Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 3 (1886-1887)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 3
Afbeelding van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 3Toon afbeelding van titelpagina van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 3

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (74.23 MB)

Scans (1387.69 MB)

ebook (66.59 MB)

XML (2.80 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 3

(1886-1887)– [tijdschrift] Nieuwe Belgische Illustratie, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Wetenswaardigheden.

Zonderlinge regenbuien.

Van af het begin der loopende eeuw hebben de weerkundigen en natuuronderzoekers aanteekening gehouden van die zonderlinge luchtverschijnsels, die men wel regens moet noemen, doch in een meer uitgebreiden zin van het woord.

Om te beginnen met den aanvang dezer eeuw, zoo leest men dat in Mei 1805 het koninkrijk Leon in Spanje bezocht werd door een regen van erwten. De botanist Cavanilla, die deze erwten onderzocht, bevond dat zij een eigenaardig licht van zich afwierpen. Hij durfde ze echter geene bepaalde plaats in het natuurrijk aanwijzen. Eene proefneming met de zaden dier erwten in de botanische tuinen van Madrid werden, zooals te verwachten was, niet met gunstigen uitslag bekroond. In 1810 werd melding gemaakt, door een Duitsch blad, van een bloedregen, die meer dan een kwartieruurs aanhield. Men zou hier licht geneigd zijn aan een verdichtsel of eene vergissing te denken, ware het niet dat reeds in de hooge oudheid - o.a. bij Plinius en Livius - sprake is niet alleen van bloedregens, maar ook van honing-, melk- en zelfs van wolregens. Ook gedurende het beleg van Genua in 1774 wordt bericht dat een roode regen zou neergeslagen zijn in de voorstad San Pietro d'Arena. Hier vond het zonderlinge verschijnsel zijne natuurlijke verklaring daarin, dat de wind eene groote hoeveelheid roode aarde had opgevoerd. Nog houde men in het oog dat in het Noorden van Europa de luchtkring vaak bezwangerd wordt met de bloesems der pijnboomen, waardoor de regen dan met eene eenigszins gele tint nederdalen zou.

Op gelijke of dergelijke wijze zouden zich dan ook de regens van wol laten verklaren Bij een oud schrijver leest men in den aanvang dezer eeuw van een regen van ratten en muizen in Lapland en Finmarken, en voor het jaar 1804 vindt men een regen van kikvorschen aangeteekend. Gedurende een jachtstorm in het district Pakroff, Rusland, zou in 1827 een regen van zwarte insekten zijn neergekomen, en ook in de oude Engelsche tijdschriften wordt van rattenregen melding gemaakt. Zelfs leest men van eenen regen van visschen in het graafschap van Kent omtrent het jaar 1666, welk zonderling verschijnsel in 1839 bevestigd werd door een Engelsch officier, die eene hoeveelheid visschen vallen zag, welke door de menigte gretig werd opgeraapt. Dergelijke meteoren meldt men nog uit Schotland in 1828 en 1830 en zij laten zich op natuurlijke gronden wederom dus verklaren, dat eene windhoos de visschen uit het water zou hebben omhoog gevoerd om ze later op aarde te doen nederdalen. Hoe dit zij, de hier aangestipte zonderlinge verschijnselen - verklaarbaar voor ons of niet - bewijzen opnieuw, hoeveel er nog in de natuur voor ons te onderzoeken valt. De mensch weet niet, en verwondert zich; het is zijn verwonderen dat hem tot kennis voert.

Een Italiaansch dichter heeft deze kenspreuk zoo schoon gedicht in deze welluidende strophen:

 
La maraviglia
 
Dell' ignoranz' é la figlia,
 
E del saper -
 
La madre.

Dat is: Verwondering is de dochter der onwetendheid en de moeder der wetenschap.

Gras en onkruid op paden en straten uit te roeien.

Behalve dat het zeer onooglijk is op een tuinpad of tusschen de keien van een straatweg gras en onkruid te zien opschieten, kost het nog vaak heel wat moeite om het vuile goedje te verwijderen.

Wil men er nu op eene gemakkelijke manier van bevrijd worden, dan koke men 100 deelen water met 20 deelen kalk en 2 deelen fijngestampte zwavel. Met dit mengsel, goed geschut, begiete men de paden en de straat, die men van onkruid zuiveren wil en het kwijnt zichtbaar weg. Ook gekookt aardappelwater kan hiertegen met goed gevolg worden aangewend.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken