Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Noord en Zuid. Jaargang 2 (1879)

Informatie terzijde

Titelpagina van Noord en Zuid. Jaargang 2
Afbeelding van Noord en Zuid. Jaargang 2Toon afbeelding van titelpagina van Noord en Zuid. Jaargang 2

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.55 MB)

Scans (22.58 MB)

ebook (3.37 MB)

XML (1.39 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Noord en Zuid. Jaargang 2

(1879)– [tijdschrift] Noord en Zuid–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 1]
[p. 1]

Bijblad.
Boekenlijst.
April en Mei.

1. Taal- en Letterkunde.

Bogaerts en Koenen. Practische taalstudie. Stijl- en taaloefeningen met proeven van bewerking enz. II. Stuk. Taal en taalstudie, 2 dl. Gron. J.B. Wolters f 1.25
De Raaf en Zijlstra, De Moedertaal. Leesboek met taaloefeningen 1e. 5e. deeltje. Gron. Noordhoff & Smit. p. deeltje f 0.30
Servaas de Bruin, Beknopte handleiding voor beoefenaars van stijlleer en uiterlijke welsprekendheid. Zutphen, W.J. Thieme & Go. f 1.25
Arnold Ising, Jan Klaassen en andere kluchtspelen aan de hand van Troost geschetst. 's-Gravenhage, Martinus Nijhoff. f 0.80
Van Vloten, Ned. dicht en ondicht der 19e eeuw Proza. 4e druk, Zwolle, Tjeenk Willink f 1.60
Stellwagen, Proza, Leesboek voor de school, 1e afl. Gron. Wolters. f 0.75
Elberts, Beknopte Geschiedenis der Nederlandsche Letterkunde. Deventer, Sigtenhorst f 1.80

2. Bellettrie.

G. Keller, Waldeck in vogelvlucht. Haarlem, H.D. Tjeenk Willink. f 0.90
W.P. Wolters, Anna de Ronde 2 dln. Leiden, Brill f 6.50
Ten Kate, Godsdienstige Poezy, 25 afl. met premieplaat. 1e afl. Leiden, Sijthoff f 0.40
W.N. Wolterink, In vuur en stormwind. Hist. rom. verhalen 2 dln. Dordr. Revers f 4.50
F.A. Buys, de dochter van den Overste. Haarlem, de Graaff f 3.50
A.J.C. Kremer, Banjaert, oorspronkelijke Novelle. Arnhem, Minkman f 2.80
  (Als Deel I van de ‘Roman-Bibliotheek f 2.40)  
Piet Vluchtig, Haagsche hopjes III. ‘Si j'étais excellence... Haarlem. W.C. De Graaff f 0.50
Francisca Gallé. Twee vreemdelingen, Roman. Haarl. Erv. F. Bohn. f 3.40
  (Als Deel 2 van de Bibliotheek van Ned. Schrijfsters f 2.80)  
Jan ten Kate Jr. en Albert Reiger. Uit het schilder- en dichterleven. Schetsen en Beelden. Amst. Centen f 1.10
Laurillard, De zeven hoofdzonden 3e druk. Amst. Centen f 1.20
P.F. Brunings, De Valkenburgen 2 dln. Amst. P.N. van Kampen f 5.25
Fantasio, Europeesche Brieven 2 dln. Haarlem, de Graaff f 4.90
Bernard Ter Haar. Laatste gedichten. 's-Hage, D.A. Thieme f 1.25

[pagina 2]
[p. 2]

3. Tooneel.

Johan Gram, De groote Schootmans. Blijspel in een bedrijf. - Ten voordeele der overstroomden in Hongarije. 's-Hage, IJkema f 0.50
Johan Gram, Anna's Geheim. Tooneelspel in éen bedrijf. Bij de Galavoorstelling te 's-Hage opgevoerd. Amsterdam, de Erven H. van Munster f 0.50
Oberländer, Dramatische schetsen, ten behoeve van Rederijkers en aankomende Tooneelspelers. Amst. G. Theod. Bom f 0.60
Alberdingk Thym. Vondel's Leeuwendalers II. Nadere wijziging, ter verduidelijking en bekorting, bij de hedendaagsche uitvoering door Rederijk-Kamers of andere gezelschappen, benevens: Een volledig overzicht van de Tooneelschikking, de kostumeering enz. enz. gelijk een en ander bij de voorstellingen op den Stadsschouwburg te Amsterdam in acht genomen is. Met eene plaat. Amst. van Langerhuyzen f 0.40

4. Vertalingen, Dialecten, Diverse.

G. Colmjon, H. Evangeelje fen Lucas yn' e fryske tael oerset. Ljouwert, Eekhoff en Zoon f 0.90
Auke, Soldate-Brieven, skreaun út Hartoggenbosk yn 1877 en 1878, oan in Goê Frjeun yn Fryslân. Oarde Utjefte. Holwerd, Waling Dykstra f 0.40
Louise M. Alcott. De hand aan den Ploeg. Uit het Eng. door Mevr. Koorders-Boeke. Amst. P.N. v. Kampen f 1.90
Florence Marryat. In vlammend schrift 2 dln. Uit het Engelsch door C. Baarslag. Amst. P.N. v. Kampen f 5.25
B. van Meurs, Kriekende kriekske, Betuwsche gedichten f 0.70
Berth. Auerbach, De houtvester. Uit het Hgd. door Mevr. v. Westhreene. 's-Hage, D.A. Thieme f 2.60
Anton Giulio Barrili. Een Romeinsch ridder. Uit het Ital. 's-Hage D.A. Thieme f 2.60
Victor Cherbuliez. De wond van den vondeling, Uit het Fr. door Aeg. Hanssen. Rotterd. Nijgh en van Ditmar f 2.50
Daniel Defoe. De levensgesch. van Robinson Crusoe. Naar het Eng. nieuw vert. door van Charante. Amst. Ten Brink en De Vries f 1.90

Vragen.

1.We lazen in 't N. v: d. D. herhaaldelijk het woord levensgevaarlijk; in een feuilleton van gemeld blad ontmoeten we het woord exkuster voor iemand, die vroeger op de Z.-W. Kust van Afrika woonde; in 't Gemeenteverslag van Amsterdam voor 1878 bl. 17 wordt gesproken van brandgevaarlijke toestanden; in het R.N. van 10 Juli wordt van een moordenaar, die tijdelijken waanzin liet voorwenden, getuigd, dat hij toerekeningsvatbaar was en in 't R.N. van 11 Juli wordt gesproken van iemand strafrechterlijk te vervolgen:
Gebruikt men deze woorden veel en is er reden voor, ze goed te keuren?
In 't Duitsch is lebensgefährlich, zurechnungsfähig, strafrechtlich in gebruik; maar bewijst dat veel voor 't Nederlandsch?
[pagina 3]
[p. 3]
Men maakte indertijd uit scherts 't Duitsche woord:
Unterirdischenkastenschlechtauswendiglernendenschauspielergedächtnisaushelfer.
Dat woord zal men toch wel niet overnemen met de verontschuldiging, dat 't ook in 't Duitsch bestaat?
2.Bestaat er een taal- of spraakkaart in Nederland?

Nederlandsch uit de Koloniën.

P. 4e Juli 18..

 

WEd. Heer!

 

Vervrij mij de vrijheid UEd. beleefd te verzoeken mij aan weinig goed middel voor mijn kleine te willen helpen. Hij is pas 1½ maand oud, hij werd geplaagd zeer hinderlijk (ongerust), kan niet stil en het vervolg hiervan erg van de hoest.

Door mijn domheid kan ik die ziekte niet noemen, is het bij ons, kan ik haast zeggen van zenuw maar voor een kindje van 1½ maand kan ik het ware niet oplossen. In zooverre mankeert hij niets, zag goed en frisch uit, zoo ook de moeder.

Alleen zoo hij niet geplaagd werd. dan wat slaperig.

Hoe meer dagen veel erger, ook van hoest.

Moogt 't UEd. verder inlichtingen hebben, gelieve dan beleefd van brenger dezes te willen informeeren.

Bij u is 't zeer zeker gemakkelijk te kunnen oordeelen, ik weet geen hoogte hierop, daarom aan UEd. overgelaten.

Met gevoelens heb ik met de meeste hoogachting de eer te zijn:

UEd. dw. dien.

in haast excuseer mij.

Een proefje van Nederlandsche taal in Nederlandsche Dagbladen.

In de Middelburgsche courant, in het Handelsblad en in het Utrechtsch Dagblad komt het volgende verhaal voor van het verloop der ziekte van den prins van Oranje.

Ik kan me voorstellen met welk eene belangstelling dat door de meeste lezers is nagegaan:

‘Het geheele ziektebeloop duurde ongeveer 18 dagen. Het lijden begon met ontsteking van den apex der rechterlong en spreidde zich niet lager, dan tot het bovenste gedeelte van den lobulus centralis uit. Weinige dagen later kwamen er verschijnselen van pleuritis diaphragmatica, vergezeld met hevige pijn in den schouder te voorschijn. Een en ander verbeterde na 4 dagen aanmerkelijk, zoodat er alleen nog pneumonische infiltratie van den rechter apex overbleef. De hoop op herstel en resolutie werd zoowel door dr. Aimé Martin als door de consulenten dr. Dieulafoy en prof. Michel Peter, gekoesterd. Ondanks de toediening van tonica en een doelmatige voeding bleef de zieke een adynamisch karakter behouden. De aanhoudend gedwongen ligging op de linkerzijde had hypostase ten gevolge en het optreden van bronchitis verergerde den toestand nog belangrijk, toen de

[pagina 4]
[p. 4]

dood plotseling het lijden eindigde. De balseming van het lijk deed bij het openen der carotis een embolisch proces waarnemen. De prins was bijna 39 jaren en leed meermalen aan jichtaanvallen. De polsfrequentie en de temperatuur waren in het geheele ziekteverloop opvallend gering. De laatste klom nimmer boven 39,4, maar bleef doorgaans 38,6, terwijl de pols doorgaans tusschen 96-100 afwisselde. De ademhaling klom boven de 44 en was doorgaans 32-36 per minuut.

 

Een prachtig stukje om te verklaren op een of ander vergelijkend examen waar een Dr. in de geneeskunde voor schoolopziener fungeert!

Kon Molière 't nog eens lezen hij zou bemerken, dat onze geneesheeren ook nog latijn kennen!

V.v.O.

‘Vooruit.’

Ons Recht geeft in No. 17 eene parodie op het nieuwe programma voor het hoofdonderwijzers-examen. We ontleenen daaraan de eischen voor:
De Nederlandsche taal.

1o.Eene grondige kennis van de idiotismen, van de encyclopedie en methodologie der philologische wetenschappen, bedrevenheid in de tekstverklaring of lexicologie en in het maken van glossen, bekendheid met de synonymiek en de orthoepie, alsmede bedrevenheid in de toepassing van beiden; bekendheid met de voornaamste regels der epigrammata ex lapidibus conlecta (graf- en punt- schriften, van klassieke monumenten saamgelezen) en de rei metricae poetarum (de metrische kunst der dichteren); eenige bekendheid met den voornaamsten inhoud der Nederlandsche ontelbare, in het moederland en op Java verschijnende, tijdschriften en dagbladen, vooral van lateren tijd.
2o.Vaardigheid om zich juist en gemakkelijk uit te drukken.
Zij wordt beoordeeld:
a.naar de critiek, welke geveld is over de voordrachten, door de candidaten voor ‘vereenigingen tot het verschaffen van lezingen,’ in de winteravonden gehouden, ten genoege van auditoriums, gewoon een Beets en een Schaepman te hooren;
b.naar het gemaakte schriftelijk werk in maandbladen, m.a.w. naar de Gids- en Wachter-artikelen, door de candidaten geleverd, hetzij onder eigen, hetzij onder penne-naam.

 

We kunnen ons niet onthouden, hier te verklaren, dat tal van bij ons ingekomen brieven bewijzen, dat vele personen inderdaad de eischen sub. 1 als noodzakelijk voor hoofdonderwijzers zouden stellen, of althans veel, dat er op lijkt. Menig artikel, dat naar onze meening voor candidaten M.O. bestemd is, wordt door deze heeren als nauwelijks voldoende voor hoofdonderwijzers beschouwd.

 

In antwoord op vraag 2 bl. 3 kunnen we op de proef nog aanteekenen, dat volgens het A.H.B. van wege het aardrijkskundig Genootschap eene dergelijke kaart zal worden uitgegeven. De daartoe benoemde commissie bestaat uit de H.H. prof. Kern te Leiden, Dr. A.J. Sasse te Zaandam, P.J.B.C. Robidé van der Aa te 's-Gravenhage, P.H. Witkamp en H. Bouman te Amsterdam. We hebben ons met gemelde commissie in correspondentie gesteld en zullen in No. 5 nadere bijzonderheden mededeelen.

[pagina 5]
[p. 5]

De Uitgevers dezes debiteeren met succes:

 

Eene Handleiding om de Fransche Taal te leeren door zelfonderricht, door Lambert Dély, onder toezicht van T.H. de Beer. No. 2 is verschenen en bij alle Boekhandelaren ter inzage te bekomen.

Het zal ons aangenaam zijn indien velen daarvan gebruik maken en noodigen wij U ook uit kennis te nemen van het oordeel van bevoegde zijde over die uitgave, voorkomende op de binnenzijde van den omslag, overgenomen uit ‘De Wekker’ van 17 Mei 1879 door C.A. Hofman. - ‘Ons Recht’ van 31 Mei 1879 door S.T. - ‘School en Studie’ van 31 Mei 1879 door S. - ‘Vooruit’ van 9 Mei 1879 door G.A. V.v.O. en van de volgende besprekingen waarvoor op dien omslag geen plaats meer was.

 

Hoewel het altijd met eigenaardige bezwaren gepaard gaat, een vreemde taal zonder onderwijzer te leeren, zijn er handleidingen welke dit mogelijk maken.

 

Onder leiding van den Heer T.H. de Beer ziet thans bij de uitgevers Blom & Olivierse een reeks Taalkundige Brieven het licht, welke bestemd zijn voor zelfoefening.

De eerste reeks bestaat uit Fransche Brieven door Lambert Dély. Zij zijn geheel bestemd ten behoeve van hen, die zonder onderwijzer de Fransche taal willen leeren.

Nieuws van den Dag, 2 Mei 1879.

 

Bij de uitgevers Blom & Olivierse te Kuilenburg is van de pers gekomen de eerste aflevering van Fransche Brieven ten behoeve van hen, die zonder onderwijzer de Fransche taal willen leeren, door Lambert Dély.

De eerste reeks dezer ‘Brieven’ zal verschijnen in hoogstens twintig afleveringen, die elkaar geregeld om de veertien dagen zullen opvolgen.

De bedoeling met deze wijze van uitgave zal wel zijn, dat de leerling in die veertien dagen zich den inhoud van elke aflevering eigen make en de daarin voorkomende opgaven schriftelijk uitwerke. Daaraan zal hij de handen vol hebben en elken dag nog al wat tijd aan de studie moeten besteden.

Maar dit is niet erg: voor hetgeen men in twee weken niet kan afwerken, neme men er vier; en die zich zoo in tachtig weken op de hoogte der vreemde taal heeft gewerkt, kan nog met welgevallen op de afgelegde baan terugzien.

Is dit mogelijk? Zal men het uitsluitend door eigen studie zoo ver kunnen brengen?

Ja en neen!

Met voldoende kennis zijner moedertaal toegerust, zal men het met ijver en wilskracht zeker zóo ver brengen, dat men de nieuwe taal leert verstaan en ook redelijk schrijven en spreken; maar zonder mondelinge hulp is het vanzelf onmogelijk sommige zaken zoo duidelijk, zoo kort en bondig te verklaren als het levende woord eens kundigen onderwijzers dit vermag, terwijl het natuurlijk geheel ondoenlijk blijft, alléén schriftelijk de juiste uitspraak eener vreemde taal te leeren; want elke taal heeft eenige eigenaardigheden in de uitspraak, welke in eene andere taal door geene letterteekens of verbindingen naar behooren kunnen worden teruggegeven.

Of deze brievenreeks aan de belofte zal voldoen? Hierop kan nù nog geen antwoord worden gegeven. De methode verschilt aanmerkelijk van eene soortgelijke uitgave, vroeger door Servaas de Bruin bezorgd. Maar te oordeelen naar hetgeen de eerste aflevering bevat en de schrijver belooft in de volgende te geven, mag men goede verwachtingen koesteren.

 

De Noord-Brabanter, 6 Mei 1879.

 

Een nieuwe methode om het aanleeren van vreemde talen gemakkelijk te maken, in Amerika in toepassing gebracht, heeft ook in ons land eene bewerking gevonden. Een cursus, Het Fransch zonder onderwijzer, door Lambert Dély, is bij de uitgevers Blom & Olivierse te Kuilenburg verschenen, en zal weldra door een Duitsche en Engelsche gevolgd worden.

 

De Amsterdammer, 27 April 1879.

[pagina 6]
[p. 6]

Van de Brieven voor Taalonderwijs, volgens de nieuwe Amerikaansche methode welke wij onlangs bespraken, is thans de eerste aflevering verschenen bij de Heeren Blom & Olivierse te Kuilenburg. ‘Thans, heet het in de inleiding, nu de wetenschap ook voor de moderne talen hare eigene rechten verkrijgt en op hare eigene plaats vereerd en beoefend wordt, mag de praktijk haar kortsten weg zoeken en met den beschikbaren tijd zuinig leeren omgaan.’ De Heer Lambert Dély, de bewerker van deze eerste serie, de Fransche Brieven wijst vooral op een regel ‘in taalkunde te dikwijls verwaarloosd, dat men van het bekende tot het onbekende moet overgaan.’ Als voorbeelden voor de uitspraken worden dus bekende woorden gegeven, bazar, page, jury, entrée, musique, paletot, cadeau, welke de uitspraak der vreemde klanken beter illustreeren dan de beste omschrijving.

De Amsterdammer, 11 Mei 1879:

 

Bovengenoemd werk, waarvan ons de eerste aflevering werd toegezonden, zal in 20 afleveringen, elk van 2 vel (32 bladz.) verschijnen. De prijs per aflevering is op 40 ct. gesteld, zoodat de geheele cursus 8 gulden zal kosten. Die som is zeker gering als men daarvoor - natuurlijk met de noodige ernstige studie - het Fransch kan aanleeren. - Zal het kunnen geschieden? De Heer De Beer zegt ja. Kenden wij den geheelen cursus, zooals de Heer De Beer hem zeker gekend heeft, vóór hij zijn aanbeveling schreef, dan zouden wij niet schroomen om ook een oordeel uit te brengen. - Thans zullen wij dat oordeel terughouden, tot wij met meer afleveringen hebben kennis gemaakt. Alleen willen wij reeds nu zeggen, dat deze eerste aflevering zeer goede verwachtingen gegeven heeft.

Prov. N.B. en 's Bossche Ct.’

 

Alweder ligt een uitgaaf voor ons ‘onder toezicht van T.H. de Beer.’ Deze onvermoeide en nijvere letterkundige, wiens vruchtbare pen reeds zooveel heeft voortgebracht, belastte zich nl. met het toezicht op, bij Blom & Olivierse. te Kuilenburg uitgegeven: Taalkundige Brieven, om zonder onderwijzer vreemde talen te leeren. Eerste reeks. Fransche Brieven, ten behoeve van hen, die zonder onderwijzer de Fransche taal willen leeren, door Lambert Dély. De Heer De Beer spreekt als zijne overtuiging uit, dat men een vreemde taal zeer goed zonder hulp van een onderwijzer kan leeren, maar het kost dan meer tijd en de in deze brieven gevolgde methode voldoet - zegt hij - volkomen aan den voornaamsten eisch, dien men aan eene methode voor zelfonderricht moet stellen, nl. dat de leerling niet meer dan ééne moeielijkheid te gelijk te overwinnen heeft en zich daarna dadelijk kan overtuigen, dat hij gevorderd is. Hij aarzelt niet hen ten sterkste aan te bevelen en vertrouwt, dat zij goed zullen ontvangen worden en resultaten zullen hebben.

Rotterdamsch Nieuwsblad.

 

Wij twijfelen niet of velen zullen, na van een en ander kennis genomen te hebben, besluiten zich deze uitgave aan te schaffen, die bij goedkoopen prijs uitzicht geeft met succes het doel te bereiken.

Onder beleefde aanbeveling dezer uitgave,

De Uitgevers,

BLOM & OLIVIERSE.

 


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken