Reflex
Wie programmeert onze nachtmerries?
Een jong huisgezin: de vrouw, de man, een jong kind, vaak een baby nog. Een woning, soms luxueus, maar doorgaans ‘gewoon’ d.i. burgerlijk knus en huiselijk.
Rust en vrede. Tot de bezoekers opdagen [meestal zijn het er twee]. Ze dringen het huis niet binnen, ze hebben aangebeld en men heeft ze binnengelaten of zelfs binnengehaald. Hun aanwezigheid is niet ongewoon, soms zijn het de bedienden van de gasmaatschappij, soms oude collega's van de man. Geen inbraak dus, en geen huisvredebreuk. Maar dan gaan de bezoekers zich vreemd gedragen. Ongewoon slordig tegenover het huisraad, cynisch tegenover de baby, provocerend tegenover de jonge vrouw. En ineens dringt het tot je door dat in dit huis nu àlles, vooral het gruwelijkste, mogelijk is geworden. Al het spaarzaam verzamelde huisgerief kan door de bezoekers vernietigd, de vrouw verkracht, de baby verminkt, de man afgeslacht worden.
En vaak gebeurt het ook.
Dit scenario was goed op weg om een vast cliché te worden van een groot aantal films en toneelstukken van de laatste jaren. Het gaat hier om een zeer sterk, zichzelf versterkend cliché: de kijker die nu ziet dat de afgezwaaide soldaat het bezoek krijgt van twee oud-strijdmakkers, krimpt ineen als hij de ex-Vietnam-sergeant naar de zeven maanden oude baby ziet kijken.
Théâtre de la cruauté?
De eerste vraag: vanwaar komt zo'n story?
De moord op Sharon Tate en haar gasten? Ruimer: de angst van de bewoners van de Amerikaanse steden.
Wie het geld kan opbrengen, huurt een privé-huiswacht, of verhuist naar een verkaveling-achter-prikkeldraad met elektronisch uitgeruste veiligheidsdienst. Sommigen zullen het vermoeden uitspreken dat de veiligheidsindustrie meehelpt aan de verspreiding van de story:
‘Kijk eens wat voor risico's je loopt als je nalaat een beroep te doen op onze service’.
Maar de story moet nog een diepere laag hebben.
De jongens van de filmindustrie hebben iets opgesnoven wat in de lucht hing. En dat ‘wat in de lucht hangt’ en zo hevig de kijkers aangrijpt, doet dat niet alleen omdat het ergens strookt met feitelijke gebeurtenissen.
Luchtkapingen behoren ook tot die actuele gebeurtenissen, en zeker, de filmindustrie wijdt er produkties aan, maar die zijn lang niet zo ingrijpend en aangrijpend.
In het duister op de tast stoot je op My Lai-4.
Question: ‘And babys?’. Answer: ‘And babys’. Huisvredebreuk ergens in de Verenigde [of een van de andere Noordatlantische] Staten als beeld van de misdaden tegen dorpsbevolkingen in Vietnam? Ik denk van niet: want je merkt dat de identificatie in de films die ik hier op het oog heb, steevast gericht is op de slachtoffers, het vredige huisgezin, dus de analogen van de ‘uitgeschakelde gooks’. Maar het gaat hier niet om undergroundfilms, d.w.z.: de overgrote meerderheid van de Amerikaanse kijkers wordt verondersteld ze te aanvaarden.