Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Noord en Zuid. Jaargang 22 (1899)

Informatie terzijde

Titelpagina van Noord en Zuid. Jaargang 22
Afbeelding van Noord en Zuid. Jaargang 22Toon afbeelding van titelpagina van Noord en Zuid. Jaargang 22

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (10.91 MB)

Scans (31.18 MB)

ebook (6.41 MB)

ebook (5.97 MB)

XML (1.53 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Noord en Zuid. Jaargang 22

(1899)– [tijdschrift] Noord en Zuid–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Ongebondenheid

Dit woord in zijn eigenlijke beteekenis zoeken we vergeefs in het Woordenboek der Nederlandsche taal. En toch komt het voor, ook in de taal der zeventiende eeuw. Een voorbeeld volgt hier.

In zijn Bijdragen tot de Geschiedenis der Nederlandsche Letterkunde, heeft Dr. G. Penon eenige brieven opgenomen van zeker advocaat aan het Hof van Holland, tevens ‘beminnaar en beoefenaar der schilderkunst,’ met name, Jan de Bisschop, ook wel Episcopius. In een brief nu, medegedeeld in het derde deeltje p. 48, gedateerd ‘Hage den 8 Maert 1667’, geadresseerd: ‘Godtvruchtige Welgeleerde de Gerardus Brandt, Predikant in de Remonstrantse gemeente, op de Turf Haven, naast het Oostindisch huys, Tot Hoorn,’ schrijft De Bisschop aan Brandt, naar aanleiding van een uit te geven boek: ‘Van de exemplaren begeer ik niet meer als een voor mijn, of alst naeuw omkomt sal mij oock genoegen, met de toegesonden bladen; want alle d' andre gunne uE. van herten, gelijk redelijk is: doch aen d' Hen. van Zuijlichem, van Brantwijk, aen d'Hr. Auditeur Dedel, aen d' Overbeecken, is mijns bedunckens nodich en betamelijk een te geven, 't welk uE. kan doen, soo het uE. aldus aengenaemst is, gelijk ick vertrouwe; soo niet, sai het door mijn geschieden. Doch aen d' Hr van Zuijlichem is wel betamelijk twee te senden, te weten oock een voor d'Hr. van Zeelhem, andersints soude ick aen die wel behoren een te geven. de ongebondenheijt van de exemplaren mach met een woordt en met de waerheijt werden verschoont.’

Als de Bisschop een exemplaar gaf, zou dat dus misschien bestaan hebben uit de bovenbedoelde ongebonden ‘toegesonden bladen.’ Hog waarschijnlijker is, dat alle exemplaren ingenaaid werden verspreid.

P.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken