Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 14 (1897)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 14
Afbeelding van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 14Toon afbeelding van titelpagina van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 14

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (37.26 MB)

Scans (753.35 MB)

ebook (30.61 MB)

XML (3.00 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 14

(1897)– [tijdschrift] Nieuwe Belgische Illustratie, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Bij de Platen.

De hoofdprijs van de landbouwloterij. -

Het lot is blind, zegt het spreekwoord, maar toch zou men soms meenen dat het een heel leuken kijk heeft op de menschelijke dingen en er behagen in schept, de lieden, die naar zijn gunsten jagen, voor den gek te houden.

Hoevele paardenliefhebbers met een mooien stal, hoevele pronkers, begeerig naar een keurige equipage, zullen niet gevlast hebben op den hoofdprijs van de landbouwloterij: een prachtige landauer met nog prachtiger vierspan! Wie weet hoe zij al gedroomd hebben van de zaligheden, die het winnen van dien prijs hun zou verschaffen! In verbeelding hebben ze zich misschien al zegevierend zien rondrijden, aangegaapt door de heele stad, die hun dat buitenskansje benijdde.

Maar daar komt het zoogenaamde blinde lot en wijst dien eersten prijs aan een boerenkinkel toe, een stalknecht, die nooit met een andere equipage gereden heeft, dan een boerenkar. Gelukkig heeft hij nog een kameraad, die met de vier kan rijden, en aan liefhebbers om hem op zijn rijtoertje te vergezellen mankeert het hem evenmin, te meer daar hij natuurlijk als gelukkige winner ook trakteert.

En zoo wordt dan de keurige landauer met het prachtige vierspan ingewijd door het luidruchtige troepje, tot groot vermaak van de heele stad, maar tot bittere teleurstelling van de begeerigen, die heimelijk gehoopt hadden, door het lot te worden uitgepikt als de eenig waardigen om in die mooie equipage rond te rijden.

In dit geval is bij slot van rekening het lot toch niet blind geweest; want al kan de winner op den duur niet in equipage rijden, hij zal er toch wel geld van weten te maken, en dat zal aan hem in elk geval allicht beter besteed zijn dan aan dezen of genen grooten meneer, die aan niets behoefte heeft.

Een goed artikel. -

Men kan wel merken dat die schrandere oude heer niet de eerste krantenlezer de beste is, die zich vergenoegt met de nieuwtjes te lezen en de ernstige artikelen met een onverschilligen blik overslaat. Neen, hij wijst wel degelijk op het hoofdartikel, dat hem dezen keer bijzonder is bevallen. De redacteur van zijn lievelingsblad heeft blijkbaar ditmaal den spijker juist op den kop geslagen. De lezer heeft er schik in, zoo helder en duidelijk als hij de kwestie heeft uiteengezet. En te oordeelen naar zijn kloeken, krachtigen kop en zijn van geest tintelend oog is hij ook wel de man om met kennis van zaken te oordeelen, de bewijsvoering van den schrijver te volgen, zijn gegronde opmerkingen of snedige zetten te waardeeren.

Is het voor den ontwikkelden lezer een genot, een goed geschreven, degelijk artikel te lezen, voor den schrijver is het een voorrecht, dergelijke belangstellende en tot oordeelen bevoegde lezers te vinden.

Blücher op marsch naar Waterloo. -

Is voor ons de prins van Oranje en voor de Engelschen Wellington de held van Waterloo, Duitschland eert als zoodanig zijn Blücher en heeft daartoe het volste recht, wijl ‘maarschalk Voorwaarts’, zooals zijn eerenaam luidt, door zijn tijdige tusschenkomst den veldslag ter gunste der verbondenen besliste.

De schilderij van Eichstädt, in dit nummer weergegeven, stelt den geweldigen vuurvreter voor, op het oogenblik dat hij met zijn Pruisen oprukt om de verbonden legers bij te springen.

Tot beter verstand der voorstelling zal het goed zijn, de gebeurtenissen nog eens in 't kort op te halen. Het was in het jaar 1815. De Corsicaansche leeuw had, door zijn plotselingen terugkeer van het eiland Elba geheel Europa opgeschrikt en maakte zich nu gereed

[pagina 96]
[p. 96]

tot een geweldigen, wanhopigen sprong. Dorstend naar een overwinning had Napoleon zich met het Noorderleger, waarbij zich zijn garden en de kern zijner troepen bevonden, het eerst op de Pruisen geworpen, die onder Blücher's opperbevel in uitgebreide stellingen aan de Nederlandsche grens stonden. De Engelschen onder Wellington, vermoedelijk in de meening, dat Napoleon zijn hoofdaanval op hen zelf richtte, ofschoon alleen het corps van Ney tegen hen was afgezonden, roerden zich niet, ondanks Blücher's aanmaning - en zoo moesten de Pruisen alleen den geweldigen storm van deze opnieuw voor den keizer in geestdrift ontvlamde keurtroepen het hoofd bieden.

De slag van Ligny, den 16en Juni 1815, eindigde met den aftocht der Pruisen, die met name de dorpen Saint-Amand en Ligny op het dapperst verdedigd hadden tot de Fransche garden voordeelen behaalden, ten laatste Milhaud's kurassiers met de rijdende artillerie door het dorp Ligny heendrongen en het midden der Pruisische stelling doorbraken.

