Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 8 (1891-1892)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 8
Afbeelding van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 8Toon afbeelding van titelpagina van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 8

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (46.63 MB)

Scans (716.27 MB)

ebook (39.26 MB)

XML (2.82 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 8

(1891-1892)– [tijdschrift] Nieuwe Belgische Illustratie, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Wetenswaardig Allerlei.

Een tweede Samson. -

Een der sterkste mannen, die ooit geleefd hebben, was de Pruisische generaal Von Favrat, die tegen het einde der vorige eeuw gouverneur van Glatz was. Zijn tijdgenooten verhaalden vele voorbeelden van zijn merkwaardige lichaamskracht. In den zevenjarigen oorlog door een Oostenrijksch huzarenofficier in de engte gedreven, hieuw Favrat zijn bestrijder zoo geweldig met de sabel op het hoofd, dat dit tot op de schouders gespleten werd. Dat hij een paard met ruiter en al van den grond kon lichten, is herhaaldelijk verzekerd. Een kanon in het tuighuis te Danzig, dat tot dusver niemand behalve koning August de Sterke had kunnen oplichten, hief Favrat verscheidene malen met ongeloofelijk gemak op, hetgeen in de jaarboeken van het tuighuis staat opgeteekend. Een drieponder droeg hij op den schouder zooals een soldaat zijn geweer. Hoefijzers en geldstukken tusschen zijn vingers om te buigen was maar kinderspel voor hem. Even gemakkelijk droeg hij een volwassen man op iedere hand en schommelde twee of drie menschen op zijn kuit, terwijl hij het been ter hoogte van de knie oplichtte. Dikwijls rolde hij twee groote tinnen schotels in elkaar alsof het twee vellen papier waren geweest. Nog in 1796, toen hij al een zestiger was, gaf hij het volgende bewijs van zijn lichaamskracht.

Toen hij in Februari van Warschau naar Breslau reisde, moest hij op de Silezische grens een moerassig stuk grond passeeren, waar zijn groot Engelsch vier-persoons-rijtuig tot aan den dissel in het slijk bleef steken. Drie officieren en zijn secretaris stapten uit om het rijtuig uit den modder te trekken; maar noch zij, noch de bedienden, noch de paarden konden het van zijn plaats brengen. Toen beval Favrat de paarden klaar te houden om te trekken, zoodra men merkte dat het rijtuig in beweging kwam. Hij zette zich met den rug er tegen en lichtte het langzaam uit het moeras. Nog op zijn sterfbed moet de generaal een vriend, die hem bezocht, met stoel en al van den grond getild hebben en beklaagde zich ondertusschen nog over het afnemen zijner krachten.



illustratie
visscherij bij kunstlicht in florida.


Vuurtorens. -

Omstreeks 655 jaren voor Christus moet de Griek Leschos den eersten vuurtoren op het voorgebergte Signion gebouwd hebben. Later werden aan den Pyraeos, de haven van Athene en in de nabijheid van andere Grieksche havens dergelijke eenvoudige torens opgericht, waar elken avond houtblokken gebrand werden, die een groote vlam gaven. De beroemdste van alle latere vuurtorens was de Pharus, dien Sesostratos van Knidos omstreeks 300 jaren vóór Christus bij de haven van Alexandrië optrok.

Met zulke verkwistende pracht werd sedert geen gebouw met dergelijk doel meer gesticht. Volgens Strabo's beschrijving vormde de toren een soort piramide, van buiten geheel met wit marmer bekleed, en bestond uit vijf verdiepingen, elk van honderd voet hoog, door groote zuilen, alle uit één stuk gedragen. In het jaar 1300 werd hij door de Arabieren na de verovering van Egypte verwoest en had toen alzoo 1600 jaren gestaan. Zonder dat wandalisme zou dat allermerkwaardigste bouwwerk ons naar alle waarschijnlijkheid tot op den dag van heden bewaard zijn gebleven. Wat er thans nog van over is, zijn maar weinige puinen van den onderbouw.

Ook de vuurtoren ten tijde van Hendrik II door Louis de Foix op een rotseneiland in de Garonne gebouwd, werd nog door groote steenkolenvuren verlicht, die in vrij zwevende pannen brandden. Eerst bij het begin van onze eeuw werd tot dit doel de lamp van Argand aangewend.

Tegen bijensteek. -

Tabaksap moet een voortreffelijk middel tegen bijensteek zijn. Zelfs het bevochtigen met het natte einde eener brandende sigaar moet met het beste gevolg aangewend zijn. Ook het opleggen van vochtige aarde, versche schijfjes ui, ongebluschte kalk of vluchtige alkali wordt aanbevolen, evenzoo het bestrijken met olie en het opleggen van collodium. De hoofdzaak is het verwijderen van den angel.

Schilderijen achter glas. -

In de National Gallery, het groote museum van schilderijen te Londen, is men sinds lang tot de ontdekking gekomen, dat de oude kunstwerken veel te lijden hadden van de inwerking der lucht, die daar met roet en rook bezwangerd is. Om dat te verhelpen is men op het denkbeeld gekomen, al de schilderijen door glas tegen die verderfelijke invloeden te beschermen. Bij doeken van groote afmeting gaat dit met groote moeilijkheden gepaard, daar de ruit uit één stuk dient te zijn. Zoo was het bijna ondoenlijk een ruit te verkrijgen, groot genoeg om het groote tafereel van Paolo Veronese ‘De aanbidding der Wijzen,’ dat niet minder dan elf Engelsche voeten breed is bij een hoogte van tien Engelsche voeten, te bedekken. Ten slotte is echter zulk een ruit in Frankrijk gemaakt, en men gaat nu voort ook de andere schilderijen met glazen platen te bedekken.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken