Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Noord en Zuid. Jaargang 3 (1880)

Informatie terzijde

Titelpagina van Noord en Zuid. Jaargang 3
Afbeelding van Noord en Zuid. Jaargang 3Toon afbeelding van titelpagina van Noord en Zuid. Jaargang 3

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.30 MB)

Scans (28.20 MB)

ebook (3.44 MB)

XML (1.19 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Noord en Zuid. Jaargang 3

(1880)– [tijdschrift] Noord en Zuid–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Een en ander

naar aanleiding van enkele proeven van woordverklaring van de hand onzes geachten medewerkers Dr. Jan te Winkel in ‘de Volksschool.’

We veroorloven ons daaruit enkele zaken over te nemen en er hier en daar onze aanstippingen aan toe te voegen.

Koddig komt van kodde = grap, aardigheid. Het kan samenhangen met queden (spreken) ook quedden waarvan kwedelen, kweelen; oorspr. dus: een aardig gezegde, een kwinkslag. Voor o uit ue vgl. Komen uit kumen en dat weer uit quemen.

Naast queden of quedden staat Eng. to queath waarvan alleen imperf. quoth en als inf. nog in to bequeath = to bespeak dus to queath = to speak = spreken.

Koppermaandag is de 1e maandag na dertienddag of driekoningen d.i. de dertiende dag na Christus' geboorte. Het Eng. heeft twelfthnight; gelijk gevormd met sevennight en forthnight (voor forteenthnight); het gebruik verschilt: we praten van ‘over acht of veertien dagen’ en tellen dus in het eerste geval den eersten en den laatsten dag mede, in het laatste niet. De Franschen zijn in dezen meer consequent met hun ‘dans huit jours’ en ‘dans quinze jours.’

Deze koppermaandag werd oudtijds niet alleen door boekdrukkersgezellen gevierd, het was zelfs een soort nationale feestdag en in Van de Vijver Geschiedenis van Amsterdam vindt men zelfs eene plaat voorstellende den ‘Omgang der Leprozen op Koppermaandag.’ Het woord komt waarschijnlijk van kopperen en dit van kop d.i. beker of nap, dus den pokel of pokaal (van lat. poculum) thans bokaal vroolijk laten rondgaan.

Korselig of korsel (Kil.) wellicht van korre (Eng. curre) cur d.i. wachthond, heemhond; van daar de beteekenis: knorrig, brommig, grommig.

Melodrama is eigenlijk een drama met muziek nl. waarbij de indruk verhoogd wordt door een sleepende muziek bij 't vertoonen

[pagina 249]
[p. 249]

van eene stervensscène, eene woeste muziek bij eene hartstochtelijke scène, een moord of een vechtpartij enz. enz. Deze vertooningen komen gelukkig hoogst zelden meer voor en het woord melodrama komt tegenwoordig voor als de naam voor tooneelstukken waarin onmogelijkheden en onwaarschijnlijkheden gaarne worden opgenomen, mits het stuk schokke, roere, verasse, verbaze. De meer gewone naam voor zulke stukken is: draak.

Ontbijten is eigenlijk ‘beginnen te bijten’ maar beteekende oudtijds ‘spijs en drank gebruiken’ dus was ‘brood ontbijten’ ook ‘brood eten’ en ‘wijn ontbijten’ eveneens ‘wijn drinken.’ Toch komt het ook in de middeleeuwen reeds in de tegenwoordige beteekenis voor.

Rechtvaardig is eigenlijk recht gaande, zooals ook lichtvaardig licht gaande. De rechtvaardige is dus hij, die den rechten weg betreedt, wiens handel en wandel in overeenstemming is met het recht. Vaardig is, evenals vaardij (in koopvaardij) van vaarde afgeleid, dat vroeger reis, tocht, gang beteekende, en gevormd is van den wortel van het werkwoord varen (oudtijds gaan), en den uitgang de (vgl. gebaarden uit gebaren, d.i. zich voordoen, vertoonen). Door afwerping van de e werd de d sluitletter en daardoor verscherpt, zoodat wij tegenwoordig alleen vaart schrijven. Vgl. rijden en rit, mede en met, binden en bint, klandizie en klant, verzadigen en zat, bevorderen en voort. De eigenlijke beteekenis van rechtvaardig komt vooral uit in de uitdrukking rechtvaardig (d.i. recht op rijzend) haar.

Schalk beteekent oorspr. knecht, zooals in de samenstellingen maarschalk (oorspr. paardenknecht, vandaar stalmeester, vervolgens aanvoerder der ruiterij, eindelijk veldheer) seneschalk (oorspr. spijsknecht, later hofmeester, van het Latijnsche coenae, genit. van coena, d.i. maaltijd) en Godschalk. Evenals andere woorden, die oorspr. iets gerings te kennen geven, kreeg het ook al spoedig de ongunstige geteekenis van bedrieger, en als adj. van loos, bedrieglijk. Vgl. boos, oorspr. onbeduidend, zooals nog in de afleiding beuzelen; snood, oorspr. gering; slecht, oorspr. vlak, eenvoudig. Later is de beteekenis van schalk in zoover gewijzigd, dat het alleen kon gebruikt worden voor het geestig of guitig bedrieglijke, en vandaar, dat het nu tamelijk wel met guitig overeenstemt. Wie schalk is, houdt eer iemand voor den gek, dan dat hij hem bedriegt. Daar schalk niet alleen subst. is, maar ook reeds in de middeleeuwen in dien vorm als adj. voorkomt, is het niet noodig een nieuw adj. schalksch te maken, al zou dat ook niet zóó verkeerd wezen, als sommigen wel willen doen voorkomen.

Schermutselen verraadt door de ts zijn vreemden oorsprong. Het is afgeleid van het Italiaansche schermugio, klein gevecht, van schermire, vechten, vanwaar ons schermen.

[pagina 250]
[p. 250]

Scharminkel voor scherminkel, dat weder voor schirminkel staat, is, zooals meermalen is aangetoond, door eene niet zeldzame inlassching van de r, verbasterd uit schimminkel, voor simminkel, dat niets anders is dan het latijnsche simiuncula, aapje. Ter verklaring van het ontstaan der sch uit s heeft Dr. Van Helten in Noord en Zuid II bl. 38 vlg. den invloed aangenomen van het woord schim, waardoor simminkel zoowel van vorm als van beteekenis zou veranderd zijn, en den zin hebben gekregen van een spookachtig en vervolgens van een mager wezen, in welke laatste beteekenis wij het nog maar alleen behouden hebben. Ik geloof, dat Dr. Van Helten zich hier heeft laten verleiden door het West-Vlaamsche scheminkelen, dat ‘ketelmuziek maken’ beteekent, en door hem vergeleken wordt met spoken. Schimminkel echter beteekent nergens schim of spook, en er is niet het minste bezwaar tegen, de beteekenis van mager wezen terstond uit die van aap af te leiden. Eindelijk bewijst het mnl., dat de vorm simminkel reeds tot schimminkel overging, toen het woord nog in de oorspr. beteekenis van aap werd gebruikt. Zie b.v. Van der Naturen Bloeme II 214 en de varianten van II 2806, 2811, 3412, 3432, 3447, 3456; Esopet 52 vs. 3, 5, 31, 33; 54 vs. 17, 36, 37; 66 vs. 1.

Stadkind of Steekind, iemand, die onder voogdij of curateele van stad of staat is geplaatst, zoodat hij niet vrij is in zijne handelingen. Tegenwoordig alleen in de uitdrukking. ‘Hij (of zij) is (of is geen) steekind gemaakt!’ In Schimmel's Kind van Staat wordt de verklaring van den titel duidelijk, door het geen de Prins zegt na de les hem door de Wit gegeven.

Vermaledyen moest eigenlijk maledyen zijn, van lat. maledicere en alleen met het oog op vervloeken met ver samengesteld op dezelfde wijs als veramuseeren, verdistrueeren, vernegligeeren, verassureeren, die alle zonder ver moesten staan. (Vgl. Taal- en Letterb. V. bl. 299-308). De oorspronkelijke vormen zijn reeds transitief zonder ver.

Wispelturig bij Kil. wispelduerigh d.i. gedurig (aanhoudend) wispelend. Dit wispelen komt voor in wispelsieerten thans kwispelstaarten den staart heen en weer bewegen, van houding veranderen; vandaar wispelturig = steeds veranderend, hoogst veranderlijk.

Wittebroodskinderen oudtijds (Ao 1600) kinderen van welgestelde ingezetenen van Amsterdam, die in een ‘geheim Tugthuis’ werden geplaatst, terwijl hunne betrekkingen voor hun onderhoud betaalden. Zij ontgingen dus de schande, naar het spinhuis of rasphuis gezonden te worden, behoefden niet te werken en werden goed onthaald. - Tegenwoordig duidt men er natuurlijk kinderen of menschen mede aan, die het zeer goed hebben en als het ware alleen wittebrood (dus alleen fijnen kost) te eten krijgen. -


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken