Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 3 (1886-1887)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 3
Afbeelding van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 3Toon afbeelding van titelpagina van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 3

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (74.23 MB)

Scans (1387.69 MB)

ebook (66.59 MB)

XML (2.80 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 3

(1886-1887)– [tijdschrift] Nieuwe Belgische Illustratie, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 335]
[p. 335]

Het zeepaardje.

Wij kennen geen wonderlijker dier dan dit kleine wezen, waarin wij eene spruit meenen te zien van een antediluviaansch ras, dat eertijds groot en sterk is geweest.

De bouw van dit diertje is reeds zonderling en nog zonderlinger is het dat het zoogen, niet door het wijfje wordt uitgeoefend, het mannetje neemt dit op zich. Het wijfje heeft het vermogen om eieren voort te brengen; het mannetje neemt ze op als zij genoegzaam ontwikkeld zijn om zelven voor hunne voeding te zorgen. Te dien einde heeft de natuur het mannetje aan den onderbuik van een' zak voorzien, waarin de jongen nog eenige tijd blijven nadat zij uit het ei zijn gekomen. Zij voeden zich daar ten koste van den zak zelven, waarvan de wanden stevig, dik en vettig zijn op het oogenblik, dat de eieren daarin worden opgenomen, terwijl zij slap, dun en van alle vetachtige zelfstandigheid ontdaan zijn, wanneer de jongen sterk genoeg zijn om daaruit verwijderd te worden. De wijze, waarop die verwijdering plaats heeft, is ook al even zonderling.

Het zeepaardje heeft het vermogen om zich wanneer het moede van het zwemmen is, met zijnen staart aan eenig vast voorwerp te hechten. Wil hij zich van de jongen ontdoen, dan maakt hij van dat vermogen gebruik, richt zich op, drukt zijn lichaam tegen het voorwerp dat hem steunt, werpt zich door een hevige samentrekking van zijne spieren het ondersteboven, en door zijnen zak herhaaldelijk te wrijven tegen het voorwerp, waaraan het zich vastklemt, dwingt hij zijne talrijke spruiten hunne schuilplaats te verlaten.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken