Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 8 (1891-1892)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 8
Afbeelding van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 8Toon afbeelding van titelpagina van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 8

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (46.63 MB)

Scans (716.27 MB)

ebook (39.26 MB)

XML (2.82 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 8

(1891-1892)– [tijdschrift] Nieuwe Belgische Illustratie, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Bij de Platen.

Bismarck in ruste. -

Als ooit het vergankelijke der aardsche grootheid op treffende wijze gebleken is, dan is dit zeker in den val van den grooten rijkskanselier, voor weinige jaren nog de eerste man in Europa en thans niets meer dan een vergeten landedelman, die op een afgelegen buitengoed tusschen de paarden, honden en kippen rustig zijn eindje haalt. Rustig is daarbij hier niet eens het woord, en dat maakt het geval nog treuriger. Als een staatsman, die zijn heele leven in dienst van zijn land heeft doorgebracht, zich op zijn ouden dag uit de beslommeringen van zijn ambt terugtrekt, om op zijn welverdiende lauweren te gaan rusten, geniet hij in den vollen zin het otium cum dignitate: rust met behoud der waardigheid. Maar de oude Bismarck heeft noch rust noch waardigheid.

De wrok, die zijn hart verteert, belet hem van de landelijke rust te genieten. Uit zijn ouden politieken werkkring gebannen, poogt hij nog achteraf invloed te oefenen en ontziet zich niet, uit kleingeestige wraakneming, den loop der staatsmachine, nu hij ze zelf niet meer besturen mag, te bemoeilijken. Zelfs heeft de voormalige rijkskanselier het niet beneden zich geacht, nog een mandaat voor den Rijksdag aan te nemen, terwijl hij niet eens in staat is, het te vervullen.

In die omstandigheden is het moeilijk aan te nemen, dat de oude afgedankte staatsman op Friedrichsruhe aangename dagen slijt. Wanneer we den ouden heer op onze gravure, als een eenvoudig heereboer te paard zien zitten, meenen we een ontevreden trek op zijn gezicht waar te nemen, en het is of het schrandere rijdier besef heeft van de gevallen grootheid zijns meesters.

Tegenover zijn bezoekers schijnt de voormalige rijkskanselier anders het oude aanzien tamelijk wel op te houden.

Een Engelschman, die hem in het najaar van het vorig jaar bezocht, verklaart dat zijn gestalte nog even recht en statig was als die der ontzagwekkende pijnboomen, welke Friedrichsruhe overschaduwen. Zijn haar is wit geworden, maar zijn kleur is nog even blozend en frisch als vroeger, De verkiezing van Geestemunde had toen juist plaats gehad en de Europeesche pers beklaagde den teleurgestelden staatsman, maar op zijn bezoeker maakte hij volstrekt niet den indruk van beklagenswaardigheid. In gezelschap van zijn zoon leidde hij dezen op zijn buitengoed rond, blijkbaar begeerig hem zijn landelijke liefhebberijen te toon en.

Toen hij met den bezoeker in den omtrek uitreed, kon deze opmerken hoe de oude heer ook altijd nog de achting geniet zijner landelijke buren, terwijl er geen trein aan het station stopt, zonder dat aller hoofden uit het portier gestoken, en zoodra de oude heer zich vertoont, alle hoeden afgenomen worden. Ook ontvangt Bismarck van zijn oude getrouwen nog menig bewijs van vereering, dat in staat zou zijn hem in zijn ongenade te troosten, als hij zich die maar getroosten wilde. Zelden gaat er een dag voorbij, dat er geen brieven of telegrammen komen met gelukwenschen of huldebetuigingen.

Het inwendige van het kasteel zelf levert het tastbaarste bewijs van de groote plaats, die Bismarck jaren lang in het hart zijner landslieden heeft ingenomen. Elke kamer is vol geschenken en te Varzin en Schönhauzen moet het eveneens zijn. Ongerekend de portretten, marmeren borstbeelden en versierde hulde-adressen, bestaat het huisraad hoofdzakelijk uit geschenken van vereenigingen of gilden. Zoo is er een groote eiken kast vol schrijfgereedschap, voldoende voor heele geslachten, alsmede een groote gebeeldhouwde schoorsteenklok, die nog menig jaar de blijde en droeve uren der familie kan aankondigen.

Twee ontzaglijke ijzeren kisten bevatten het laatste geschenk der Duitsche fabrikanten, een zilveren eetservies, en terwijl wij dit bezichtigen, zegt de bezoeker, komt een bediende ons twee stel gouden drinkbekers toonen, geschonken door de Duitschers van Moskou en Odessa. Het bestaan dier kostkaarheden scheen zelfs aan sommige leden van het gezin onbekend te zijn: zoo menigvuldig zijn die bewijzen van vereering, dat zij onder den grooten hoop verloren raken.

Tegen etenstijd verzamelt zich het gezin met den altijd talrijken kring van gasten in de eetzaal, en dit is het genoeglijkste uur van den dag op Friedrichsruhe. Graaf Herbert en de gravin Rantzau (de echtgenoote van den Duitschen gezant te 's-Gravenhage) de gehuwde dochter van prins Bismarck, deelen de genoegens van het maal. Van de keuken wordt bijzonder veel werk gemaakt, en elke nieuwe vondst van den chef de cuisine vindt algemeene waardeering. De Bismarcken zijn ook groote kenners van wijn, ofschoon sinds dr. Schweninger den ouden heer wat beperking op dit punt heeft aanbevolen, de keuze der merken aan graaf Herbert schijnt overgelaten.

Prins Bismarck's conversatie, hetzij aan tafel. hetzij op de wandeling, is altijd opgewekt en geestig. De minste kleinigheid geeft hem aanleiding tot die gevleugelde woorden, waarvan er vele historisch geworden zijn. Bijzonder sterk is hij in aanhalingen uit Shakespeare.

Na tafel begeeft men zich naar de zaal, waarbij de laatste gast, zonder onderscheid van rang, prinses Bismarck den arm biedt. De nieuwsbladen worden binnengebracht, een eindelooze hoop; zij worden den ex-kanselier van alle zijden toegezonden. In zijn gemakkelijken stoel gezeten, steekt hij zijn pijp op, terwijl de huisgenooten en gasten zich in het rond plaatsen. Een gedeelte van den avond wordt met muziek zoek gemaakt, waarvan prinses Bismarck een hartstochtelijke beoefenaarster is.

Bismarck zelf houdt het meest van Beethoven en verder van karakteristieke volksliederen, en ofschoon hij geen liefhebber is van concerten, is de muziek aan den huiselijken haard een van zijn liefste verpoozingen. Tegen halfelf staat Bismarck op om zich na een vriendelijk ‘goeden nacht’ ter ruste te begeven. Dat is volstrekt voor de overigen geen wenk om heen te gaan, en ofschoon ook de dames zich zachtjes aan terug trekken, blijven de gasten nog plakken.

Kortom, volgens den Engelschen bezoeker, aan wien wij deze bijzonderheden ontleenen, en die geweldig met d[e]n ouden Bismarck dweept, is zijn omgeving te Friedrichsruh de gezelligste, die men zich denken kan, en toont de oude heer zich gemoedelijk, hartelijk en vergenoegd als een patriarch te midden zijner telgen.

Intusschen komt ons het tafereel wel een weinig idyllisch voor: het nijdige stoken en woelen van den afgedankten staatsman toch, waarvan wij nog herhaaldelijk de bewijzen vernemen, is slecht te rijmen met die ‘Olympische kalmte,’ waarvan de bezoeker spreekt, en die ook moeilijk het deel kan zijn van een man, die een leven als dat van Bismarck achter den rug heeft.

Johannes Janssen. -

Een niet minder werkzaam leven dan Bismarck heeft de groote geschiedschrijver achter den rug, die in de laatste dagen van het afgeloopen jaar op 62-jarigen leeftijd aan de wetenschap en zijn onschatbaren arbeid ontvallen is. Mag omtrent Bismarck's werk betwijfeld worden of het wel duurzaam stand zal houden - (de ‘nieuwe koers’, door den keizer ingeslagen, toont duidelijk dat met de oude Bismarckiaansche politiek voorgoed gebroken is), - de arbeid van Janssen daarentegen zal gewaardeerd worden door het verste nageslacht.

In een uitvoerig opstel in den 19en Jaargang (blz. 236), waaraan tevens een fraai portret van den grooten geschiedvorscher was toegevoegd, is die ontzaglijke arbeid in groote trekken geschetst. Zijn Geschichte des Deutschen Volkes beim Ausgang des Mittelalters is een reuzenwerk, ten koste van een heel menschenleven van ijverige bronnenstudie en nauwkeurige nasporingen tot stand gebracht. Dat werk, hetwelk geroepen is op den langen duur een volslagen omwenteling teweeg te brengen in de tot dusver gangbare opvatting van de christelijke middeleeuwen en de hervorming, heeft hij nagenoeg voltooid mogen zien.

Wel was het achtste en laatste deel nog niet verschenen, toen de dood den immer werkzamen man verraste, maar het was toch in handschrift zoover gereed, dat het gemakkelijk ter perse gelegd kon worden. En dat werk zal, om de degelijke grondslagen waarop het rust, om de kracht der bewijsvoering en de helderheid der voorstelling een vraagbaak blijven voor alle ernstige beoefenaars der geschiedenis, wien het om de grondige kennis der feiten te doen is. De uiteenzetttng der zoo lang miskende waarheid, dat de middeleeuwen de bloeitijd der christelijke beschaving waren en de Her-

[pagina 240]
[p. 240]

vorming daarin een gewelddadige storing bracht, die nog tot op den huidigen dag voortduurt, is tevens een schitterend pleidooi voor de zegenrijke werkzaamheid der katholieke Kerk, die in Johannes Janssen een barer krachtigste verdedigers en geleerdste apologisten verloor.

Nieuwe wijze van zelfverdediging. -

Misschien herinneren onze lezers zich uit de nieuwsbladen nog het gevalletje, dat door de aardige teekening van Frank Feller in dit nummer vereeuwigd is. Een rondreizende muzikant, die verleden winter door het oostelijk deel van Hongarije zwierf, werd op een zijner tochten plotseling vrij onaangenaam verrast door de verschijning van een grooten wolf, wiens dreigende houding allesbehalve voor vriendschappelijke bedoelingen getuigde.

Ofschoon half dood van schrik, had onze muzikant toch de tegenwoordigheid van geest zijn trompet te grijpen, en blies daarop den wolf het fortissimo uit de Hongaarsche galop van Lisst in het gezicht. Verbijsterd en versuft krabbelde het arme dier huilend achteruit, en de muzikant maakte dat hij weg kwam. Daarmee was hij echter niet van de ontmoeting af, want nauwelijks had hij een eindje geloopen, of weer stond de wolf voor hem. Opnieuw greep de muzikant naar zijn trompet ter zelfverdediging, en hij was verplicht die uitvoering den ganschen dag bij tusschenpoozen te herhalen, tot hij eindelijk veilig en wel zijn bestemming bereikt had.

Verdiept in de politiek!

- De politiek weet wat Menigeen zou er eten en drinken om laten staan, en de gevallen zijn niet zeldzaam dat politieke tinnegieters hun eigen zaken in het riet laten loopen uit pure belangstelling in de ‘algemeene zaak.’

Al is het niet in die ernstige mate, toch wordt het heerschap op onze gravure leelijk gedupeerd door de politiek of liever door zijn hond, die slim genoeg is om van zijns meesters politieken hartstocht partij te trekken. Terwijl deze zijn hart ophaalt aan het jongste verkiezingsnieuws, hapt Caro met een leuk gezicht het lekkere brokje van de vork, die al opgeheven was om het hapje naar zijns meesters mond te voeren.

Gelegenheid maakt den dief.

- Een dergelijk tooneeltje, ofschoon met andere personages vertoont ons de Duitsche genreschilder Emil Weiss. Ook hier is de politiek de hoofdschuldige. Zij heeft den kastelein zoodanig onder haar betooverenden invloed gekregen, dat hij over de krant in slaap is gevallen. Van die gelegenheid maakt de kleine kleuter, die zich daarin een veelbelovend kasteleinszoontje toont, heel handig gebruik om een flinken teug te nemen uit vaders bierglas.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken