Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 10 (1893-1894)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 10
Afbeelding van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 10Toon afbeelding van titelpagina van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 10

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (47.07 MB)

Scans (770.13 MB)

ebook (40.56 MB)

XML (2.82 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 10

(1893-1894)– [tijdschrift] Nieuwe Belgische Illustratie, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Wetenswaardig Allerlei.

Zindelijkheid en gezondheid. -

De kunst van ziekten te genezen is zeer moeilijk en in vele gevallen onmogelijk. Gemakkelijk daarentegen is het, ziekten te voorkomen - vooropgesteld, dat de middelen daartoe tijdig en doelmatig worden aangewend.

Onder deze middelen bekleedt de zindelijkheid een eerste plaats: zindelijkheid op straat, in de woningen en aan ons eigen lichaam. Men zou haast zeggen, dat het niet noodig is daarover verder uit te weiden, daar het al duidelijk genoeg is; maar de praktijk beantwoordt zoo weinig aan de theorie en de microscopische wetenschap geeft iederen dag nieuwe bewijzen er van, hoe ons leven dikwijls afhangt van kleinigheden, die wij slechts door nauwlettende zindelijkheid kunnen bestrijden.

[pagina 376]
[p. 376]

Reeds het stof der steden, dat wij moeten inademen, bevat een menigte schadelijke bestanddeelen; nog meer het stof in onze woningen, dat zich bij helder weer in den vorm van zoogenaamde zonnestofjes laat waarnemen. Tegen dit ongemak is bijna niets te doen, vooral niet wanneer de kamers met allerlei voorwerpen worden opgevuld, waar het stof in kan kruipen. Het stof-afnemen jaagt het de kamer in, maar verdrijft het niet. Worden de kamers, zooals veel gebruikelijk is, daarenboven duister gemaakt met donkere tapijten, behangsels en donkere gordijnen, dan heeft men alles gedaan om ze zoo ongezond mogelijk te maken. Want het licht, vooral het zonlicht is de grootste vijand der onreinheid en doodt het zekerst de gevaarlijke ziektekiemen. Hieruit ziet men vanzelf hoe ongezond het is, te wonen in enge straten of kelderwoningen met opeengedrongen bevolking. De longtering, waaraan, volgens prof. Büchner een vijfde van het menschdom bezwijkt, wordt volgens denzelfde meestal veroorzaakt door het inademen van schadelijke stoffen.

Niet minder dan de lucht wordt het water verontreinigd. Slecht water kan de gevaarlijkste ziekten doen ontstaan; men denke slechts aan de cholera te Hamburg, veroorzaakt door het Elbe-water. Gebrek aan water is even nadeelig, daar dit element de voornaamste rol speelt in den reinigingsdienst.

't Is een feit van beteekenis, dat in steden, waar voor goed water gezorgd wordt, waar een uitgebreid stelsel van rioleering bestaat en de straten goed worden gereinigd, de gezondheidstoestand aanhoudend verbetert. In Berlijn is van 1876-1885 het sterftecijfer gedaald van 29 tot 24 inwoners op de duizend. In Londen sterven er tegenwoordig jaarlijks 18 menschen tegen 42 ten tijde van koningin Elisabeth, zoodat laatstgenoemde stad, niettegenstaande haar groote bevolking, een der gezondste steden is. Maar al die maatregelen helpen weinig als men zelf niet zindelijk is.

't Is vreemd, dat onze eeuw, die de middeleeuwen en de oudheid zoover vóor is, op dit punt achteruit is gegaan. Men denke slechts aan de groote badinrichtingen van Nero. Diocletianus e.a. en vergelijke daarmede de inrichtingen van onzen tijd. Ten tijde van keizer Constantius waren er te Rome alleen 856 volksbaden en 15 thermen (warme baden), meestal van zeer grooten omvang. - Ook de Germanen maakten, volgens Tacitus, veel gebruik van baden; zij hadden niet de gemakkelijke inrichtingen der Romeinen maar benuttigden hunne beken en rivieren.

Over het nut van baden tot reiniging der huid behoeft niets meer te worden gezegd is van alle zijden wordt er tegenwoordig op aangedrongen. En zeer logisch is de vraag van pastoor Kneipp van Wörishofen, waarom men, als men 's zomers zijn gelaat en handen verfrischt, diezelfde weldaad niet aan zijn geheel lichaam zou bewijzen.



illustratie
het nieuwe universiteitsgebouw te utrecht.


Op het punt van zindelijkheid is nog van zeer veel gewicht het verzorgen van den mond, waardoor zoovele schadelijke bestanddeelen der lucht worden binnengevoerd. De microscoop heeft niet minder dan 22 verschillende organismen in de mondholte ontdekt, waarvan sommige vergiftig zijn, daar, zooals bekend is, bij beetwonden het speeksel van een gezonden mensch somtijds doodelijk werkt. Die giftigheid is vooral te vreezen als holle of zieke tanden resten van spijzen en mondsappen in zich opnemen die daar tot bederf overgaan. Het eenig middel hiertegen is het dikwijls en zorgvuldig spoelen van den mond. Ook voor hem, die gezonde tanden heeft, blijft deze regel gelden: vooral na het eten moet men den mond spoelen, daar de resten van spijzen in den mond dikwijls tandziekten veroorzaken.

Om het opnemen van schadelijke stoffen in de mondholte zooveel mogelijk te beletten, is er geen beter middel dan adem te halen door den neus, daar deze door zijn slijmhuid er op is ingericht de schadelijke stoffen tegen te honden; vandaar het Engelsche spreekwoord: mondje dicht en ge redt uw leven.

De ziekten zijn een der grootste plagen der menschheid; maar als de mensch van den eenen kant reden heeft tot klagen, moet hij van den anderen kant zichzelf dikwijls beschuldigen, dat hij niet het noodige heeft gedaan om zich voor ziekte te vrijwaren. Vandaar zegt de Fransche geleerde Flourens - hoewel niet zonder overdrijving -: ‘de mensch sterft niet, hij vermoordt zich.’ Ondanks het vele, dat reeds gedaan is om de openbare gezondheid te bevorderen, blijft er nog veel te doen over. Als de menschen eenmaal overtuigd zijn, dat het beter en gemakkelijker is, ziekten te voorkomen dan te genezen, en die waarheid in toepassing brengen, dan eerst zullen de genomen maatregelen een gunstig resultaat opleveren.

Reclames in de lucht. -

In Amerika is in den laatsten tijd een nieuw reclame-middel in werking getreden - iets heel bijzonders. Het bestaat daarin, dat men de advertentie, waarop men de aandacht van het publiek wil vestigen, plaatst in een wolk, zwarte letters op witten grond. Men gebruikt daartoe een zeer sterke booglamp, voorzien van een reflector, die de stralen evenwijdig terugkaatst. Verschillende toestellen zorgen, dat de advertentie de drijvende wolk volgt. 't Is maar jammer dat dit systeem alleen kan werken bij betrokken lucht; ook voor de kosten schrikt menigeen terug. Maar voor de sluwe Amerikanen is de tijd misschien niet ver meer, dat zij voor het plaatsen van advertenties de wolken des hemels verhuren, even goed als nu de blinde muren en schuttingen.

Hoeveel paardekracht bezit een walvisch? -

Deze vraag is door eenige Schotsche wiskunstenaars beantwoord. Aan de westkust van Schotland was voor eenige weken een walvisch gestrand, en een interessante berekening gaf als uitkomst, dat de kracht van 145 paarden noodig zou zijn, om den kolossus met een snelheid van 20 kilometer per uur door het water te stuwen. Daar nu een walvisch inderdaad zoo vlug zwemt, moet hij dus minstens over zooveel kracht kunnen beschikken.

Achttienhonderd voet spanning. -

Onlangs is het koene voorstel gedaan, bij Cincinnati over de Ohio een brug te slaan met een spanning van 1800 voet of bijna 550 meter. De ingenieur, in wiens brein dit cyclopenplan opkwam, is Ferris, de vervaardiger van het Ferris Wheel, de reuzen-luchtcarrousel op de wereldkennis te Chicago, waarvan wij indertijd een afbeelding hebben gegeven. Door deze spanwijdte zou zelfs die van de Forth-brug in Schotland in de schaduw gesteld worden.

Drie en dertig ministeries in 23 jaren. -

Sedert de vestiging der republiek, op den 4en September 1870, heeft Frankrijk niet minder dan 33 ministeries gehad, van welke sommige maar ettelijke weken, andere maar eenige maanden op de been konden blijven. Eén enkel ministerie slechts - het tweede van Jules Ferry - bracht het tot volle twee jaar. Onder het presidentschap van Grévy waren er in 9 jaar tijds 12 ministeries, van welke maar één iets meer dan een jaar aan het bewind bleef.

Carnot heeft ook al een achttal ministeries versleten; het laatste is overleden in den aanvalligen leeftijd van 7 maanden.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken