Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 2 (1885-1886)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 2
Afbeelding van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 2Toon afbeelding van titelpagina van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 2

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (60.12 MB)

Scans (1363.93 MB)

ebook (52.94 MB)

XML (2.92 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 2

(1885-1886)– [tijdschrift] Nieuwe Belgische Illustratie, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Wetenswaardigheden.

De bloemen voor reukwerken.

In de drie Fransche steden Grasse, Cannes en Nice alleen zijn 12,000 menschen, voornamelijk vrouwen en kinderen, werkzaam om de bloemen in te zamelen, die uiteen te plukken, enz. Daar worden jaarlijks gemiddeld geoogst: 200,000 kilo oranjebloesem, ter waarde van fr. 800,000, 500,000 kilo rozebloemen, ter waarde van fr. 480,000; 80,000 kilo jasmijnbloemen (Jasminum), ter waarde van fr. 382,000; 40,000 kilo Akacia-bloemen, ter waarde van fr. 150,000; 20,000 kilo tuberozenbloemen, fr. 76,800; zijnde alzoo 2,720,000 kilo bloemen, tot een gezamenlijke waarde van omtrent 3 millioen frank. Bovendien leveren de landlieden der omstreken nog aanzienlijke hoeveelheden bloemen van in het wild groeiende planten, waarvan geen statistieke opgaven bestaan.

Uit deze ongehoorde bloemenmassa, alles en alles zeker meer dan drie millioen kilo bedragende, produceert men ongeveer 500.000 kilo pomaden en welriekende olieën, 1.000.000 liter oranjebloesemwater, 100.000 liter rozewater en 1200 kilo Neroli.

De Neroli (nero olio, zwarte of donkere olie, het voornaamste bestanddeel der eau de cologne) wordt door distillatie uit de bloemen der bittere oranjeappelboomen gewonnen. In Calabrië en Cicilië, bereidt men essencen uit de niet volkomen rijpe vruchten van oranjeappels, citroenen, bergamotten, enz. Deze beide provinciën leveren jaarlijks ongeveer 100.000 kilo bergamot-, 200.000 kilo citroen- en 180.000 kilo oranje-essencen, terwijl voor één kilo meer dan 3000 vruchten noodig zijn, zoodat deze industrie alleen meer dan 1500 millioen vruchten verslindt. Uit het vruchtvleesch der bittere oranjeappels wordt de algemeen bekende en geliefkoosde curaçao bereid, en het overblijfsel der citroenen en bergamotten dient tot veevoeder. Nu moet hier nog bijgerekend worden, wil men zich een denkbeeld van bloemenproductie van het Zuiden vormen, dat duizenden centenaars bloemen naar het buitenland verzonden worden. Engeland trekt voornamelijk gele reukelooze rozen (natuurlijk, als het niet exentriek was, zou 't niet Engelsch wezen, gewone menschen beminnen de rozen voornamelijk om den geur), terwijl, tegen den verjaardag des Duitschen Keizers, waggonladingen blauwe korenbloemen naar Duitschland gezonden worden.

Kersen als geneesmiddel.

Men heeft water-, bad-, druiven-, wrijf-, koe-, ezel- en paardenmelk-kuren, daarenboven nog een ontelbare menigte kinderkuren, menschenkuren, enz. In den laatsten tijd is het aantal kuren er nog met eene vermeerderd, t.w. de kersenkuur.

Zeker Duitsch geneesheer Dr. Abicht beveelt deze aan als een voorbehoedmiddel tegen alle mogelijke ongesteldheden.

Het is overigens eene bekende daadzaak dat onderscheidene geneesheeren van den ouden, zoowel als van den nieuweren tijd, het gebruik van alle goed rijpe ooftsoorten in 't algemeen aanbevelende, in 't bijzonder altijd de kersen hebben aangeprezen, als een heilzaam middel tegen buikloop, onderbuikskwalen, gebrekkige spijsverteering, bloedvloeiing, bloedbraken, kramp, miltziekte enz.

Niet de zure kersen, noch de morellen, worden voor deze kuur aanbevolen, maar uitsluitend de zoete kersen, wier hoofdbestanddeelen bestaan in: plantaardige vezelstof, slijm, plantaardige zuren en hoofdzakelijk een groot suikergehalte, vooral bij chronische verstoppingen in het onderlijf, wordt de uitwerking van haar gebruik zeer geroemd. Hoe dit zij, het is eene onbetwistbare waarheid, dat een niet overmatig gebruik, van onverschillig welk goed rijp ooft, eene heilzame uitwerking heeft op het menschelijk lichaam; schrijver dezer regelen heeft daarvan meermalen verrassend gunstige uitkomsten bij onderscheidene personen waargenomen. Een tiental jaren geleden deelde een Fransch geneeskundig tijdschrift o.a. het volgende geval mede:

Van een Fransch linie-regiment te Lyon in bezetting, leden bijna alle manschappen aan eene hardnekkige bloed-diarrhee; de gewone middelen daartegen baatten niets, goede raad was duur; de soldaten werden zoo slap dat ze het geweer niet meer presenteeren, de tamboers niet meer trommelen, de hoornblazers niet meer blazen konden. Toen nam de kolonel een kloek besluit; 't was in den herfst, de druiven waren rijp, hij pachtte een wijnberg waarheen alle zieke soldaten heen gezonden en aan een druivenkuur onderworpen werden. Veertien dagen daarna waren alle manschappen gezond en frisch in hun garnizoen terug, marcheerende, blazende en trommelende, opgewekter dan ooit te voren.

Nieuwe soort van aardappel.

Men doet in dit oogenblik groote pogingen in Engeland, om eene nieuwe soort van meer kloeken aardappel samen te stellen, die meer weerstand biedt aan de plagen die de verschillende en talrijke verscheidenheden van de oude soort in bijna alle landen aantasten. Deze oude soort, de Solanum tuberosum, stam van ontelbare verscheidenheden, zou volgens eenen uitstekenden hovingbouwer-zaadkundige, den heer Arthur W. Sutton, gekomen zijn tot dusdanigen graad van verval, dat er geen middel meer zou bestaan om hem zijne levenskracht te hergeven. Daarom heeft hij eene reeks van proefnemingen ondernomen, die zeer merkwaardig zijn, met eenen nieuwen knol, de Solanum maglia, die veel beter aan de plaag weerstand zou kunnen bieden.

De Solanum maglia is eene der talrijke ontdekkingen van Darwin, die hem zou ontmoet hebben in de eilanden Chonos, gelegen in den Stillen Oceaan, niet ver van Chili. Hij heeft de eigenschap te groeien in de vochtige landen, zelfs in de moerasachtige landen, hetgeen vooral het tegenovergestelde is van den eigenlijk gezegden aardappel, die de droge gronden vergt. De heer Sutton beweert dat eenige specimens die gekocht werden, zijn kunnen geëten worden. De nieuwe soort is nog niet ten volle geacclimateerd, de knollen die zij voortbrengt zijn nog te klein.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken