Nieuw Vlaams Tijdschrift. Jaargang 26(1973)– [tijdschrift] Nieuw Vlaams Tijdschrift– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 96] [p. 96] [Twee gedichten] Als ik op de luiken Als ik op de luiken adem, rilt het hele huis. De stilte opent, bergt van klank en stem de fijnere karaten en beziet zonder verwijt het ijzer in mijn hand. De nacht telt zijn agaten. Wat ik nu hijgend grijp, weegt zwaarder dan geluid. Ik kan hier jaren zoeken. De gastvrouw hoort mijn hoop vergaan en biedt vermoeid, aan wie het woord niet vond, de koele bikkel van haar mond. [pagina 97] [p. 97] Waren daar niet Waren daar niet de balsamieke doeken die de avond warmt, geen dag sliep van de pijn. De morgen ziet een lichtjaar ver en later blutst de hoop haar ogen op het ijs, schat elke blik zijn schade. Maar in de nacht lacht het afwezig water nog naar lang verzande havens, en nooit droogt de mens zo hard dat wij de korst niet breken. Wilfried VANCRAEYNEST Vorige Volgende