Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nieuwe Testament (Zuidnederlandse vertaling) (1971)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.81 MB)

XML (1.07 MB)

tekstbestand






Editeur

C.C. de Bruin



Genre

proza

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nieuwe Testament (Zuidnederlandse vertaling)

(1971)–Anoniem Nieuwe testament (Zuidnederlandse vertaling)–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

XI

Maer die apostelen ende de brueders, die in Judea waren, hoerden, dat de heidene oec dwaert Gods ontfingen ende Gode eerden. Maer doe Peter te Iherusalem comen was, so scouden op hem die vander besnidenessen waren, seggende: Waeromme bestu in gegaen ten mannen, die overslove hebben, ende hebs met hen geten? Maer Peter begennende exponeerde hi hen de dinc bi ordinancien, seggende: Ic was in de stat Joppen bedende ende ic sach in den uut ganc der gedachten een visioen, eenrande vat, nedercomende als een groet linen laken, dat men te IV horecken met IV scroeden nederliet vanden hemele, ende het quam tot mi, in dwelke ic insiende mercte ende sach de diere ende de beesten ende de worme der erden ende de vogele des hemels, maer ic hoerde ene stemme, die mi seide: Stant op, Peter, slach doot ende et! Maer ic seide: Neen, Here, want gemein dinc ocht onsuver en quam noyt in minen mont. Maer antwerdende seide de stemme anderwerf vanden hemele: Dat God gesuvert heeft, en sech du niet, dat het gemeinne es. Maer dit es III werf gedaen, ende echter sijn alle die dinge weder ontfaen in den hemel. Ende siet, stappans stonden III manne in den huse, in welke si gesonden waren van Cesarien tot mi. Maer de geest seide mi, dat ic met hen gaen

[Folio 195v]
[fol. 195v]

soude niet twivelende. Maer dese VI bruedere quamen met mi ende wi quamen in smans huus, maer hi vertelde, hoe hi den ingel gesien hadde in sijn huus staende ende die hem seide: Sende in Joppen ende doe halen Symone, die getoenaemt wert Peter, die di waerde spreken sal, in welken du behouden werden sels ende al dijn huus. Maer als ic begonste te sprekene, so viel de heilege geest op hen, also hi in ons dede in den begenne. Maer ic ben herdacht sHeren waert, also hi seide: Seker Jan doepte met watere, maer gi selt werden gedoept in den heilegen geest. Ochte hen God gaf de selve gracie, die hi ons gaf, die geloefden in den Here Ihesum Christum, wie wasic, diet den Here mochte verbieden, dat hi niet en gave den heilegen geest den geloevenden in den name Ihesu Christi? Doe si dit hoerden, swegen si ende dancten Gode, seggende: Hieromme hevet God gegeven den heidenen penitencie toten levene.

Ende seker de gene, die gesceden waren vander tribulatien, die gesciet was onder Stevene, die wandelden tot Fenicen ende Cypers ende Anthiochien, niemene dwaert sprekende dan allene den Joden. Maer enege manne uut hen waren van Cypers ende van Syrenen, die, doe si in quamen tAnthiochien, so <spraken> si ende boetscaepten

[Folio 196r]
[fol. 196r]

den Here Ihesum. Ende sHeren hant was met hen, ende een groet of menechfuldech getal der geloevegere es bekeert toten Here. Maer dese redene quam toten oren der kerken, welke te Iherusalem was boven dese, ende si sonden Barnabam tote Anthiochien, die, alse hi daer quam ende hi sach Gods gracie, es hi verblijdt ende hi riet hen allen, dat si metten opsette van herten gedueren souden in den Here, want hi was een goet man ende vol sheilechs geests ende geloefs. Ende een grote scare es toegeset of geleit in den Here. Maer Barnabas es wech getijdt te Tharsen, op dat hi Sauwelse soeken soude, den welken, alse hine vonden hadde, so brachte hine te Anthiochen, ende si wandelden daer een jaer al dore in de kerke, ende si leerden een grote scare, so dat ierst te Anthiochen de jongeren getoenaemt worden kerstene.

Maer in desen dagen quamen over propheten van Iherusalem te Anthiochen, ende opstaende een uut hen met namen Agabus, ende hi betekende, dat een groet honger toecomen soude in alden ommerinc der erden, welke gesciet es onder Claudiuse den keyser. Maer de jongeren vorsetten in dienste te sendene also als een yegelijc hadde den bruederen, die in Judea woenden

[Folio 196v]
[fol. 196v]

ende si dadent, sendende toten ouders bi Barnabas ende Sauwels hant.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken