Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 6 (1889-1890)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 6
Afbeelding van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 6Toon afbeelding van titelpagina van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 6

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (47.16 MB)

Scans (1070.21 MB)

ebook (35.63 MB)

XML (4.55 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 6

(1889-1890)– [tijdschrift] Nieuwe Belgische Illustratie, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Wonderbare Geschiedenissen.
Eene geestverschijning.
(Vervolg.)

‘Ha, vicomte,’ zei de baron opstaande en hem haastig tegemoet gaande, ‘ge zijt een voortrefflijk edelman, en uwe nauwkeurigheid verdient geroemd te worden. Ge komt in een afschuwlijk weer.’

De vicomte en de baron wisselden de gebruikelijke komplimenten, en eenige oogenblikken later zat de reiziger op zijn gemak in 't hoekje van den haard tusschen zijn toekomstigen schoonvader en zijne aanstaande echtgenoote.

De vicomte had het dartel en vroolijk vernuft, dat toen te Marly schitterde. In weerwil van zijne zeventig herfsten was de baron hoveling gebleven. Hermine bezat de naïeve aanvalligheid, de ingetogenheid zonder preutschheid, de fijne beschaving van eene vrome maar zonder eenige gestrengheid opgevoede voorname jonge dame.

Het gesprek tusschen deze drie personen was levendig en opgewekt. De vicomte dacht in 't geheel niet meer aan den dooden wildstrooper en diens zonderlinge verhalen; hij vergat dat hij zich, op honderd uur afstand van Versailles, in een ridderslot te midden van bosschen bevond; hij was welgemoed en vroolijk in 't gezelschap van het lieve meisje, en 't bekommerde hem in geenen deele, dat alle vorige minnaars verschrikt de vlucht genomen hadden. ‘Zij is verrukkelijk,’ sprak hij tot zich zelven, Hermine met aandacht beschouwend. ‘Mijn oom heeft een goeden smaak en me ten hoogste aan zich verplicht door me eene even schoone als rijke vrouw te bezorgen.’

‘Mijnheer de baron, er is opgediend,’ kondigde plotseling een in rijke livrei gekleed lakei aan, die op den drempel bleef staan.

't Was het uur voor het avondmaal.

De vicomte stond op en bood zijne hand de jonge dame aan, die haar een weinig blozend aannam, terwijl de baron beiden naar de eetzaal voorafging.

Daar zag men, in plaats van de met schitterende bloemen geborduurde zijden gordijnen, het parelgrijze, in gouden lijsten gevatte behangsel en de fraaie rozenhouten stoelen en meubels van 't boudoir dat zij verlaten hadden, een ouderwetsch behangsel van tapijtwerk, waarop eenige familieportretten prijkten, alsmede de statige meubelen, die aan de eeuw van Lodewijk XIV herinnerden.

Pas het lieve, kokette boudoir verlatendé en deze stijve sombere zaal binnenkomend, kreeg men eene pijnlijke gewaarwording, die den geest ontstemde en tegelijk de oogen onaangenaam aandeed. De vicomte huiverde, en onwillekeurig herinnerde hij zich de voorspelling van den wildstrooper; hij dacht aan een lijk en eene doodkist.

Een blik op de portretten slaande, zag hij daaronder het portret eener vrouw; zijne oogen werden er dadelijk door geboeid, terwijl hij eene rilling door al zijne leden voelde gaan. 't Was een levensgroot portret, dat niet langer dan twee of drie jaar geleden geschilderd scheen te zijn en door zijne frissche kleuren eene scherpe tegenstelling vormde met de overige berookte doeken, die de afgestorven leden der familie Roche-Noire voorstelden.

Het licht van een driearmigen kandelabre in de nabijheid van liet portret bescheen het zoo volkomen, dat men al de bijzonderheden er van goed kon onderscheiden.

Het portret was dat van een jong meisje van zeldzame schoonheid; eene schoonheid, die onder den gloed van den Spaanschen hemel scheen ontloken te zijn. 't Was het hoofd van een engel, met langs de sierlijke schouders golvend lang zwart haar, een half geopenden mond, waarin kleine witte tanden schitterden, en zwarte oogen, die onder de fraai gevormde wenkbrauwen fonkelden.

Dat portret was zoo levend, dat de vicomte eene vrouw van vleesch en bloed voor zich meende te zien, die hem zoo schoon voorkwam, dat Hermine, bij haar vergeleken, slechts middelmatig schoon was.

V.
Fulmen.

Fulmen, dat wil zeggen: bliksem, dat is de schoonste dochter van Spanje, die ooit de bolero gedanst heeft in de balsamieke tuinen van het oude Alhambra.

Ralph kon de oogen niet van het doek afwenden; hij vergat dat hij in gezelschap was van zijn gastheer en zijne aanstaande echtgenoote, en meende dat Fulmens beeltenis hem zou toespreken en zeggen:

‘Ik ben het - ik ben degene wier gelaat ge niet kondt zien - ik ben de Andaluzische van 't gemaskerd bal.’

De baron bespeurde waarschijnlijk hoe zijn gast als aan het cortret werd gekluisterd, want hij sprak haastig:

‘Komaan, waarde vicomte, aan tafel!’

Die woorden verbraken de betoovering; de vicomte wendde de oogen van het doek en zag Hermine aan.

Hermine kwam hem leelijk voor.

‘Van wie is dat portret?’ vroeg hij den baron.

De baron gaf geen antwoord; eene wolk benevelde zijn voorhoofd, en zijne wenkbrauwen fronsten zich met eene uitdrukking van droefheid en toorn, die den vicomte aanleiding gaf tot de zonderlingste gissingen.

Hermine was vreeslijk bleek geworden en sloeg schielijk de oogen neder.

‘Zonderling!’ fluisterde Ralph. ‘'k Zou durven zweren dat het 't portret van mijne schoone onbekende is.’

Gedurende het avondmaal werd slechts weinig gesproken. De waarschijnlijk onbescheiden vraag van den vicomte scheen eene ijzige koelheid te hebben veroorzaakt tusschen de drie personen, die zooeven in het gezellige boudoir zoo vertrouwelijk hadden gesproken.

De vicomte kon niet nalaten, den blik op Fulmens portret te slaan; Hermine was stil; herhaalde malen mompelde de baron eenige onverstaanbare woorden; hij was blijkbaar misnoegd en ontevreden.

De baron stond het eerst van tafel op en gaf zijne dochter de hand, om naar het boudoir terug te keeren.

Ralph volgde hen.

Zooals de kille atmosfeer der eetzaal een onaangenamen indruk op de disch-

[pagina 270]
[p. 270]

genooten scheen gemaakt te hebben, ondervonden alle drie, toen zij zich weder in het fraaie, helder verlichte, met bloemen, verguldsel en spiegels prijkende boudoir bevonden, over de rozen van het dikke tapijt liepen en bij het haardvuur plaats genomen hadden, eene terugwerking in tegenovergestelden zin.

‘Och,’ prevelde Ralph, ‘alle Spaansche vrouwen zijn donker, hebben zwart haar en fonkelende oogen: - waarom zou het portret dat van mijne schoone Andaluzische zijn?’

De glimlach kwam weder op de lippen van den grijsaard; een vluchtig rood kleurde Hermines wangen; Ralph kreeg het gebruik van zijne tong terug. Maar hij had eene goede les gehad; hij was niet weder onbescheiden en vroeg niet meer naar Fulmen.

Na een uur vertrouwelijk gekeuveld te hebben, verwijderde zich de blonde Hermine en ging naar hare kamer, den vicomte met haar vader alleen latend.

‘Welaan,’ zei de grijsaard, den jongeling op den schouder kloppend, ‘laten we nu een ernstig woordje spreken.’

‘Ik luister, mijnheer!’

‘Goed! Maar ik had eerder gedacht dat ik naar u zou moeten luisteren; ge weet toch zeker waarom ge hier zijt?’

‘Ja,’ gaf de vicomte onnoozel ten antwoord, ‘mijn oom heeft me er iets van medegedeeld.’

‘Zoo?’

‘Ik moet u zeggen, baron, dat de jonkvrouw De Roche-Noire bekoorlijk is.’

De baron maakte eene buiging.



illustratie
k.a. godin de beaufort, minister van Financiën van Holland.


‘En zoo 't alleen van mij afhangt....’

Ralph had op dit oogenblik de schoone Andaluzische geheel vergeten.

‘Het hangt alleen van u af, vicomte,’ zei de grijsaard glimlachend.

‘Welaan, waarde schoonvader, liever nu dan later. Want dunkt u er van?’

‘Zoo ge wilt, binnen acht dagen,’ antwoordde de baron vroolijk lachend. ‘Aanstaanden Zondag bij voorbeeld.’

‘Goed, aanstaanden Zondag!’

‘Intusschen,’ hernam de baron, ‘zullen we hier een vroolijk leven leiden. Ik ben een hartstochtelijk liefhebber van de jacht, en als ge ook van jagen houdt....’

‘Buitengewoon, baron!’

‘Dan zullen we alle dagen op de jacht gaan. 's Avonds zal Hermine ons met een weinig muziek op de piano verlustigen. Maar,’ viel de baron zich zelven in de rede, ‘'k zou vergeten dat ge den geheelen dag hebt te paard gezeten en dus wel naar rust zult verlangen.’

Hij schelde. De oude lakei, die den vicomte had binnengeleid, verscheen.

‘Breng mijnheer den vicomte naar zijne kamer,’ beval de baron.

De vicomte wenschte zijn aanstaanden schoonvader goeden nacht en volgde den lakei.

Deze leidde hem weer door de eetzaal. Ralphs blikken werden opnieuw door Fulmens portret aangetrokken.

Hij greep den lakei bij den arm en vroeg:



illustratie
baron mackay, minister-president (Binnenlandsche Zaken) van Holland.


‘Wie stelt dat portret voor?’

De lakei ontroerde en aarzelde.

‘Spreek!’ zei de vicomte op gebiedenden toon.

‘'t Is het portret van Fulmen,’ antwoordde de grijsaard bevend.

‘Wie is Fulmen?’

‘De jongere zuster van jonkvrouw Hermine.’

Ralph haalde de schouders op en dacht:

‘In dit geval kan het mijne schoone onbekende niet zijn.’

Evenwel aan een zonderlingen aandrang voldoende, vroeg hij weder:

‘Waar is zij?’

‘Zij is dood,’ antwoordde de lakei, het hoofd op de borst latende zakken; ‘haar stoffelijk overblijfsel rust onder den zerk ter linkerzijde van het hoofdaltaar in de slotkapel.’

Ralph ging zuchtend verder.

(Wordt voortgezet).


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken