Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 2 (1885-1886)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 2
Afbeelding van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 2Toon afbeelding van titelpagina van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 2

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (60.12 MB)

Scans (1363.93 MB)

ebook (52.94 MB)

XML (2.92 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 2

(1885-1886)– [tijdschrift] Nieuwe Belgische Illustratie, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Wetenswaardigheden.

Het echtelijk leven der vogels.

Het echtelijk leven der vogels heeft eene merkwaardige overeenkomst met dat van de menschen. Op weinige uitzondering na is het ook bij hen eene verbintenis voor het leven, zooals men dit bij de raven, de eksters, de duiven en de musschen kan opmerken. Tot de geheel onafscheidelijke vogels behooren de anders zoo wilde steenvalken. Zeer vele vogels vereenigen zich in het najaar bij troepen, maar dan ook blijven de paren trouw bij elkaar. Bij andere trekvogels scharen zich de mannetjes en wijfjes afzonderlijk, en zoo zijn zij op reis gescheiden, maar in het voorjaar komen dezelfde paren toch altijd weer bij elkander.

De huwelijken der vogels worden meestal in de eerste lente na het jaar waarin zij geboren zijn, gesloten, en daarbij doen zij eene bepaalde keus, ieder naar zijn eigen smaak. Soms beslist het toeval, tusschen medeminnaars het recht van den sterkste. Zelfs als er meer wijfjes dan mannetjes zijn (hetgeen zelden het geval is, want bij de vogels hebben de mannetjes doorgaans de meerderheid) vallen er dikwijls hevige gevechten uit jaloezie voor. In het huwelijk zelf heeft geene oneenigheid plaats. Het wijfje schikt zich naar het mannetje. De keus van het nest, bij voorbeeld, wordt altijd aan het mannetje overgelaten, en bij musschen en duiven heeft men opgemerkt dat het mannetje soms eene geheel ongeschikte plaats had gekozen en het wijfje dadelijk het benoodigde aanbracht, hoewel dit bijna niet te doen was.

Alleen bij de steenvalken komen wel eens oneenigheden voor die echter niet tot dadelijkheden overslaan. De deugd van huwelijkstrouw moet men in 't algemeen allen vogels, die maar met een wijfje leven, toekennen, evenwel is er tusschen beide geslachten onderscheid te maken.

Een nauwkeurige opmerker van de gewoonte der vogels, heeft bij het wijfje nooit een geval van ontrouw bespeurd maar bij de mannetjes wel eens, doch slechts bij uitzondering. Als men in aanmerking neemt dat het wijfje van natuur voorzichtiger en schuwer is, zal men dit onderscheid kunnen verklaren.

Echtscheidingen komen bij de vogels even goed voor als bij de menschen, wel is waar nu en dan en soms scheidt het wijfje zich ook vrijwillig van het mannetje. Bij de duiven hebben zulke vrijwillige echtscheidingen alleen dan plaats als zij van den beginne af niet uit neiging en vrijwillig, maar gedwongen met elkaar gepaard zijn geweest. In vele gevallen was het dus van den beginne af een ongelukkig huwelijk, en de ontbinding daarvan heeft ook dikwijls juist plaats omdat een van het paar het gaaike, waarvan hij of zij door den luim van zijn eigenaar gewelddadig gescheiden was, weder opzoekt. Bij de wilde vogels zijn zulke echtscheidingen nog zeldzamer, omdat er bij hunne verbintenis volstrekt geen dwang is.

Het voedsel in aardappels.

Zooals bekend is vormt het zetmeel in die vrucht de voornaamste voedingswaarde, dat met het rijp worden, hetwelk eerst in December en Januari plaats heeft, aan massa toeneemt, en daarna weer vermindert, waarop ons inziens wat meer diende gelet te worden. Stöckhardt heeft hieromtrent onderzoekingen gedaan met een en dezelfde soort aardappels en volgens hem bevatten de aardappels

in Augustus ..... 10 percent zetmeel
in September ..... 14 percent zetmeel
in October...... 15 percent zetmeel
in November ..... 16 percent zetmeel
in December ..... 17 percent zetmeel
in Januari ...... 17 percent zetmeel
in Februari...... 16 percent zetmeel
in Maart ...... 15 percent zetmeel
in April....... 12 percent zetmeel
in Mei ....... 10 percent zetmeel

In de maanden Juni en Juli heeft er eene verdere vermindering van zetmeel plaats en de aardappel heeft dan ter nauwernood nog eenige voedingswaarde. Uit een landbouwkundig standpunt is het daarom aan te raden om de aardappels in die maanden te vervoederen en voor de fabrieken om ook in dien tijd het meest te verbruiken, waarin zij de hoogste zetmeelgehalte hebben, nl. van November tot Februari. Eene groote dwaasheid daarentegen is het om oude aardappels tot ver in den Zomer, ja tot in Juli, Augustus en zelfs in September te bewaren, omdat zij dan al eene zeer geringe voedingswaarde bezitten en daarin door nieuwen verre overtroffen worden.

Het verminderen van het zetmeel in Februari en Maart vindt zijne reden hierin, dat in dien tijd de levensvatbaarheid wordt opgewekt, in andere woorden dat de kiemen ‘zich zetten’ om nieuwe vruchten voort te brengen en naarmate de temperatuur warmer is, vermeerdert de kiemkracht en vermindert het zetmeel, dat de kiemen voedt, zoodat de aardappel naarmate zij meer of minder aan het ‘uitloopen’ is, ook minder of meer zetmeel of, wat bijna 't zelfde is, voederwaarde bezit.

Met het ontkiemen en het verloren gaan van zetmeel gaat het gewichtverlies gepaard, welk met Mei zeer sterk is, terwijl de aardappels in Juni of Juli nog ongeveer een tiende gedeelte van het gewicht hebben dat zij in den tijd der rijpheid hebben.

Om de voedingswaarde der aardappels zoo lang mogelijk te bewaren, dient men te zorgen dat ze zoo laat mogelijk ontkiemen, welk doel men het best bereikt door ze op droge plaatsen en in tamelijk hooge hoopen te bewaren en zoo het niet te veel werk vereischt, de kiemen in 't voorjaar af te breken of wel voor dien tijd ze met een fijn mesje van de kiemen te ontdoen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken