Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 9 (1892-1893)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 9
Afbeelding van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 9Toon afbeelding van titelpagina van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 9

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (49.12 MB)

Scans (797.61 MB)

ebook (41.52 MB)

XML (2.94 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 9

(1892-1893)– [tijdschrift] Nieuwe Belgische Illustratie, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Bij de Platen.

Een brief aan Hannes. -

Hannes is haar broer, moet ge weten, haar eenige en liefste broer, die een paar maanden geleden voor zijn nummer is moeten opkomen en bij het zooveelste regiment ingedeeld, nu te Amsterdam in garnizoen ligt. Het was een heele consternatie in het anders zoo rustige boerenhuishouden, toen de jongen, die vaders rechterhand was in de boerderij, in het drukst van den tijd in eens uit zijn werk werd gerukt. Maar het hielp weinig of vader al foeterde, moeder zuchtte en klaagde en onze Annemie heete tranen schreide bij het afscheid. Hannes moest soldaat worden, daar hielp geen lieve moederen aan, en de jongen zelf zette zich kranig over de noodzakelijkheid heen. Hij zou er zich wel doorslaan, zei hij, als moeder zich in haar angst bezorgd maakte over de ruwheid en de gevaren van het kazerneleven, en aan zijn zusje beloofde hij dikwijls te schrijven. Dan bleef hij toch in den geest met allen vereenigd, al was hij niet meer van den morgen tot den avond in hun midden. En het soldatenleven viel hem nogal mee; zijn brieven luidden altijd heel opgewekt en vroolijk en dat maakte dat men zich thuis allengs de scheiding begon te getroosten, in het vooruitzicht dat de jongen toch na een jaartje, wie weet hoe flink volgroeid en gevormd, terug zou komen. Klagen deed hij niet in zijn brieven, maar wel zinspeelde hij nogal eens op zijn schrale soldij, waar hij maar met moeite mee kon rondkomen. Daarom had vader al eens een postwisseltje gestuurd, maar druk deed hij daar toch niet aan, vooreerst omdat het niet lijden kon en van den anderen kant omdat hij meende dat de jongen dan maar wat zuiniger moest wezen: hij had toch in de kazerne den kost voor het eten en ruim zakgeld kwam voor zulke snuiters niet te pas.

Onze Annemie dacht daar echter zoo streng niet over; zij gunde haar broer graag van tijd tot tijd een hartsterking en als zij in stilte een paar gulden had weten bijeen te sparen, dan zorgde zij voor een postbewijsje. Het was wel ééns zoo prettig, een brief te verzenden als zij er zoo'n gestempeld papiertje kon instoppen; maar dan moest ze dat doen, dat vader en moeder het niet merkten; en vandaar dat ze zoo schuw van haar weggemoffeld papier opkijkt, nu wij haar bespieden en zij verraad meent te hooren.

Uit den Poolschen opstand in 1861. -

Dat zijn andere krijgers dan onze brave recruten, die woeste kozakken op hun hollende paarden als duivels door de straten rennend. Maar we zijn hier ook in een ander land en in een anderen tijd. De levendig bewogen schilderij van den Poolschen schilder Kossak verplaatst ons namelijk in de dagen van 1861, toen zijn ongelukkig vaderland een laatste poging waagde om zich aan het ijzeren juk der Russische dwingelandij te ontwringen. Helaas, wat baten vrijheidsliefde en heldenmoed, wanneer de verpletterende overmacht elke uiting van onafhankelijkheidszin met geweld onderdrukt! Wat baatte het de Polen of zij de hoofden al bijeen staken en zich tot verzet aangordden, wanneer daar heele bende van halfwilde kozakken op hen werden afgezonden? Onze gravure kan eenigermate een denkbeeld geven van de gruwzame woestheid, waarmee zij in de hoofdstad Warschau huishielden.

In volle vaart rennen zij door de straten en wee dengene, die zich buiten zijn huis vertoond. Hij wordt zonder genade met de geweldige rijzweep neergeslagen, als bij geen sabelhouw of kogel krijgt. Ieder maakt zich dan ook in radeloozen angst uit de voeten en ziet niet achter zich om zijn hoed te grij en, die in de verwarring is afgewaaid, of de portefeuille, die van onder den arm is uitgegleden. De jonge vrouw op den voorgrond, die blijkbaar naar de markt geweest is om inkoopen te doen, laat haar korf met groenten en ander proviand in den steek, zoodat de eieren over de straatsteenen rollen.

Vrij wat erger is er het kleine meisje aan toe, dat het ongeluk heeft gehad, voor de pooten der woest aanrennende paarden te struikelen en reddeloos vertrapt zal worden, als het den heer, die met levensgevaar komt toegeschoten om haar te redden, niet gelukt het arme kind nog bijtijds aan het gevaar te onttrekken.

Verlaten. -

In dergelijke tijden van onlusten en bloedvergieten, van gruwelen en jammeren komen het veelvuldigst van die gevallen voor, als de kunstenaar ons op het aandoenlijk tooneel onzer laatste bladzijde schildert ‘Verlaten’ heet zijn schilderij en in dat woord is eene heele geschiedenis van leed en tranen samengeperst. Heeft het meisje, dat hier aan den voet van het kruis een toevlucht komt zoeken, een teergeliefden vader, broeder of verloofde te beweenen, haar door den oorlog of bloedige binnenlandsche beroering ontrukt? Of heeft zij haar verlatenheid aan nog wreeder oorzaak te wijten, de trouweloosheid van hem, op wien zij voor altijd veilig meende te kunnen vertrouwen? Wij weten het niet; maar zeker heeft de schilder ons in deze arme verlatene, die geen anderen aardschen troost meer heeft dan de liefkoozingen van haar trouwen hond, een beeld van radelooze smart geschilderd, dat ons diep in de ziel grijpt.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken