Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Nieuwe Stem. Jaargang 10 (1955)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Nieuwe Stem. Jaargang 10
Afbeelding van De Nieuwe Stem. Jaargang 10Toon afbeelding van titelpagina van De Nieuwe Stem. Jaargang 10

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Nieuwe Stem. Jaargang 10

(1955)– [tijdschrift] Nieuwe Stem, De–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 310]
[p. 310]

Kort bestek

Meer paaps dan Turks

Het is ons opgevallen, dat in wat er in de pers tot nu toe gepubliceerd werd over de z.g. Haarlemse ‘huwelijken’ van katholieke zijde vooral de discussie loopt over het goed recht van de verdonkeremaande kapelaans of wie het dan geweest mogen zijn, die in strijd met art. 136 van het B.W., maar gehoorzamend aan hun ‘geweten’ gehandeld zouden hebben.

Elders is er overigens al op gewezen, dat dit verdonkeremanen niet bepaald op een zuiver geweten van de overtreders en hun kerkelijke overheid wijst. Het is trouwens hetzelfde systeem dat in de joodse-kinderroof-gevallen werd toegepast: ook toen lagen de naar god-en-geweten handelende daders op het kerkhof.

Maar erger en ergerlijker dan het gedrag van deze subalterne figuren lijkt ons het gedrag van de bisschop van Haarlem, die last gaf aan de verlaten echtgenote brieven te schrijven, zoals er een in Het Parool werd gepubliceerd.

Erger en ergerlijker omdat:

1e. een niet door het geloof verblinde hier niet anders in kan zien dan een grove en hoogst onbehoorlijke poging tot bluf;

2e. hier duidelijk uit naar voren komt, dat voor deze katholieke gezagsdrager het huwelijk zijn waarde niet vindt in een duurzame verhouding tussen man en vrouw, maar uitsluitend in het verrichten van magisch-religieuse riten volgens een bepaald geloof bij het aangaan van die verhouding.

Wij hebben dan ook niet zonder verbazing in de N.R.C. een artikel gelezen, waarin weliswaar uitdrukkelijk verklaard wordt, dat de bisschop door zijn gedrag de sympathie van niet-katholiek Nederland verspeelt, maar tevens de ‘waardige’ behandeling van deze zaak door monseigneur Nolet in de Tijd van 31 Maart wordt geprezen.

Wij citeren uit dat artikel in de Tijd:

‘Maar wanneer ik de zaak principieel stel, moet ik toch tot de conclusie komen, dat de Wet dient herzien te worden. De vrijheid, waarop wij groot gaan en waarop wij ons volgende maand weer eens diep gaan bezinnen, moet toch in de eerste plaats inhouden, dat we God mogen dienen op de wijze, die ons geweten ons voorschrijft’.

Dat klinkt heel treffend, maar het lijkt ons toch wel gewenst, dat dit volgen van het geweten door de wet beperkt wordt tot daden, waarmee men zijn medemensen niet schaadt en die niet in strijd zijn met de

[pagina 311]
[p. 311]

geldende moraal. Wat zou de heer Nolet zeggen van iemand, die zich op gewetensgronden verplicht voelde tot naaktloperij? En dat is toch wellicht voor de medemens nog niet eens zo schadelijk als kinderroof en bigamie. En heeft de schrijver in de N.R.C. er zich rekenschap van gegeven, dat wanneer dit ‘waardig’ betoog ten aanzien van onze huwelijkswetgeving gehoor zou vinden bij onze wetgever, in een aanzienlijk gesaeculariseerd land als het onze de volgende voorbeelden gangbare procedures zouden kunnen worden:

De heer A. trouwt burgerlijk met mej. B. Na enige jaren ontdekt mevrouw A. - B., dat ze met de heer C. een gemakkelijker en weelderiger leven zou kunnen hebben.

Of de heer X. heeft na 20 jaar huwelijk genoeg van mevrouw X. met haar eeuwige zorg voor haar 10 kinderen en wil een nieuw leven beginnen met zijn secretaresse.

Al deze lieden kunnen dan voor zover ze katholiek geboren zijn of bereid zijn het te worden bij de bisschop van Haarlem en zijn kapelaans terecht, de kapelaans behoeven dan niet meer met behulp van hun internationale organisatie onder te duiken en de Haarlemse zieleherder zelf is ontslagen van de onaangename taak intimidatiebriefjes aan verlaten echtgenoten te schrijven, waarin hun - al of niet kerkelijk bevestigd! - huwelijk ONGELDIG verklaard wordt.

En gezien de gelijkberechtigdheid van alle godsdiensten hier te lande - of zou daaraan dan meteen ter wille van de vrijheid een eind gemaakt moeten worden? - hoeven mevrouw A. en de heer X. het niet bij één nieuw leven te laten. Waarom zouden ze ook nog niet eens hervormd of joods trouwen?

