Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Noord en Zuid. Jaargang 4 (1881)

Informatie terzijde

Titelpagina van Noord en Zuid. Jaargang 4
Afbeelding van Noord en Zuid. Jaargang 4Toon afbeelding van titelpagina van Noord en Zuid. Jaargang 4

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.26 MB)

Scans (23.51 MB)

ebook (3.36 MB)

XML (1.25 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Noord en Zuid. Jaargang 4

(1881)– [tijdschrift] Noord en Zuid–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Zinsverklaring.

Wat beteekent: ‘Eenvouds Godspraak’ in het stoomtuig van Staringh (Leop. Rijk. en de Groot, pag. 331)?

1.[regelnummer]
‘Zóó streeft het vóórt, dat Hoog met iedre poging nader,
 
Waar Eenvouds Godspraak in haar stillen tempel woont.’

De Eenvouds Godspraak, hier bedoeld, is: simplex sigillum veri, d.i. ‘de eenvoud is het zegel der waarheid’. De dichter wenscht, dat het stoomtuig met iedere poging Hoog, d.i. de volmaking, moge naderen. Die volmaking kenmerkt zich door eenvoud, tegenover Waan en Sleur, die in het vorige couplet genoemd zijn.

Wat is nu die Godspraak, door de godheid ‘de Eenvoud’ ververkondigd? Deze: ‘Eenvoud is het kenmerk der volmaaktheid.’ En werkelijk bestaat die volmaaktheid in ‘eenvoudigen samenstel der deelen’ en ‘volkomen beantwoording aan het doel, waartoe men het werktuig bezigt’. Eenvoud is dus ook hier het kenmerk der waarheid.

De dichter Staring spreekt in bovengenoemde verzen den wensch uit, dat het stoomtuig ‘met iedere poging’ de volmaaktheid meer nabij moge komen. Het begrip volmaaktheid stelt hij aanschouwelijk voor door eene plaats, n.l. den stillen tempel, waarin Eenvouds Godspraak woont.

Bilderdijk onderscheidde 't menschdom niet alleen naar 't geest-

[pagina 187]
[p. 187]

vermogen maar naar de spraak (zie Thijm ‘het Borstb. van Bilderdijk’, in Leop. Rijk. en de Gr. op pag. 434). Wat wordt hiermee bedoeld?

2.[regelnummer]
‘Bij u het schepslendom niet bloot in 't geestvermogen,
 
Maar, hoorbaar, door de spraak, Gods rijke gift, verdeeld.’

Ik doe hier opmerken, dat Thijm niet van het menschdom, maar van het schepslendom spreekt, d.i. van alles wat geschapen is; en dan verwondert het ons niet, dat Bilderdijk, een taalbeminnaar van top tot teen, die niet alleen het spraakvermogen, maar zelfs de taal van goddelijken oorsprong achtte, de spraak het onderscheidingsteeken noemt, waardoor de mensch zich boven al het geschapene verheft. Het doel van den Heer T. is, Bilderdijk te schetsen als dichter, als christen en als taalkenner. Dit laatste tracht hij te doen door het hooge standpunt aan te geven, vanwaar B. de spraak, Gods rijke gift, aanschouwt.

Dat de mensch zich van alle overige schepselen niet alleen door zijn geestvermogen, d.i. het vermogen om te oordeelen, maar ook door de spraak onderscheidt, is eene algemeen erkende waarheid. De dichter kan dus niet bedoelen: ‘Ook Bilderdijk geloofde dit.’

Wat is dan zijne bedoeling?

Na eerst B's voortreffelijkheid als Christen en zijne waarde als dichter geschetst te hebben, gaat hij aldus voort:

‘Bij u, o Bilderdijk, vond ik niet alleen het verstand des menschen op de juiste waarde geschat; maar ook Gods rijke gift, de spraak. Met andere woorden: Toen ik u den rijkdom uwer denkbeelden, de verhevenheid uwer gedachten in zulke schoone vormen, in zulk eene meesterlijke taal zag weergeven, toen, o Bilderdijk, gevoelde ik de waarheid van de stelling, dat niet alleen het vermogen om te oordeelen, maar ook het vermogen om zijne gedachten in schoonen en rijken vorm aan anderen mede te deelen, den mensch boven al wat geschapen is plaatst. In u vereer ik den mensch, den christen, den denker; maar tevens heb ik in uwe werken den onvermoeiden taalbeoefenaar ontdekt, die rusteloos “de spraak”, d.i. de taal, in alle schuilhoeken doorzocht, overtuigd als gij waart, dat deze rijke gift Gods bestemd is, om meer en meer veredeld, ontwikkeld, volmaakt te worden.’

Wil men ‘schepslendom’ opvatten in den zin van ‘menschdom’, dan blijft de verklaring dezelfde. Het doel van den dichter is in elk geval, B's voortreffelijkheid als taalkenner en taalbeoefenaar te doen uitkomen.

 

L.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken