Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Noordnederlandse Historiebijbel (1998)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.02 MB)

XML (1.19 MB)

tekstbestand






Editeur

Marinus K.A. van den Berg



Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/geschiedenis/tijdsbeeld(en)


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Noordnederlandse Historiebijbel

(1998)–Anoniem Noordnederlandse Historiebijbel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

10 capittel

Doe Adonysedech, die coninc van Jherusalem, vernam dat Josue Haey ende Jerico gewonnen hadde ende haer coningen ende haer volc verslegen hadden, ende dat die van Gabaon onder die Ysrahels handen waren gegaen, doe was hi seer vervaert, want Gabaon was een grote coninclike stat ende voel meerre dan Hay. Ende daer waren sterke vechters in. Doe sende Adonysedech, die coninc van Jherusalem, tot Ocham, die coninc van Ebron, ende tot Pharan, den coninc van Yerimoth, ende tot Japhie, den coninc van Lachis, ende tot Dabir, den coninc van Eglon, ende bat hem dat si tot hem comen souden ende brengen haer volc mit hem, want hi woude Gabaon beleggen, omdat si Josue ende den kinderen van Ysrahel onderdanich waren geworden. Die vijf coningen van Amorreen die vergaderden tot den coninc van Jherusalem ende si belagen die stede van Gabaon. Doe senden die van Gabaon tot Josue, die doe in Galgala was, ende si baden hem dat si hem haestelic te hulpe wouden comen ende ontsettense van den coningen van Amorreen. Doe toech Josue uut Galgala mit al sijn stercste volc.

Doe seide God tot Josue: "Ontsiet u niet! Al dat volc sel Ic in uwen handen geven ende nyement en sel u mogen wederstaen." Doe toech Josue in der nacht van Galgala ende ontsettede die van Gabaon ende verjaechdense ende ver\sloechse

[Folio 86rb]
[fol. 86rb]

die daervoir waren.

Ende God sende van den hemel grote hagelstenen die meer volcx dootvielen dan si mitten swaerde verslogen. Ende doe bat Josue an God dat die sonne most bliven staen ende die maen niet en rese, opdat hi sijn vianden mocht vervolgen. Ende die sonne bleef staen enen helen dach lanc midden an den hemel ende nye soe en wast so lange dach, voir noch na, want om dat gebet van den menschen so vacht God voir Ysrahel.

Die vijf coningen die verborgen hem in een spelunc in Maceda ende dat wort Josue geboetscapt. Doe geboet Josue dat men dat gat van der spelunc soude mit stenen bedecken ende hi settede daer wachters voer. Doe geboet Josue dat si haer vianden vervolgen souden. Ende die kinder van Ysrahel deden also. Ende doe si niet meer vianden en vonden, doe quamen si weder tot Yosue in Maceda. Doe geboet Josue dat men die mont van der spelunc soude opdoen ende brengen die vijf coningen voer hem. Ende sijn dienaren deden also ende brochten die vijf coninghen voer Josue, als die coninc van Jherusalem, die coninc van Ebron, die coninc van Yerimoth, die coninc van Lachis ende die coninc van Eglon. Doe riep Josue

[Folio 86va]
[fol. 86va]

die princen van den volc tot hem ende seide: "Gaet ende set uwen voeten op die halsen van den coningen." Die princen deden also. Doe seide Josue: "En weset niet vervaert! Aldus sel God al u vianden onder u voeten geven." Doe dede Josue die coninghen alle vijf hangen tot den avont toe. Ende doe die sonne onder was, doe deedse Josue ofdoen ende worpense in een spelunc ende deedse bedecken mit stenen.

Ende op dien dach destrueerde Josue Maceda ende sloecht al doot dat daerin was ende verbarnde die stede. Ende van Maceda toech Josue mit al sijn volc tot Lebna ende versloech dat volc ende verbarnde die stede ende wan Lebna. Doe togen si tot Lachis. Ende des anderen dages doe bestormden si die stede ende slogen al dat volc doot. Ende op die tijt was Yram, die coninc van Gazer, Lachis te hulpe gecomen. Ende die wort mede verslegen mit al sijn volc. Doe toech Josue mit al sijn volc van Lachis voer Eglon ende vacht daerjegen. Ende si verslogen den coninc mit al sijn volc. Ende doe verslogen si al dat volc van Ebron. Ende doe togen si voir Dabir. Ende daer verslogen si den coninc ende al dat in der stede was. Ende Josue versloech al dat volc dat int gebercht woende ende daeromtrent in al dat lant.

[Folio 86vb]
[fol. 86vb]

Ende doe toech hi weder mit sinen volc in Galgala ende rustede daer.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken