Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 8 (1891-1892)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 8
Afbeelding van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 8Toon afbeelding van titelpagina van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 8

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (46.63 MB)

Scans (716.27 MB)

ebook (39.26 MB)

XML (2.82 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 8

(1891-1892)– [tijdschrift] Nieuwe Belgische Illustratie, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Wetenswaardig Allerlei.

Hooge leeftijd. -

‘Het leven des menschen is kort.’ Dit is een waarheid, die door den twintigjarige alleen als een manier van spreken beschouwd, door den dertigjarige niet tegengesproken, en eerst door den veertigjarige ten volle beaamd wordt. Van duizend menschen, die geboren worden, zijn met het veertigste jaar reeds veel meer dan de helft overleden, en van deze duizend bereikt niemand het negentigste levensjaar. Op grond van de statistische tabellen der levensverzekeringmaatschappijen kan de graad van waarschijnlijkheid berekend worden, die men op zekeren leeftijd heeft, nog een bepaald aantal jaren te leven. De waarschijnlijkheid, dat een veertigjarige nog twintig jaar zal leven, is omtrent 3/5, d. w.z. van elke vijf menschen, die nu veertig jaar oud zijn, zullen gemiddeld drie het tot zestig jaar brengen. Wil men verder weten, hoe groot de waarschijnlijkheid is, dat een aantal menschen, nadat zij zestig jaar zijn oud geworden, nog twintig jaar zullen leven, dan vindt men dat dit 1/6 is, is d.w.z. van de zes menschen van zestig jaar zal maar hoogstens één enkele het tot tachtig jaar brengen. Negentigjarigen en menschen van nog hoogeren leeftijd zijn overal een groote zeldzaamheid. Uit vroegeren tijd wordt echter van sommigen bericht, dat zij ver over de honderd jaar oud zijn geworden.

Zoo wordt verhaald, dat de Hongaar Peter Czartom 185 jaar oud werd en drie eeuwen gezien heeft, daar hij in 1539 geboren was en in 1724 stierf. Toen keizer Alexander I van Rusland zich eens in de Oostzee-provinciën ophield, stelde men hem een man voor, die met Gustaaf Adolf als stalknaap uit Zweden overgekomen was en bij gevolg een paar eeuwen oud moest zijn.

Deze leeftijd steunt echter te weinig op vaste gronden, om hem zoo maar klakkeloos aan te kunnen nemen. In den herfst van het jaar 1869 stierf te Luga in Rusland een koopman met name Abraham Petrow, 133 jaar oud, die bijna nooit ziek geweest was en zich tot aan zijn dood in een zeer goed gezicht en geheugen verheugd had. In hetzelfde jaar stierf in een dorp in Mexico zekere Maria Rubalcava in den nauwkeurig vastgestelden leeftijd van 125 jaar en 2 dagen, die tot nog kort voor haar overlijden in het huishouden bezig was. In het jaar 1867 stond zelfs een 115 jaar oude vrouw terecht voor het comitaatsgericht te Arad, van vergiftiging aangeklaagd, maar werd wegens gebrek aan bewijzen vrijgesproken. De in het jaar 1764 geboren graaf Waldeck bracht nog in 1867 een schilderij naar de Parijsche tentoonstelling, maar meende toch, dat hij nu langzamerhand oud begon te worden. ‘Ik ben’, zei hij toen, ‘mijn 104de jaar ingetreden, en op dien leeftijd blijft men graag thuis.’

Te Lundenburg, bij Brünn in Moravië, stierf in Mei 1878 zekere Jozef Harbal, in den leeftijd van 105 jaar, die tot zijn laatste dagen nog vrij stevig gebleven was. Hij had de slagen bij Ulm (1804) en Aspern (1809) en ook dien bij Leipzig (1813) meegemaakt. Omstreeks denzelfden tijd leefde in het invalidenhuis te Bromberg nog een soldaat uit het leger van Frederik den Groote, met name Stanislaus Baguimski. Hij had tot het eerste regiment artillerie te Berlijn behoord, en was in 1878 volle 117 jaar oud. Hoe lang hij nog geleefd heeft, is niet bekend. In Hongarije leefde tegen het einde van 1877 de Rumeensche boer Paskoe Kodo te Luka in het comitaat van Bifarn, toen in zijn 125ste levensjaar. Na zijn vijf-en-dertigste jaar was hij voor den arbeid ongeschikt en leefde van aalmoezen, een bewijs, dat ook de mensch bij het bedelen stokoud kan worden. Het gezicht, het gehoor en de voeten van den ouden man waren zwak geworden, zijn geheugen was vrij goed, zijn gestalte gekromd, gezicht en handen door diepe voren doorploegd. In Juli 1878 stierf te Kirchbracht bij Gelnhausen een boer, Florian Weismuth, die als soldaat onder hertog Ferdinand van Brunswijk diende, verscheidene veldslagen meemaakte en in den leeftijd van 148 jaren en een maand stierf.

Professor Buchner, een specialiteit op dit gebied, wijst er op, dat er in de overlijdensregisters van Engeland en Wales, uit het jaar 1876, 183 mannen en 409 vrouwen voorkomen, die 95 en meer jaren oud werden. Hieruit ziet men reeds, dat een veel grooter aantal vrouwen dan mannen een hoogen leeftijd bereikt hebben

[pagina 208]
[p. 208]

en dit wordt door andere opgaven uit Engeland bevestigd. Terwijl n.l. 14 mannen 100 jaar en meer oud werden, bereikten 33 vrouwen dezen leeftijd. In den leeftijd van 100 jaar stierven 4 mannen en 21 vrouwen, 101 jaar oud werden 2 mannen en 7 vrouwen, 102 jaar 5 mannen en 4 vrouwen, 103 jaar 2 mannen en 3 vrouwen, 104 jaar ten slotte 2 vrouwen. In den ouderdom van 105 jaren stierven 3 vrouwen en 1 man, ten slotte bereikten 2 vrouwen den leeftijd van 106 jaren en 1 vrouw dien van 108 jaar.

In het jaar 1867 stierven in Pruisen 71 mannen en 124 vrouwen, die tusschen 1760 en 1769 waren geboren, dus gemiddeld 100 jaar oud waren, buitendien nog 16 mannen en 5 vrouwen, die vóór l760 waren geboren en dientengevolge een ouderdom van meer dan 107 jaar bereikten. Een feit is het, dat de joden het in verhouding vaak tot honderd jaar brengen. De oorzaak daarvan moet liggen in het volkskarakter, in de rustelooze, maar volstrekt niet overdreven werkzaamheid, de matigheid en eenvoud, welke karaktertrekken der joden zijn. In het algemeen kan men wel beweren, dat het menschelijk lichaam zoo is ingericht, dat het honderd jaar kan duren; dat deze leeftijd echter zelden bereikt wordt, is niet hoofdzakelijk aan lichamelijken arbeid of onvoldoende voeding toe te schrijven (want arme menschen worden dikwijls zeer oud), maar veelmeer aan een ongebonden levenswijze, en vooral aan overmatig drinken, ‘Wie lang wil leven leve langzaam!’ Dit spreekwoord moet ieder voor oogen houd[en], die een hoogen en aangenamen leeftijd wil bereiken.



illustratie
koning alphons xiii van spanje.


Amerikaansche abonnementen. -

- Te Pittsburg in Pennsylvanië wordt een krant uitgegeven, die met haar lezers de langste abonnementen ter wereld sluit. Dit blad, Broadax geheeten, wordt door een neger van denzelfden naam in het licht gegeven en naar alle oorden der Unie verstuurd, mits de uitgever (en ter zelfder tijd redacteur, zetter, corrector, drukker, enz,) goed geluimd is en tijd voor de verzending vindt; anders komt ze doodeenvoudig niet uit. Een abonnement op de Broadax, die een politiek republikeinschgezind blad is, kost een dollar. Daar de zetter slechts over zeer primitief materiaal beschikt, ziet het blad er allervreemdst uit. Zoo begint de tekst met groote Latijnsche letters en worden deze zonder afwisseling zoo lang gebruikt als de voorraad strekt; hierop volgt een andere lettersoort, dan weer een andere, tot de krant op een door een letterfabriek uitgegeven proefblad gelijkt. Is de staatkundige horizon zeer helder en valt er weinig nieuws te berichten, dan doopt de redacteur zijn hand eenvoudig in den drukinkt, drukt ze op het papier - en het weeknummer is klaar. Het is gebeurd, dat maandenlang niets dan de afdruk van zijn hand in de krant te lezen was, zonder dat een der abonné's zich daarover beklaagde, Dit teeken van leven van den kant der redactie is hun voldoende.

Het merkwaardigste van de heele zaak is echter, dat het blad aan de abonné's, die betalen, nooit gestuurd wordt, maar alleen gratis verspreid in bepaalde streken, die overwegend door kleurlingen worden bewoond. Zooals wij reeds zeiden, is de Broadax een politiek blad, en bezit grooten invloed op de zwarten. Dat weten de heeren te Washington zeer goed, waarom zij den redacteur ondersteunen (ten einde van hem ondersteund te worden). Hij neemt daar echter geen geld voor aan, maar stelt daarentegen den senatoren, congresleden en politieke candidaten, die door hem wenschen aanbevolen te worden, in de gelegenheid, zich voor een groot aantal jaren in eens te abonneeren, en (natuurlijk!) vooruit te betalen. Op deze wijze zijn abonnementen van 100, 200, 300, 400, en 500 jaar tot stand gekomen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken