstond dat wij bijvoorbeeld zelf het drijfijs zijn waarop wij stranden Thans keert de lente weer de verse knapen lopen met het gelaat naar de gewassen wind gekeerd altijd een blad omslaan en altijd ben ik weergekeerd de liefde is een stralend boek maar eens wordt het gesloten. ADRIAAN MAGERMAN Vorige Volgende