Vergeefs stelde de maarschalk zelf zich aan de spits zijner escadrons - zijn paard werd hem onder het lijf weggeschoten, en hij liep gevaar, in de gevangenschap van den vijand te geraken, daar de vijandelijke cavalerie hem meermalen voorbijrende, gelukkig zonder hem op te merken.

Nooit heeft ‘maarschalk Voorwaarts’ dien naam zoo schitterend verdiend als in die dagen; want de aftocht veranderde onder zijn beleid eensklaps in een aanval, die tot een luisterrijke overwinning voerde.

Napoleon hield Blücher voor geslagen en liet hem, terwijl hij zelf zich tegen de Engelschen wendde, door maarschalk Grouchy maar zwak vervolgen. Maar Blücher had bij Wavre al zijn troepen weer verzameld en na overleg met den grooten tacticus Gneisenau besloten, de Engelschen, die hem in den steek gelaten hadden, nu van zijn kant ter hulp te snellen.



illustratie
bezoek der Hollandsche koninginnen aan gouda op 24 april ll.


De schilderij van Eichstädt geeft ons dat oogenblik van wereldhistorische beteekenis te aanschouwen. De oude Blücher, met de pijp in de hand, die hij ook in de bloedigste worstelingen maar zelden liet uitgaan, heeft zijn paard omgewend om de voorttrekkende troepen tot spoed aan te sporen: het lot van Europa stond hier toch op het spel, en hoe zouden de troepen hier het bevel niet volgen van een generaal, die hen al zoo dikwijls ter overwinning had geleid en nu ook de de nederlaag in een zegepraal tracht te doen verkeeren!

Met jubelende geestdrift de sjako's zwaaiend, juichen zij de woorden van hun aanvoerder toe, - ook de verwonden, die zich in grooten getale onder den troep bevinden. En de wapenmakker generaal Gneisenau wendt zich in het zaal om, vol blij vertrouwen in het welslagen van het stoute plan. Hij weet dat, als de soldaten hun Blücher zien, zij van geestdrift voor den strijd en hoop op de zegepraal ontvlamd worden. En zijn vertrouwen had hem niet bedrogen.

Spoedig donderden de Pruisische kanonnen, tot schrik der Franschen, op de hoogte van Frischermont. Nog eenmaal zocht Napoleon met inspanning van zijn laatste krachten de Engelsche linies te verbreken - vergeefs. Hoezeer ze ook gedund waren, de Pruisische legermacht was ze ter zij gekomen en in den rug der Franschen was het dorp Planchenois door de Pruisen bestormd. In wilde vlucht zochten de Franschen zich te redden - het was de grootste nederlaag, die de vroeger altijd zegevierende keizer geleden had. De tocht der Pruisen van Ligny naar Belle-Alliance was een van hun grootste en beslissendste daden in den ganschen bevrijdingsoorlog.

Bezoek der Hollandsche koninginnen. -

Hebben reeds onderscheidene streken en plaatsen Hollands het voorrecht gehad, een bezoek van Hare Majesteiten hare koninginnen te ontvangen, den 24en April van dit jaar viel die eer te beurt aan de belangwekkende Zuidhollandsche stad Gouda. vermaard om haar geschilderde glazen en haar oud-vaderlandsche pijpenindustrie.

Met groote geestdrift werden de vorstinnen er begroet door de bevolking, die zich beijverd had, de fraaie oude stad op het luisterrijkst voor de ontvangst der hooge bezoeksters uit te dossen.

Het meest indrukwekkend moment van heel dezen feestdag was wel, op weg van de Pijpenfabriek naar het Stadhuis, de opzwaai op de Markt, zeker een van de grootste pleinen, die men vindt in Holland. Daar was van de Wijdstraat tot aan het Stadhuis, door een kranig gelid van huzaren, rechts, en een eerewacht met de schutterij links, een breede strook afgezet. Hel schitterden de kleuren der uniformen, flitsten de wapenen in de zon. Tegen die militairen aan drong één massa menschen, alle ruimte vullend tusschen de huizen rondom en de leege strook. Alles was daarheen gestroomd in den tijd, dat de vorstinnen haar bezoeken brachten. Alles drong daar samen en vormde een zacht deinende menschenzee. En nauwelijks zagen de duizenden hun Koninginnen komen in den stoet, of alle handen werden wuivend opgestoken, zakdoeken werden gezwaaid, en donderend klonken over heel die vlakte de salvo's van geestdriftig gejuich.

Langs het bordes van het stadhuis, dat daar fier stond in het midden, als een burcht van eeuwen her, streng sober zijn gevel van grijze steen opheffend naar den hemel van blauw met witte wolkenbanken, traden langzaam de Majesteiten de statige voorhal door, naar het zoogenaamde groote plein, waar vroeger de schepenen samen kwamen. Thans stonden er de leden van Gouda's Raad, in breeden kring.

De wanden van deze stemmig antieke zaal waren behangen in de kleur van oud goud; een troonhemel in wijnrood, rustend op vergulde speren, overwelfde de zetels voor de vorstinnen. Terwijl alle heeren bogen, namen Hare Majesteiten daar plaats met de zeldzaam mooie ruikers in de hand, die de echtgenoote van den burgemeester haar geboden had.

Toen trad de burgemeester Martens naar voren om namens den Raad en de ingezetenen te danken voor het hooge bezoek, waarna de regentes verklaarde dat de koningin en zij zeer erkentelijk waren voor de hartelijke blijken van gehechtheid van Gouda's burgerij. Deuren, in deze stad doorgebracht, zouden haar onvergetelijk zijn.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken