Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Noordnederlandse Historiebijbel (1998)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.02 MB)

XML (1.19 MB)

tekstbestand






Editeur

Marinus K.A. van den Berg



Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/geschiedenis/tijdsbeeld(en)


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Noordnederlandse Historiebijbel

(1998)–Anoniem Noordnederlandse Historiebijbel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

38 capittel

Op die tijt doe toech Judas van sinen bruederen tot enen man van Odolamiten ende sinen name was Yram. Die man had een scoen dochter; die nam Judas. Ende si creech een kint bi Judas ende dat noemde hi Her. Ende daerna doe creech si noch een kint. Dat noemde Judas Onam. Daerna creech si dat dorde kint. Dat noemde hi Zela. Doe en brocht dat wijf niet meer kinder. Daerna doe gaf Judas sijn outste soen Her een wijf ende was genoemt Thamer. Ende die soen starf ende en wan geen kinder an Thamar. Doe seide Judas tot sinen anderen soen Onam: "Gaet ende neemt uwes brueders wijf, opdat gi kinder moecht winnen ende verwrecken dat saet uwes brueders." Die brueder nam dat wijf. Hi starf, mer en wan

[Folio 23va]
[fol. 23va]

geen kinder.

Doe seide Judas tot Thamer, sinen snaer: "Trect in uwes vaders huys ende blijft weduwe also lange waent Zela, mijn dorde zoen, out genoech is, so moech gi hem nemen tot enen man." Mer hem gruwelde dat sijn dorde soen sterven soude, als die eerste gedaen hadden. Thamer ghinc vandaen ende woende mit haren vader. Ende een wijl tijts daerna doe starf Zue, Judas wijf. Ende Judas die bescreydese als die manier was ende daer vertroesten hem sijn vrienden. Doe ghinc Judas mit sinen knechten int lant van Odolamiten om sijn scapen te sceren. Ende Thamer hadde haer weduweclederen uutgedaen. Ende si hadde een mantel der blijscappen om haer ende sat buten der steden in enen wech daer 2 wegen sceiden. Ende omdat si wachtede na Zela, Judas dorden soen, so en nam si geen man. Ende doe Judas haer sach, doe meende hi dattet een gemeen wijf was. Mer Thamer bedecte haer aensicht, dat Judas haer niet en kende. Judas en wist niet, dattet sijn snaer was ende seide tot haer: "Wil gi minen wil doen?" Doe seide Thamer: "Wat wil gi mi daervoir geven?" Judas seide: "Ic wil u een guede geyt geven uut minen beesten." Doe seide Thamar: "Ic sel doen dat gi

[Folio 23vb]
[fol. 23vb]

wilt, mer geeft my daer guede erre op, totdat gi my sent dat gi mi geloeft hebt." Doe seide Judas: "Wat wil gi dat ic u te erre geve?" Doe seide Thamar: "Ju vingerlinc, u hecsel ende u stoc die gi in die hant hebt." Ende Judas gaft haer te erre. Ende Thamer ontfinc daer kint van Judas. Ende doe ghinc si thuus mit die juwelen ende dede weder an weduweclederen. Doe seinde Judas een geyt mit enen heerde om dat wijf te geven ende die juwelen weder te ontfangen. Doe die knecht ter stede quam daer hem sijn meester wijsde, doe en vant hi daer nyement. Doe vraechde hi die luden die daer ghingen, waer dat gemeen wijf was. Die luden seiden: "Daer en plach geen gemeen wijf te sitten." Doe ghinc die knecht tot Judas ende seide dat hi dat wijf niet en vant, ende dat die mannen seiden, dat daer geen gemeen wijf en plach te sitten. Doe seide Judas: "Si heeft dat my geseit, mer si heeft gelogen." Ende siet, na 3 maenden doe wort Judas geboetscapt dat Thamer, sijn snaer, kint droech in overspul, want men macht sien, dat si al grof wort. Doe seide Judas: "Gaet ende haeltse tot mi. Ist also, men selse barnen." Doe brocht men Thamar geleet tot haren sweer. Doe leide si die juwelen voer hem ende seide: "Des die juwelen sijn, des is dat kint dat ic drage." Doe ken\de

[Folio 24ra]
[fol. 24ra]

Judas sijn vingerlinc, sijn hecsel ende sijn stoc, ende seide: "Tis mijn scout, dat ic u Sela, mijn zoen, niet en gaf." Ende daerna worden van Thamer twee kinder geboren. Dat eerste noemde men Phares ende dat ander noemde men Zaram.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken