Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 10 (1893-1894)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 10
Afbeelding van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 10Toon afbeelding van titelpagina van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 10

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (47.07 MB)

Scans (770.13 MB)

ebook (40.56 MB)

XML (2.82 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 10

(1893-1894)– [tijdschrift] Nieuwe Belgische Illustratie, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Bij de Platen.

De rookende krijgsman. -

Ziedaar weer een der kranigste tafereeltjes uit de oude Hollandsche school. Frans van Mieris de Oude, die het penseelde, behoort tot haar bloeitijdperk, toen zij op meesters als Frans Hals, Rembrandt, Adriaan van Ostade en Jacob Ruysdael mocht bogen.

Hij werd den 16en April 1635 te Leiden geboren en verwierf zich al spoedig een grooten naam als genre- en portretschilder, dank aan zijn schitterende heerschappij over de kleur, zijn fijne teekening en nauwkeurige behandeling van de stoffen in de kleeding en drapeering. Juist die laatste eigenschap blinkt ook op de schilderij, waarvan wij in dit nummer een reproductie geven, onmiskenbaar uit.

De schilderij berust op het oogenblik met een groot aantal werken van denzelfden meester in de kunstverzameling van Dresden. Frans van Mieris de Oude, die den 12en Maart 1681 stierf, was de stamvader van een heele kunstenaarsfamilie: twee zoons, Jan en Willem, en een kleinzoon, Frans van Mieris, de Jonge bijgenaamd, onderscheidden zich allemaal als schilder ofschoon zij het niet tot de hoogte brachten van hun vader en grootvader.

Weeskinderen. -

Een werkelijk aandoenlijk tafereel, dat ons in al zijn soberheid een treurige geschiedenis vertelt. Die twee meisjes, welke wij hier aan een eenzaam buitenhuis zien aankloppen, zijn weezen, arme zwervelingen, die geen anderen steun op de wereld hebben dan de gunst van goede menschen. Waarschijnlijk zijn het de kinderen van een armen muzikant, die hun tot eenige erfenis niets heeft kunnen nalaten dan een oude harp en zijn oudste dochter een weinig talent om die te bespelen. Met dat snel moet zij voor zich en haar kleiner zusje het brood verdienen. Terwijl zij aan het half ontstemde instrument een zoo opwekkend mogelijke, maar toch altijd weemoedig klinkende melodie ontlokt, gaat de kleine met haar bakje rond om de centen in te zamelen, waarmee medelijdende hoorders het spel beloonen.

Zoo gaat het dag aan dag, langs de wegen, in de stille dorpen en aan de eenzame, afgelegen hoeven; want in de drukke steden waagt het weerlooze, schuchtere paar zich niet. Die omzwervingen met het groote instrument, dat op den duur al zwaarder wordt, zijn vaak afmattend en de belangstelling van het publiek dikwijls weinig bemoedigend. Geen wonder dat de jonge harpspeelster soms half uitgeput bij den weg neerzinkt, gelijk de schilder haar heeft voorgesteld op ons tafereel, waar de afgevallen herfstbladeren en het bouwvallige buitenhuis den indruk van treurige verlatenheid nog verhoogen.

Dat lust ik niet. -

't Is vandaag geen kostje naar zijn mondje, dat den kleinen deugniet wordt opgeschept, en hij verkiest er dan ook geen mond aan te zetten, hoe moeder hem ook moge aansporen, het maar eens te proeven, als wanneer zij meent dat het hem best bevallen zal. Verontwaardigd over haar aandrang, zwaait hij den lepel en zet een keel op van geweld om zijn protest kracht bij te zetten.

Op het laatst zal hij echter wel eieren voor zijn geld dienen te kiezen, als moeder ten minste maar niet zoo onverstandig is, hem zijn zin te geven en hem wat anders voor te zetten. 't Is goed dat kinderen van jongsaf leeren eten wat de kok schaft, dat komt op lateren leeftijd uitstekend te pas; want ook in de wereld wordt ons niet gevraagd wat wij het liefste lusten, maar hebben wij menigmaal eenvoudig te slikken wat ons wordt voortgezet.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken