Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Noordnederlandse Historiebijbel (1998)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.02 MB)

XML (1.19 MB)

tekstbestand






Editeur

Marinus K.A. van den Berg



Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/geschiedenis/tijdsbeeld(en)


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Noordnederlandse Historiebijbel

(1998)–Anoniem Noordnederlandse Historiebijbel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

9 capittel

Doe alle die coningen ende die steden van dien lande verhoerden hoe die kinder van Ysrahel Yerico ende Hay gewonnen hadden, doe gruwelde hem. Ende si spraken tesamen dat sise wederstaen wouden.

Doe was daer een stercke stede, hiet Gabaon, ende die verhoerden die victorie die die kinder van Ysrahel hadden ende hoe dat si Haey ende Yerico gewonnen hadden, ende hoe dat si al dat volc, jonc ende out, verslegen hadden, ende die stede verbarnt hadden. Doe ontsagen si die doot ende senden boden tot

[Folio 85va]
[fol. 85va]

Josue ende deden an oude, lappede scuenen ende versleten clederen, ende lueden ezelen mit ouden vaten mit water ende mit hert, verdroecht broet. Doe quamen si tot Josue, die doe was in Galgala. Ende si seiden tot hem ende tot den gemenen volc: "Wi comen uut enen verren lande tot u om vrede mit u te maken." Doe seiden die kinder van Ysrahel: "Woen gi int lant dat ons God heeft beloeft te geven, so en moghen wi gene vrede mit u maken." Doe seiden si tot Josue: "Wi sijn u knechten." Doe seide Josue: "Waen sie gi gecomen?" Doe seiden si: "Van enen verren lande. Wi sijn tot u gecomen als knechten in den naem Gods. Wy hebben gehoert van die grote macht die gi hebt ende wat gi gedaen hebt in Egipten ende oec wat gi den twee coninghen gedaen hebt over die Jordaen: Zeon, die coninc van Ebeson, ende Og, den coninc van Basan. Doe onse heeren dit vernamen, doe seiden si tot ons: Neemt spijs ende dranc mit u, omdattet verre in vreemden lande is, ende trect tot die kinder van Ysrahel ende verworft ons vrede. Ende doe wi uut onsen lande togen, doe waren onse clederen nyeu ende die sijn nu versleten. Onse scuenen die waren nyeu; die sijn nu gelappet ende versleten. Onse vaten mit den dranc die waren nyeu; die sijn nu out ende ver\weert.

[Folio 85vb]
[fol. 85vb]

Ende siet, ons broet is verhert ende verscimmelt om lancheit des weges." Josue die waende dat si waer seiden ende en vraechde Gode genen raet. Ende Josue die maecte enen vrede mit hem, dat hise niet doden en soude. Ende die princen ende dat gemeen volc die swoeren hem vrede.

Ende drie dagen daerna vernamen si dat si daerbi int lant woenden. Doe togen die kinder van Ysrahel daer int lant ende quamen op den dorden dach in die grote stat Gabaon ende in die ander steden, als Caphira, Betoth, Cariaterim. Ende si en verslogense niet, omdat si hem vrede gesworen hadden in den naem Gods van Ysrahel. Doe murmureerden dat volc jegen die princen. Doe andwoerden die princen ende seiden: "Wi hebben hem in den naem Gods vrede gesworen. Daerom en mogen wi hem niet misdoen. Mer si sellen levende bliven ende ons dienen ende dregen hout ende water dat men in die tabarnakel behoeft." Doe seiden die van Gabaon: "Het was ons geboetscapt dat God u soude geven al dit lantscap in uwen handen ende verjagen alle die daerin woenden. Daerom ontsagen wi u ende sochten raet om ons lijf te behouden. Ende nu sijn wi in uwen handen. Ende dat u reden ende recht denct wesen, dat doet mit ons." Josue die bescermtse ende si en worden niet verslegen. Ende hi scicketse dat si hout souden dregen ende water souden halen ter steden die God vercoes daer men Hem dienen

[Folio 86ra]
[fol. 86ra]

soude.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken