De nieuwe Oost-Indische rooze-boom: zynde voorzien met de allernieuwste liederen, die heedendaags gezongen worden

[p. 94]

Register.

A.

Adieu Bergen op Zoom	Pag.	41
Ach! Philis lief.		43
Ach! wat doed gy my verdriet.		63
Ay schoone Nimph aanziet een magtig Koning.		70

B.

Buiten 's Gravenhaagen.

14

D.

Daar ging een Meisje aan de kant.		31
Diana zeer moedig en genegen tot de Jagt.		44
De Winter is voorby gestreeken.		61
Daar was lestmaal een Jonge Spruit.		68
De roem van het Gemeene-best.		77
De Moeder van de Goden kwam.		89

E.

Ei! zie eens hoe al 't Volk krioeld.		24
Eilaas ik mag met regt wel zeggen.		48

G.

Geluk, waarde Prins en Prinçes.		19
Groot Edelmoedig Corsica.		90

H.

Hoord toe al die vol Liefde zyt.		3
Hoe zoet is 't daar de Vriendschap woond.		29

[p. 95]

Helaas wat is de Min.		50
Het Windje dat uit den Oosten waaid.	Pag.	74
Het Rooze-Knopje.		76

I.

Ik zag, Maar, ach!		23
Juig Batavieren.		37
't Is om uw zoete Min.		46
Juffrouw ik kom hier verkoopen.		64
Je wat et de Liefde krakte.		65
Jaapje sta stil.		80

K.

Katryn aanhoord myn nou.		35
Komt Zwierbollen en gy ligte Knaapen.		56
'k Kom hier voor u Deurtje speelen.		75
Kweld myn niet zoo myn Gedagten.		92

L.

Lestmaal op een Avond laat.		13
Lestmaal in 't krieken van den Dag.		69
Lustig Jonkheid met hoopen.		81

N.

Nou moet ik gaan dwaalen.

73

O.

Onlangs in de Maaneschyn.

27

S.

Spaar, Meisjes vry.

12

[p. 96]

V.

Vrienden wilt dit Lied aanhooren.		34
Vrienden 'k moet u wat nieuws verhaalen.		38
Venus Susjes jong van Jaaren.		53

W.

Wat grooter vreugd komt ons te vooren.		10
Wat hoord men in ons Land.		15
Wat al Heil is toe gezonden.		20
Wydberoemde Amstelaaren.		21
Wat werd ons al Vreugd gegeeven.		26
Wat een Vreugd en Geschal.		59
Wat is het niet een groote Vreugd.		86

Z.

ô! Ziels-verrukkende Avond-stond.

84

Einde van het Register.