Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 3 (1886-1887)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 3
Afbeelding van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 3Toon afbeelding van titelpagina van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 3

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (74.23 MB)

Scans (1387.69 MB)

ebook (66.59 MB)

XML (2.80 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 3

(1886-1887)– [tijdschrift] Nieuwe Belgische Illustratie, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 265]
[p. 265]

[Nummer 34]

Onze gravures.

Mgr. Abbeloos.
Rector-magnificus der Hoogeschool van Leuven.



illustratie
mgr. abbeloos, rector-magnificus der hoogeschool van leuven.


Te recht mag het katholieke België fier wezen op zijne Hoogeschool: zij is eene der glories van den lande en eene der beroemdste kweekscholen voor hoogere wetenschappen van geheel Europa.

Hare stichting dagteekent van overoude tijden: immers de Leuvensche Hoogeschool werd ingericht door Jan IV, hertog van Brabant, in 1426. In de XVIde eeuw telde zij niet minder dan 6000 studenten. Nadat de Universiteit door Joseph II eenigen tijd geschorst en door Napoleon I opgeheven was, werd zij in 1817 door de Nederlandsche regeering hersteld. Willem I ging echter tegen den geest van dit gesticht in, door de aanhechting van zijn collegium philosophicum, ten behoeve de vorming van Roomsch-Katholieke priesters. In 1830 moest dit collegie opgeheven worden, omdat de bisschoppen met recht weigerden kweekelingen in hunne seminariën op te nemen, afkomstig uit eene onderwijsinstelling, die tegen hunnen wil en buiten hun gezag tot stand gebracht was. De Staat gaf in 1834 de Universiteit van Leuven prijs, doch zij werd het volgende jaar door onze geestelijkheid uit eigene middelen weder opgericht. Van dan af dagteekent de herbloeiing der Alma Mater.

Mannen van uitmuntende bekwaamheid en voorbeeldige werkzaamheid volgden elkander op in het hoogere bestuur der Universiteit; terwijl de leeraarsstoelen door de kundigste professors bezet werden. Geen wonder dat het getal studenten der Katholieke Hoogeschool met ieder jaar klom en thans het cijfer van ongeveer 1600 leerlingen bereikt heeft.

Die schitterende uitslag heeft een onverwelkbaren lauwer gehecht aan de namen der rectors: Mgrs. Deram, Latorêt, Namêche en Pieraerts, wier erfdeel thans door de H.H. Bisschoppen van België in weerdige en bevoegde handen overgegeven is.

Den 10 Februari 1887 werd de talentrijke Vlaming Mgr. Abbeloos geroepen, om den zetel te beklimmen, waaraan onze stadgenoot, Mgr. Pieraerts, door zijn al te vroegtijdig en zoo innig betreurd afsterven, ontrukt was.

Gansch België, maar inzonderheid het Vlaamsche land, bekrachtigde die keuze door zijne toejuichingen.

Mgr. Abbeloos, de nieuwe rector der Alma Mater, werd geboren te Goyck, provincie Brabant, den 15 Januari 1836, uit eene achtingswaardige burgerfamilie.

Reeds vroegtijdig gaf hij blijken van eene buitengewone verstandsontwikkeling; want in den eersten kantonalen prijskamp der lagere gemeente-scholen, ten jare 1849, werd hij als primus bekroond. Na aldus zijne lagere en vervolgens zijne middelbare studiën schitterend voltooid te hebben, werd hij naar het Kleine Seminarie van Mechelen gezonden. Ook daar verwierf hij de eerste plaatsen in al zijne klassen en bekroonde waardiglijk zijne humaniora door den lauwer in de philosophie te behalen.

Toen hij later den cursus van godgeleerdheid ten einde gebracht had, werd hij door Mgr. Sterckx naar de Universiteit van Leuven gezonden, om er zijne hoogere studiën te voltrekken. De schrandere kerkvoogd voorzag te recht welk goed deze jonge priester door zijne groote kennissen eens aan den godsdienst en het onderwijs zou vermogen te bewijzen.

Aan de Hoogeschool trok de jeugdige geleerde de opmerkzaamheid zijner leeraars en medestudenten, door zijnen gansch bijzonderen aanleg voor de studie der Oostersche talen. Hij was er de uitstekendste leerling van Mgr. Beelen, wiens uitmuntende werken zoozeer de bewondering der geleerde wereld opwekken. Als Mr. Abbeloos te Leuven de graden van baccalaureus en van licentiaat in de Godgeleerdheid verkregen had, werd hij door zijne geestelijke overheden naar Rome gezonden. Na een tweejarig verblijf in de Eeuwige Stad, keerde hij naar Leuven terug, om er den titel van doctor in de Godgeleerdheid te verwerven.

Van dan af was zijne plaats aangeduid in het hooger onderwijs. Ook werd de talentvolle priester weldra door Mgr. den Aartsbisschop van Mechelen tot leeraar van H. Schriftuur in het Groot Seminarie benoemd.

Zij, die het geluk hebben gehad daar tot zijne leerlingen te behooren, kunnen getuigen met welken luister hij er onderwees, welke diepte van gedacht hij in zijn onderricht gepaard deed gaan met eenvoud, doch tevens sierlijkheid van taal. De bewondering, die hij rondom zich verwekte, werd slechts overschaduwd door de innige gehechtheid, welke hij door zijnen vriendelijker, omgang en zijne stille deugden in de harten van al zijne leerlingen ontspruiten deed. Ongelukkiglijk bleken zijne lichamelijke krachten voor die zware taak niet toereikend te zijn; en betreurd door allen moest Dr. Abbeloos zijnen leeraarstoel vaarwel zeggen, om door het buitenleven zijne gekrenkte gezondheid te herstellen.

Het is alsdan dat hij tot pastoor te Duffel benoemd werd, welke betrekking hij den 7 Juni 1883 nederlegde, om het hooge ambt van Vicaris-generaal des bisdoms te gaan bekleeden.

Het ongewone doorzicht, de verrassende helderheid van zijn oordeel, zijne bewonderenswaardige kieschheid in de behandeling der moeilijkste zaken en de vaderlijke welwillendheid jegens zijne onderhoorigen, waarvan hij in die verhevene weerdigheid gestadige blijken gaf, trokken als van zelf het oog op hem voor nog gewichtigere bestemming.

[pagina 266]
[p. 266]

Die hoogere roeping heeft zich thans doen gelden: de Alma-Mater heeft nu het geluk en de eer aan haar hoofd een der geleerdste en edelhartigste mannen van den lande te bezitten, die niet nalaten zal den luister van haren naam hooger nog te doen opflikkeren.

De jonge boomkweeker.

Een eenvoudig, maar natuurlijk tafereel is die practische les van oculeering, door grijze ervaring aan jeugdige weetgierigheid voorgehouden. En al moge het den ouden leermeester niet gegeven zijn de aanschouwingsles met het kennisrijke en opwekkende woord van een De Beucker duidelijkheid en genot bij te zetten, toch merkt men allerbest aan de uitdrukking van het schrandere gelaat des leerlings, dat deze de verrichting in al hare deelen volkomen begrijpt en naar wensch hoopt na te volgen.

Maar is er in den zwijgenden onderrichter niets dat aan onzen welbespraakten De Beucker herinnert, de knaap brengt ons - mij althans - onwillekeurig het kinderbeeld te binnen van den naar hart en geest zoo degelijken Vlaming, die alles aan zich zelven verschuldigd is.

Die gezonde buitenjongen, met zijn rond, vrijmoedig gelaat, waarop leerzucht, wilskracht en verstand, die hoedanigheden van den selfmade-man te lezen zijn, roept inderdaad den oorsprong en den levensweg voor den geest van den gemoedelijksten en befaamdsten onzer plantenkundigen.

Wat er ook van zij, de zoo aandachtig toekijkende knaap onzer gravure heeft insgelijks toekomst: dit voorspelt de buitengewone zin, dien hij voor zijn verkozen beroep aan den dag legt. Maar ook, wie gevoelt geene liefhebberij voor dit heerlijke vak van den tuinbouw? Wie bemint de planten en bloemen niet en vermeit zich niet gaarne te midden van Gods wondervolle en prachtige natuur? Wij, stedelingen, met ons paar bloempotten op den vensterdorpel, met onze kleine verzameling halfkwijnende kamerplanten, met ons lapje tuin achter het huis, wij benijden den jeugdigen kweekeling, die opgeleid wordt tot een beroep, zoo rijk aan leering, zoo veredelend voor het hart en zoo verheffend voor de ziel, tot eene levenstaak, die, volbracht met een gestadig dankenden en bewonderenden blik opwaarts, een priesterschap der natuur genoemd worden mag.

Voor niet meerijden!

Ontelbaar zijn de pleizieren, die de vindingrijkheid van eene echte straatvlug weet te ontdekken. Het rijkemanskind mag vrij bij een berg van kostelijk speelgoed in zijne warme kamer te broeien zitten, van zulk meisjesachtig genot wil een rechtgeaarde straatjongen niets weten. Zijn speelgoed moet hij zelf vervaardigen en zijne pleizieren onder Gods vrijen hemel zelf uitvinden en inrichten. Dan eerst is er recht vermaak, bijzonder als er iets half gestolen of verboden mede gemoeid is, want dat geeft dubbele genieting.

Een der onoverwinnelijkste aanloksels voor een levenslustigen jongen is dus wel een rollend rijtuig, met iets of wat achterop dat aan eene onbezette zitbank of staanplaats gelijkt. In de keuze van zijn voertuig is de jongen volstrekt niet kiesch: eene spoelingkar of een bierwagen verschaft bijna nog meer pret dan een voornaam tweespan. Maar niets wordt door de schooljeugd met grooter gejuich begroet dan de gele postkoets, wier postiljon zoo vroolijk op den hoorn blaast. Dit bewijst onze gravure.

Als de oude koetsier goed geluimd is, gunt hij die lustige knapen graag hun pleizier en zoo hij omkijkt, is het niet om te dreigen of onbarmhartig de zweep te hanteeren. Neen, zoo wreed is de postiljon van den ouden, gelen postwagen niet, en ook de oude pastoor, die in de aartsvaderlijke rammelkast, zoo rustig mogelijk zijn brevier zit te lezen, weet dat die kleine bengels pret hebben en laat oogluikend toe, dat zij op de trede van het rijtuig klauteren. Vijf van de zes hebben hunne plaatsen veroverd en rijden kosteloos mee, het kleine meisje staat toe te kijken en benijdt hare speelmakkers, die zoo iets durven, want dat er durf in het lijf voor noodig is bewijst die extra-passagier, die van zijn plaatsken tuimelde. Zoo gaat het ook in het leven: velen rijden lustig mee op de koets der Fortuin; anderen vallen bij de poging om er op te klimmen of blijven staan aan den weg. Het geluk is niet voor iedereen.

O.L. Vrouw-boodschap.

Den 25 Maart gedenkt de Kerk de blijde en plechtige tijding van den engel Gabriël aan de Maagd Maria, de aankondiging dat Zij door Gode uitverkoren was om de Moeder te worden van den Messias.

‘Ave Maria!’ Aldus begon de Engel zijne boodschap en deze minzame begroeting is door de eeuwen heen de aanhef geworden van eene bede, thans dagelijks door millioenen monden en harten herhaald.

Niet alleen echter als eene verzuchting, die tot zoete en innige godsvrucht opwekt, doet het Ave Maria zich gelden, maar ook als eene onuitputbare bron van dichterlijke bezieling voor de kunstenaars.

Ontelbaar zijn de dichters, die het Ave Maria met vroom gemoed bezongen; heerlijk en hemelsch de akkoorden, die het de Gounod's ingaf; vol streelende liefelijkheid de tafereelen der Boodschap, waarop de prinsen des penseels in den glans van den Hemelgeest, de ideale schoonheid van het verhevenste aardsche wezen afmaalden.

Ook Yan D'Argent leverde, op de hem eigene wijze, naar dit zoo vaak behandelde onderwerp geene onverdienstelijke samenstelling.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken