Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 8 (1891-1892)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 8
Afbeelding van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 8Toon afbeelding van titelpagina van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 8

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (46.63 MB)

Scans (716.27 MB)

ebook (39.26 MB)

XML (2.82 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 8

(1891-1892)– [tijdschrift] Nieuwe Belgische Illustratie, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Wetenswaardig Allerlei.

De vogel en de wind. -

De nieuwere onderzoekingen hebben ons menige opheldering verschaft omtrent het raadsel der vogelvlucht. Een der merkwaardigste is de vaststelling van de wisselwerking tusschen de vogelvlucht en den wind. Deze natuurkracht, waartegen de luchtschippers tevergeefs kampen, is voor de vogels volstrekt geen vijandige macht. De wind en wel de tegenwind draagt als het ware den vogel. Het is een bekend feit, dat de vogels bij het opvliegen steeds de richting tegen den wind plegen in te slaan, en dit gaat zoo ver, dat zij in geval van nood soms over het geweer van den jager of den snavel van hun vervolger heen trachten op te vliegen.



illustratie
twee goede vrienden, naar de schilderij van O. Eerelman.


De mooie soort vlucht, die wij bij voorbeeld bij het rondzweven der ooievaars waarnemen, de zeilvlucht, waarbij de vogel niet met de vleugels slaat, maar ze uitgebreid houdt en slechts van tijd tot tijd in beweging brengt, is zonder wind niet mogelijk. Dit feit is reeds van de oudste tijden aan de valkeniers bekend geweest, daar zij dikwijls konden waarnemen, dat bij de gevechten, die verschillende vogels hoog in de lucht te voeren hadden, de wind de zege verzekerde aan die vogels, welke in de zeilvlucht bedreven waren. Onze ooievaar, die tusschen de boomen maar een stumper in het vliegen is, toont zich een meester, als hij in hooger luchtgewesten den frisschen windstroom onder zijn vleugels voelt. Als de vogels hun verre reis naar het zuiden aanvaarden, maken zij daartoe van den tegenwind gebruik, en als zij onderweg uitgeput van vermoeienis op schepen neervallen, komt dat dikwijls alleen hiervandaan dat de wind is omgeslagen.

Een Fransen natuurvorscher, Mouillard, merkte eens een hoogst teekenend geval op. Een adelaar zat op den top van een esch; daar streek een frissche bries door de lucht, de vogel breidde de vleugels uit en liet zich tegen den wind vallen. Hij werd door den wind, over een afstand van ongeveer 100 meter, een 50 meters hoog opgenomen, zonder dat hij een enkelen vleugelslag had gedaan.

De menschen tobben zich af om het geheim van het vliegen te ontsluieren en ook het gebied der lucht te veroveren. Met den luchtballon vliegen zij nu al sinds meer dan honderd jaren niet waarheen ze willen, maar waarheen de wind wil; de wind in zijn onberekenbaarheid is de grootste vijand de[r] luchtschippers. Maar, gelijk de onderzoekingen ons aantoonen, is hij juist de bevorderaar der vogelvlucht, en deze waarneming maakt het waarschijnlijker, dat een oplossing van het vraagstuk der willekeurige vlucht niet onmogelijk is.

Wat zullen we drinken? -

Een glas Bordeaux of goeden Rijnwijn aan tafel is de beste drank voor iemand, die het hebben kan. Wie behoefte gevoelt aan wat sterkers, kan een scheutje zuiveren, goeden brandewijn nemen in het water, dat zijn dorst moet lesschen.

De gewoonte echter 's morgens vroeg den een of anderen prikkelenden drank als brandewijn, cognac of jenever te gebruiken is hoogst af keurenswaardig en schadelijk. Is sterke drank bij goede voeding al bedenkelijk, letterlijk ontstekend en vergiftig werkt hij op een leege maag in den vroegen morgen. Het is dwaasheid, zich te verbeelden dat een slok brandewijn of jenever iemand een heelen dag voor zwaar werk of andere moeilijkheden geschikt maakt. Integendeel wordt door deze gewoonte het lichaamsgestel langzaam, maar zeker ondermijnd. Goed bier daarentegen bij matig gebruik is wel aan te bevelen. De beste, voedzaamste en verfrisschendste drank is melk, ook 's morgens, en anders frisch schoon water. Ook koffie en thee in matige hoeveelheid kunnen geen kwaad vooral bij een stukje brood.

Automatische spoorweg-bibliotheek. -

Wij kennen aan onze stations de zelfwerkende weegtoestellen en andere automatische aardigheden, die, door het inwerpen van een paar centen of een dubbeltje in beweging gebracht, den reiziger die zich op het perron vertreedt, een chocolaadje of andere versnapering bieden, - al welke speculaties op de nieuwsgierigheid of de verveling zeker niet bijzonder floreeren zullen sinds de invoering der perronkaartjes. Daarom was het misschien den ondernemers aan te raden hun automaten in de waggons zelf te zien geplaatst te krijgen.

Een Schotsch ingenieur is op het denkbeeld gekomen een automatische leesbibliotheek in de spoorwaggons aan te brengen, en zijn denkbeeld is onmiddellijk door een groote Engelsche uitgeversfirma vervolmaakt en verwezenlijkt. Het toestel bestaat uit een langwerpige kast, door dunne middelschotjes in acht smalle hokjes afgedeeld, die van voren met glas gesloten zijn. Iedere afdeeling bevat een boek, dat achter op den rug in duidelijke letters den titel draagt en van een klein handvatsel voorzien is. Achter de boeken is het mechanisme verborgen en in de dekplank zijn boven ieder boek de sleutjes aangebracht, waar men het geldstukje insteekt, welks drukking het glas aan de voorzijde opent, zoodat men het verlangde boek uit het hokje kan nemen.

Dit glas blijft open en gaat eerst weer dicht als het boek op zijn plaats teruggezet wordt.

In iedere spoorwegcoupé worden twee zulke kasten opgehangen, zoodat men steeds een keuze van zestien boeken tot zijn beschikking heeft. Gedurende drie maanden zullen die boeken nergens anders mogen verschijnen en het uitsluitend eigendom der automatische spoorwegbibliotheek blijven. De boeken zijn natuurlijk allen even groot en verschillen maar in de kleur van den omslag. Zij moeten ongeveer 35000 woorden bevatten, zoodat men ze in den tijd van een uur kan uitlezen.

De druk moet wat grooter zijn dan de gewone, en behalve novellen zullen ook steeds eenige reisboeken in de kleine bibliotheek voorhanden zijn. Do prijs voor het lezen van een boek is zooals bij alle dergelijke automatische inrichtingen in Engeland een penny. Een aantal Engelsche schrijvers en schrijfsters hebben zich reeds verbonden, werken voor de automatische spoorwegbibliotheek te leveren.

Het denkbeeld schijnt wel levensvatbaarheid te hebben, want wie zal niet licht een penny uitgeven voor het vooruitzicht gedurende de reis een uurtje aangenaam door te brengen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken