Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Noord en Zuid. Jaargang 4 (1881)

Informatie terzijde

Titelpagina van Noord en Zuid. Jaargang 4
Afbeelding van Noord en Zuid. Jaargang 4Toon afbeelding van titelpagina van Noord en Zuid. Jaargang 4

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.26 MB)

Scans (23.51 MB)

ebook (3.36 MB)

XML (1.25 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Noord en Zuid. Jaargang 4

(1881)– [tijdschrift] Noord en Zuid–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Een paar opmerkingen.

In een der laatste afleveringen van den Navorscher wordt het oude beletten, op iets letten, acht geven, in zijn oorsprong gescheiden van beletten, verhinderen, en met een ww. lîten, zien, in verband gebracht. Waarom, zal wel niemand begrijpen. Nog daargelaten, of een letten uit lîten zou kunnen zijn voortgekomen, zoo geeft lat, traag, als grondwoord van 't eerste ww. een even goede en zekere etymologie aan de hand als bij het tweede. Uit lat ontstond een transitief denominatief letten (latjan), dat traag maken, verhinderen beteekende; terwijl een intransitief denominatief van gelijken oorsprong het begrip traag worden moest hebben; bij samenstelling met be ontwikkelde zich hieruit beletten, d.i. be, bij (iets), traag zijn, stil blijven staan, zijn aandacht er aan wijden; vgl. ook ons letten op iets.

Ergens anders brengt de Navorscher het subst. hoer in verband met het Angelsaksische hor, slijk. Evenveel als inktkoker met pompstok heeft hoer met hor te maken; want aangezien dit horo in 't Oudhoogduitsch steeds een o, nooit uo heeft, zou zijn vocaal wel aan een Nederl. onvolk. of volk. o, nooit aan een oe kunnen beantwoorden. Wat de oorsprong is van hoer? De geleerden weten 't tot nog toe niet.

L.Q.U.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken