Print Noord en Zuid. Jaargang 13(1890)– [tijdschrift] Noord en Zuid– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina XIII] [p. XIII] Register van Woorden en Uitdrukkingen, die in den Dertienden Jaargang van ‘Noord en Zuid’ besproken, verklaard of afgeleid werden. A. Bladz. Aan 379 Ablativus absolutus 444 Aloud 576 Als 497 Alsof 85 Avunkel 77 B. Bekomzaam 496 Benijden 366, 380, 470 Bestje 203 Beweren 390 Blauwe beul 75 Blond 175 Blonde heuvels 172-180 Bocht (In de bocht springen) 212 Bochten 213 Boeck 170 Boekijn (Mnl.) 170 Boonen (Hij is in de -) 217 Braaf 203 C. Cant 483 Childe Harold 79 Cramignon 213 D. Dag 387 Das (diernaam) 94 Deelen (Iets of in iets -) 115, 118 Dissel 94 Doemen 169 Dryaden 576 Dschaggannath 454 Duister 195 Durven 211 E. Eb 208 Eigen 200 Eland 94 Epimythion 394, 401 F. Feilen 219 Flavus 178 Foelie 219 Fransche fluit 168 G. Geestig 64, 392 Geheimenis 212 Gelden 202 Gemoeten 205 Grijsaard 119 H. Haast 205 Hand (Van - tot -) 210 Handwater (Dat haalt er geen - bij) 214 Heinde 211 Herdersuur (Voor 't -) 169 Hermelijn 94 Het (onb. voorn.) 128, 152 Hoofd 386 Hoogaltaar (Rusten in de schaâuw van 't -) 92 Hoogwaardige (Het -) 161 Humbug 483 I. Ichtyophagen 452 Idee 95 Isengrin 411 [pagina XIV] [p. XIV] J. Bladz. ‘Jonckbloets geestig boek’ 74 K. Kappelamt 209 Kasteel 95 Keur 211 Kolossaal 495 Korhoen 575 Kortswijl 496 Kroost 206 L. Laberdaan 94 Leeuwerik 94 Lijkgenooten 209 Lommer 574 Lutetia 455 Luwte 576 M. Martelaar 94 Maschal 408 Matras 94 Matroos 94 Meerder 116 Meet 451 Middelmatig 390 Moeien 206 N. Nacht (Het is -) 195 Natuurlijk 204 Net (Achter 't - visschen) 212 Noodig 205 Nors 199 Notulen 96 O. Olie 96 Onbedingd 452 Onbeschaamd 389 Ondervinden 390 Onderwind 391 Oneven 208 Ongebonden 389 Oorlog 386 Opdoemen 169 Opzingen 201 P. Paard 94 Palefrenier 94 Paradijsvogel 94 Persoon 96 Plaats hebben 390 Promythion 401 R. Reinaert 411 Regel 96 Rekken (Zijn pad -) 200 Rendier 94 Rhijnsche roemer 168 S. Sappho 79 Sardijn 94 Sarkasme 67 Scie 482 Slagnet 206 Slaken 493 Snoeren 92 Spits 210 Stander 116 Stellage. 194 Stemmig 207 Stoep 195 T. Taaleiland 548 Ten 198 Tenzij 473 Tranen 491, 500 Truc 482, 483 Twijfelstuk 391 U. Uien 199 Uitsmijten 206 Ure (Te goeder -) 197 [pagina XV] [p. XV] V. Bladz. Vader 386, 494 Veelvraat 95 Verhangen 202 Verletten 207 Vernoegen 203 Verwezen 113, 118 Voorloopen 199 Vorm 96 Vos 95, 410 Vuist (Voor de -) 202 W. Bladz. Weemoedig 389 Wezel 95 Winde 575 Wolf 410 Z. Zegen (Die 't voor den - beurt) 92 Zullen - zoude 33, 91, 188, 191 Zwijn (Het - des oorlogs) 96 Vorige Volgende