Print Nieuw Vlaams tijdschrift. Jaargang 20(1967)– [tijdschrift] Nieuw Vlaams Tijdschrift– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [p. 985] [Gedichten Marcel Coole] Ontwaken Ik had mijn voet gezet tussen de deur van de slaap, toen Lamme Goedzaks ezel balkte. Er is iets in deze kamer dat er niet hoort, en het weet dat ik het weet. Het wil dat laatste stukje van mijn droom terug. Het zal mij bang maken en ik krijg wratten. Misschien stulpt het zich over mij heen. Maar eerst pingelen en dan pas loslaten. In ruil voor een nieuw gedicht. [p. 986] Anti Anti is mortel wegkrabben van tussen vermoeide stenen. Het is inwendig spandoeken ontrollen en muurkranten overschilderen. Het is reumavingeren buigen en woekerwortels afsteken. Anti is een rochel spuwen in het peilglas van de tijd. Het is bedachtzaam graaien naar de kolf van het pistool. Het is het teken des kruises met het rode boekje van Mao. Anti is een retourkaartje. [p. 987] Een maat voor niets Wilde zwijnen van ongeduld hadden de morgen omgewoeld. 's Middags lagen de vragen nog als scheermesjes in zijn bord. De nanoen rook naar vochtige kelders. Scharrelend en tastend als krab en kreeft heeft hij de avond bereikt. De ogen van de bokser waren dichtgeslagen. Dag als een deur zonder kruk. [p. 988] Koortsig Een witte stofjas was een slagboom aan de grens van de nacht. Maar nog zit ik weggezakt in ontveerde zetels van angst, nog vlekt op mijn schouders het schuim van de tijd in vlokken verdriet. Zonnewijzers en tuindeuren piepen als ratten. Er moet nu spoedig een heldere handdruk komen. Want in mijn slaap drijft iets verdronkens. [p. 989] Schets Hij ontwaakte en wist zich alweer bekender. Vóór de middag reeds hamerde zijn schoenmaker nieuwe ijzertjes op zijn hakken. Alleen zijn lach zat hem nog dwars, en 's avonds oefende hij met spiegel en recorder. Hij bleef sputterende motor, doch dure sigarerook is scherm en schut. Op zijn nachttafel prijkt Il Principe in kalfsleer gebonden en verguld op snee. De leeswijzer is een gewijd palmtakje. [p. 990] Yellow submarine Reeds is in ons verwonderen de astronaut geen indexcijfer meer, en El Cordobes' ingewanden zijn aftelrijmpjes. Maar eksamens en oproepingsbevelen stappen nog elke week als vermomde doders uit de draaideur van de droom. Wie hing in onze kleuterklas handboei en boksijzer op als didactisch materiaal? [p. 991] Wederzien Van de herinnering aan deze straat bezat ik octrooi en patent. Tanden groeiden uit, schade kwam aan het geweten, maar zij bleef klank en licht. Toen mij een teken riep. Muureczeem en modderglas werden splinter in het oog, scherf in het merg. Ik stond met mijn jeugd in onverhoeds duel kuit tegen kuit rug tegen rug. En ik wist dat alleen hààr pistool met scherp geladen was. [p. 992] Zijn De eerste kreet roept de dood reeds wakker. Nochtans begon het voorspel in een bed van vruchtbaarheid Maar dorheid ligt in waakzame sluimer in de vele eenzaamheden van de dagen. O de veroveraarsblik van de knaap op het hobbelpaard. Een zich vervelende God schreef een metafoor in de lucht, en viel in slaap. MARCEL COOLE Vorige Volgende