De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 20

De hertog d'Ursel,
Voorzitter van den Belgischen Senaat.

Op Zondag den 8^sten November werd te Stroombeek een gedenkteeken onthuld voor Mgr. Van Aertselaar, deken van Brussel. De hertog d'Ürsel, voorzitter van den Belgischen Senaat, die bij deze gelegenheid een redevoering had gehouden, werd bij het verlaten van het kerkhof door een beroerte getroffen. Acht dagen duurde de strijd tusschen het sterke gestel van den zieke en den onverbiddelijken vijand. Toen rustte het hoofd van een van België's oudste en edelste geslachten op het doodsbed.

eetzaal voor het dienstpersoneel in het sint-elisabethsgasthuis te arnhem.

[p. 393]

Marie-Charles-Joseph hertog d'Ursel en van Hoboken, graaf van het H. Roomsche Rijk en van Grobbendonck, prins van Arche en van Charleville, werd den 3^den Juli 1848 te Brussel geboren. Na zijn rechtsgeleerde studiën aan de katholieke universiteit te Leuven te hebben voltooid, betrad hij de diplomatieke loopbaan, werd aan de Belgische legatie te Rome verbonden en later secretaris der legatie te Parijs. In 1874 maakte hij deel uit van het buitengewone gezantschap naar Den Haag bij gelegenheid van het zilveren regeeringsjubilé van koning Willem III.

In 1878 verliet hij de diplomatie, werd burgemeester en lid van de Provinciale Staten van Antwerpen, en zag zich in 1885 benoemd tot den moeilijken post van gouverneur van Henegouwen, waar het volgende jaar de geweldige werkstakingen uitbraken, die een oogenblik België tot revolutie en anarchie dreigden te voeren.

Gedurende de vier jaren, die hij aan het hoofd der provincie Henegouwen doorbracht, werd hij met twee buitengewone zendingen belast: in 1885 naar Madrid bij de begrafenis van koning Alfons XII en in 1888 naar Rome bij gelegenheid van het gouden priesterjubilé van Paus Leo XIII.

In 1889 werd de hertog d'Ursel, bij de schepping van dat lichaam, tot voorzitter van den Oppersten Arbeidsraad en tevens tot senator benoemd, in welke laatste hoedanigheid hij een levendig aandeel nam aan de Grondwetsherziening.

DE HERTOG D'URSEL,
Voorzitter van den Belgischen Senaat, † 15 November 1903.

Bij het aftreden van baron 't Kint de Roodenbeke in 1899 volgde hij dezen als voorzitter van den Senaat op en zag zich ieder jaar in dit hooge ambt bevestigd, het laatst enkele dagen voor zijn dood.

De hertog d'Ursel was grootofficier van de Leopoldsorde, grootkruis der orde van Karel III van Spanje, van de Piusorde, van de St.-Gregoriusorde, van het Legioen van Eer, ridder van den Nederlandschen Leeuw.

De hertogstitel, die in België zeer zeldzaam is, werd in 1716 aan het hoofd van het geslacht verleend. Te voren, in 1638, had dit geslacht reeds den titel van graaf van het H. Roomsche Rijk ontvangen van keizer Ferdinand III van Oostenrijk.

De hertog d'Ursel, die gehuwd was met een zuster van graaf De Mun, den beroemden katholieken Franschen afgevaardigde en Académicien, laat vier kinderen na, van welke een dochter, gravin Pauline, het religieuze kleed heeft aangenomen.

ontmoeting, naar de schilderij van c. priem.