Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 9 (1892-1893)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 9
Afbeelding van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 9Toon afbeelding van titelpagina van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 9

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (49.12 MB)

Scans (797.61 MB)

ebook (41.52 MB)

XML (2.94 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 9

(1892-1893)– [tijdschrift] Nieuwe Belgische Illustratie, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Wetenswaardig Allerlei.

Paarden in de oudheid. -

Nog in den tijd van Livius (17 j.n. Chr.) hield men het voor ongehoord, dat Cato de oudere in vijf dagen den weg van Hydrunta naar Rome aflegde, welke afstand ongeveer 600 kilometer groot was. Julius Cesar, een voorbeeld van voortvarendheid en een ruiter van den eersten rang, kon het niet verder brengen dan tot 150 kilometer per dag, welken afstand hij aflegde op zijn beroemden tocht naar de Rhône, waarbij de grootste haast dringend gevorderd werd.

Mithridates, koning van Pontus (gestorven 63 na Chr.) overtrof hem. Appianus verhaalt, dat hij bij gewichtige gelegenheden dagelijks 165 kilometer aflegde.

Dezelfde deelt ook mee, dat Hannibal in tien dagen en tien nachten niet minder dan 360 kilometer reed. Later echter, in den tijd van het keizerrijk, toen de stations regelmatiger en vollediger waren, hield dit op, buitengewoon zijn. De tijding van Nero's dood kwam in zeven dagen van Rome naar het midden van Spanje, door een vrijgelatene van Galba, en toen Drusus in Germanië ziek werd, legde Tiberius 300 kilometer op een dag af, om hem te bezoeken.

Het is nog merkwaardiger, dat bij de nederlaag van Maximinianus de bode, die de tijding van Aquilea overbracht, den vierden dag te Rome aankwam, na een reis van 1125 kilometer. In den tijd van Theodosius den Groote (379 tot 395 n. Chr.) reed Palladius van Constantinopel naar de grenzen van Perzië in drie dagen en legde 1050 kilometer af, waarna hij in even korten tijd de terugreis volbracht. Er zal wel niet bij gezegd behoeven te worden, dat op al deze reizen pleisterplaatsen werden aangelegd.

Over de volharding van sommige paarden in de oudheid worden anekdoten verhaald, die ons haast ongelooflijk toeschijnen. Zoo bijv. van het paard van keizer Probus, dat van Scythisch ras was. Bopiscus zegt in zijn levensbeschrijving van keizer Probus, dat dit paard acht tot tien dagen lang dagelijks 150 kilometer kon afleggen. Hetzelfde verhaalt Plinius van de Sarmatische paarden. Deze paarden werden een dag te voren zonder voeder of water gelaten, en toch liepen zij daarna in één rit, zonder dat de ruiters afstegen, 225 kilometer.

Witte mieren. -

De natuurvorscher Linnaeus wees reeds deze witte mieren (termieten) als de grootste plaag der beide Indiën aan. Alexander von Humboldt deelde mee, dat in Zuid-Amerika maar zelden papier van eenigen ouderdom wordt aangetroffen, daar de termieten al het papier, dat onder haar bereik komt, opvreten. Dikwijls verdwijnen in één nacht alle niet buitengewoon goed bewaarde en vernielbare voorwerpen der reizigers, zelfs schoenen en laarzen. Schepen werden door de mieren dikwijls zoodanig weggevreten, dat zij niet meer zeewaardig waren. Het Engelsche oorlogschip Albion moest, toen het met veel moeite uit de tropen was teruggekeerd, onttakeld worden, daar al het houtwerk door de mieren was weggevreten. Met voorliefde vallen zij op hout aan en alleen teakhout en ijzer-

[pagina 280]
[p. 280]

hout weerstaan hun scherpe tanden. Zij vreten kanalen naar alle richtingen door de dikke stammen en laten alleen de bast ongeschonden, waarbij zij de gaten met leem dichtstoppen, om haar werk van vernieling niet te laten zien.

Eens waren in de haven van La Rochelle witte mieren door een schip aangevoerd, en zij vermenigvuldigden zich zoo sterk, dat zij aan het houtwerk van een groot aantal huizen de grootste verwoestingen aanrichtten en verscheidene in alle wijken der stad voor den grond gehaald of met ijzeren stutbalken moesten geschoord worden.



illustratie
een bezoek aan de catacomben, naar de schilderij van hector leroux.


Mahoniehout. -

Het mahoniehout werd door Europeanen voor de eerste maal in het jaar 1585 verwerkt, toen Walter Raleigh op Trinidad zijn schip daarmee liet kalfateren. Eerst in 1724 werd het in Engeland bekend.

Een groot aantal planken van dat hout kwamen namelijk als ballast mee, en daar het den timmerlieden wegens zijn hardheid goed beviel, liet zekere dokter Gibbons daaruit een kast en daarna een tafel vervaardigen. Deze meubelstukken verwierven den bijval der hertogin van Buckingham, die nu eveneens meubelen van mahoniehout wilde hebben en den smaak daarvoor voortplantte. Nog tegen het einde der vorige eeuw behoorden meubelen van mahoniehout tot de kostbaarste weelde-artikelen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken