Nieuw Vlaams tijdschrift. Jaargang 20(1967)– [tijdschrift] Nieuw Vlaams Tijdschrift– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 498] [p. 498] Vier gedichten Ik zou zo gaarne Ik zou zo gaarne je nog eens beminnen. Ik voel de dood het van het leven winnen, maar werd het leven dan de kleinste helft, 't wordt mijn hartstochtelijkste wederhelft! Ik zou zo gaarne je nog eens beminnen nu ik niet meer iets anders kan verzinnen dan vriendschap met een tere oogopslag, bruiloft der nacht na een verbruide dag. Ik zou zo gaarne je nog eens beminnen, een blanke bloedvlek laten op je linnen, want dat is alles wat de liefde laat: de harteblos van een verbleekt gelaat. God, laat ons zo elkaar nog eens beminnen! [pagina 499] [p. 499] Advent Het jaar krimpt nu gelijk de dagen; elk etmaal telt wat minder licht en reeds in wind- en regenvlagen kreunt het geween van 't wonder Wicht. Het leven werd oneindig smal en donker 't eindeloos heelal. Maar die bleef bidden tot drie sterren ziet alles komen van heel verre: hij kent de warmte van de stal. Wee wie de toegang wil versperren aan 't Kind en aan de vreemde Vader. Wel wie de maagdelijke Vrouw, die zo teer bloedt uit haar polsader, de liefde brengt van zijn berouw - het vuur ontbrandt slechts in de kou! [pagina 500] [p. 500] Kerstboom De kerstboom in de kamerhoek staat daar weer als een blij bezoek, rose en groen, stil te gebaren met maretak en zilverharen. De jongen heeft hem opgetuigd reeds vele dagen van tevoren en 's nachts lig ik ernaar te horen: er is in huis weer iets dat juicht. De jaren volgen op de jaren en gaat daarbij heel veel verloren, we mogen, God zij dank, bewaren wat licht het wezenlijke is: het trillen van die vreemde snaren die zingen zelfs in droefenis. [pagina 501] [p. 501] Tic Een vriend zond me een kerstgedicht om op de moordenaars te vloeken van het onschuldig mensenwicht in 't kruisvuur der vier wereldhoeken. Toevallig weet ik dat die vrind geen geld wil uitgeven voor kranten of voor een wiegje met een kind: hij leeft gerust aan alle kanten. Zo kan hij op de Wereld Dichten! Geen groot poëem van politiek is 't, of van kleine aangezichten (zijn kind is immers nimmer ziek) maar slechts een ijdellijke tiek. JOHAN DAISNE Vorige Volgende