U dacht misschien dat bigamie iets van de Turken en dergelijke onbeschaafde volkjes was? Maar wij kunnen u verzekeren, dat u dergelijke grapjes in Turkije na het optreden van Kemal Ataturk niet kunt uithalen. Daarvoor moet u bij de bisschop van Haarlem zijn.

Wie liegt er nu eigenlijk?

Het overkomt ons niet dikwijls, dat de pers de moeite neemt aandacht te besteden aan onze Korte Bestekken. Nog zeldzamer is het, dat dit gebeurt in bewoordingen als die waarin Propria Cures (van 26 Februari) meende, op ons Kort Bestek ‘Europese melkpoel’ in het Februarinummer te moeten reageren.

v. Z. schrijft n.l.: ‘Het is een flagrante leugen, dat Mansholt de melkprijs verhoogde “onder buitenlandse druk”; wie dergelijke rabiate onzin verkondigt, mag niet veel animo tot weerwerk verwachten.’

[pagina 312]
[p. 312]

Mijnheer v. Z. had dit overigens, gezien onze raad aan de jongeren om in ons blad hun hart uit te storten, gerust als weerwerk in De Nieuwe Stem mogen spuien. Uit dit Kort Bestek kan hij zien, dat wij heus niet bang zijn om ‘in ons eigen blad weg te tochten’, zoals hij veronderstelde.

En wij zijn niet eens van plan de beschuldiging te bestrijden. Wij willen haar slechts doorgeven aan het juiste adres.

Wij baseerden onze opmerking over ‘buitenlandse druk’ o.a. op het verslag van het agrarisch congres van de Partij van de Arbeid, in de N.R. Crt. van 17 Januari l.l. Daar staat n.l. het volgende te lezen over een rede van Minister Mansholt, die juist was teruggekeerd van een Parijse bespreking over Europese integratie:

‘Hij sprak over het prijsbeleid in de landbouw, over de melkprijs en de Europese integratie in verband met de landbouw.... De vraag waarmee Ir Vos het congres had geopend, n.l. of de verhoging niet beter tot een later tijdstip uitgesteld kon worden, heeft de minister ontkennend beantwoord. Deze verschuiving zou de regering 45 millioen extra kosten, terwijl deze tactiek ook internationale consequenties zou hebben gehad. De Belgen immers maken bezwaar tegen het subsidiëren, waardoor het prijspeil in Nederland kunstmatig laag wordt gehouden. België zou het Nederland zeer kwalijk hebben genomen, wanneer een groter bedrag voor subsidie van melk zou zijn uitgetrokken.’

Als wij dus liegen, doen wij het in commissie. Het was òf de N.R.C. òf Minister Mansholt, die ‘een flagrante leugen’ en ‘rabiate onzin’ verkondigde - en daar de Minister geen rectificatie heeft laten publiceren, was het blijkbaar niet de krant.

In dit conflict tussen Mijnheer v. Z. en de Minister blijven wij graag neutraal - maar onderstellenderwijs opperen wij de mogelijkheid, dat het geschil eenvoudig voortkomt uit het feit, dat de redacteur van P.C. al zo ver is op weg naar de Europese integratie, dat hij onze medeleden van Benelux niet meer als buitenland, en van die zijde uitgeoefende druk dus niet als ‘buitenlandse druk’ aanmerkt.

Moet de Paus een Amerikaan zijn?

Voor een in een vorig nummer geplaatst Kort Bestek met de titel ‘Is de paus een fascist?’ zijn wij gekapitteld door de redactie-secretaris van het tijdschrift Het Gemenebest, omdat het geen niveau had. Wij hadden over roomse machtsdrift geschreven op een wijze die Het Gemenebest de woorden ‘simplificatie - kenmerk der eenvoudige zielen -’ en ‘onrijp gepraat’ in de pen had gegeven. Het werd be-

[pagina 313]
[p. 313]

treurd dat De Nieuwe Stem, die steeds openheid had betoond, nu leek de deur dichtgeworpen te hebben voor gesprek en objectieve berichtgeving. Wij hebben op die terechtwijzing in Het Gemenebest van Jan. - Febr. gereageerd.

Het verheugt ons bijzonder dat wij onze lezers nu met een onverdacht katholiek geluid in kennis kunnen brengen omtrent een vraag die velen, ook buiten de V.S. blijkbaar intrigeert: of de komende paus nu geen Amerikaan behoort te zijn. Het antwoord dat hierop door de bekende Franse katholieke schrijver François Mauriac is gegeven, komt ons zo goed katholiek en ook voor niet-katholieken zo interessant voor, dat wij dit met enige uitvoerigheid weergeven. Het artikel van Mauriac komt voor in het nog geen twee jaar bestaande, maar al veel gelezen weekblad ‘L'Express’, het orgaan van wat de ‘nouvelle gauche’ heet,, de nieuwe linkse groepering in de Franse politiek die dwars door de bestaande partijen heen gaat.

Waarom, luidt Mauriacs wedervraag op de hem gestelde vraag, zou een paus geen Amerikaan zijn? De geest waait waarheen hij wil en Mauriac heeft nooit getwijfeld aan de gloed en genade die in de jonge Amerikaanse kerk gisten. De paus zou dus best een Amerikaan kunnen zijn en zelfs van het mooiste zwart (même du plud beau noir). Niemand zou er iets op hebben aan te merken. Maar misschien komt hij ook, naar een zeker gerucht wil, uit het Nabije Oosten. Als paus echter zal hij nieuwgeboren en slechts stedehouder van Christus zijn.

Is nu, vraagt Mauriac, een Amerikaanse paus wel gewenst, gezien de wereldlijke en geestelijke belangen van de Kerk? Hij vestigt dan de aandacht op het feit, dat de Amerikaanse Kerk nauwelijks geboren is, vergeleken met de oude Kerken van Rome, Frankrijk, Spanje of Ierland met hun bewogen geschiedenis. De gedachte, zegt hij, dat een pas geborene zou kunnen heersen over achttien eeuwen heiligheid en geest, de voedsterbodem ook van de jonge Kerk in Amerika, zou in geen van haar leiders, priesters of gelovigen, kunnen opkomen.

De begeerte van sommige Amerikanen ontspringt aan een superioriteitsgevoel, dat in zijn laagste vorm aan de macht van de dollar is gebonden en in zijn hoogste vorm geïnspireerd wordt door de Amerikaanse hegemonie in de vrije wereld tegenover het marxistische atheisme. Hierop berusten de bijzondere aanspraken ten aanzien van de geestelijke macht: ‘het is de eeuwige eis van Cesar’. Maar, betoogt Mauriac, de strijd tussen paus en keizer heeft in het verleden slechts tot schisma's geleid en het komt hem voor, dat geen Amerikaan, tenzij het communisme te Rome zou zegevieren, zal kunnen dromen van een Amerikaans Avignon te New York of Boston.

[pagina 314]
[p. 314]

Het heeft eeuwen geduurd voor zich een ras van pausen heeft gevormd die na hun intronisatie hun nationale oorsprong vergaten. Maar de ‘amerikanisatie’ van de Kerk, dat geeft een ander geluid. ‘Ik behoef mij slechts kardinaal Spellman, die ik vereer, voor te stellen, belast met het wereldlijk en geestelijk lot (destin) van de Christenheid en mijn bloed verstijft in mijn aderen, zoals onze Racine zegt’. Neen, Cesar en Petrus moeten elkaar niet bevechten, maar evenmin zich onontwarbaar met elkaar verenigen.

Ergens moet toch een paus geboren zijn, zegt men, maar als hij afkomstig is uit een der Europese landen, zal hij zich gemakkelijk kunnen losmaken van een bekrompen nationalisme. Een Amerikaanse paus echter.... Hij zou niet anders kunnen dan zich direct aan het Witte Huis gebonden te voelen.

De opmerking dat de Katholieke Kerk zich toch op alle mogelijke manieren verzet tegen de marxistische wereld en dus aan de zijde van de V.S. staat voor de verdediging van eenzelfde zaak, beantwoordt Mauriac met een: Zo simpel is dit niet. Stellig heeft de Kerk het marxisme veroordeeld, maar ook de misbruiken van de kapitalistische wereld. Zij verdedigt de vrijheid van de Geest, niet een economisch stelsel. Tussen de marxistische orthodoxie en de kapitalistische orthodoxie bevindt zich het rijk der eenvoudigen en nederigen die hongeren en lijden, een onmetelijke menigte die vreemd is aan de menselijke politiek en die alleen verlangt naar de herder die ze leidt, de Heilige Vader.

Al mijn overwegingen van hierboven, zegt Mauriac dan, zouden wegvallen op de dag waarop de door het Conclaaf gekozene een burger van de V.S. zou zijn.

Maar dan komt hij toch nog even terug op Spellman, die hij voor het gemak heeft genoemd, omdat hij de enige is die de Fransen kennen. Zeker, zegt hij, hij wordt bij ons gerespecteerd, zelfs bewonderd, maar hij dient openlijk in heel de wereld - wat zijn recht en misschien zijn plicht is - de politiek van zijn land. Maritain kan zich voorstellen, dat de kardinaal die bij een generatie van de overwinning en van een overmaat van voorspoed behoort, in Europa slechts iets kleins en zwaks en vervallens zal zien. Maar dit Europa is bezig zich te verheffen en vele Amerikanen beseffen de gelijkheid van alle naties ten overstaan van de bedreigingen die ons boven het hoofd hangen op de drempel van het Atomische Tijdperk. Er zal wellicht een dag komen waarop de laatste mensen in hun verbijstering niet meer zullen vragen naar de herkomst van hun laatste herder.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken