Nieuwe komische alphabetische volkszangen van A tot Z
(1837)–Anoniem Nieuwe komische alphabetische volkszangen van A tot Z– Auteursrechtvrij
[pagina 35]
| |
Slaapt dan zagt mijn lieve wigtje,
Tot den morgenzon uw wekt.
Rust tot aan het morgenligtje,
Wijl het uw tot voedsel stekt.
Daar ligt gij mijn lieve roosje,
Met twee koontjes rood van kleur,
Rust dan zagt mijn lieve koosje;
'k Word omringd met balsem geur,
Die afdalen aan uw lipjes:
Van uw koontjes rozelijn,
Het zijn nog maar enkle stipjes,
Die zij geven wil aan mijn.
Als de nacht haar vale vlerken,
Om uw leger henen slaan
Dan wil Luna het weer sterken;
Met haar zilver blanke maan,
Dat geen onheil uw bejegenen!
In deez stille aanstaande nacht,
Maar gerust legt allerwegen,
Op uw bedje, zoet en zagt.
God! o vader aller zielen,
Ziet ook op dit wigtje neer,
Biddend wil ik neder knielen;
Dankend opstaan; goede heer,
Wil deez nacht dit kind bewaren;
Weer of kommer en verdriet:
En bevrijd hem voor gevaren,
Gij, o God! die alles ziet.
| |
[pagina 36]
| |
'k staar nog op mijn lieve kindje,
Met een weenend oog hem aan,
Dat geen koelte, of geen windje,
Zijne rust mag tegen gaan,
Dat mijn lieve zoete schaapje,
Zijne slaap niet wordt gestuit,
En ik morgen 't lieve knaapje,
Weder in mijn armen sluit.
|
|