Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Noordnederlandse Historiebijbel (1998)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.02 MB)

XML (1.19 MB)

tekstbestand






Editeur

Marinus K.A. van den Berg



Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/geschiedenis/tijdsbeeld(en)


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Noordnederlandse Historiebijbel

(1998)–Anoniem Noordnederlandse Historiebijbel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

21 capittel

Doe seiden die van Ysrahel in Masfa ende swoeren dat nyement van hem allen en souden die van Benyamin haer dochteren te hilic geven.

Ende doe togen die van Ysra\hel

[Folio 104va]
[fol. 104va]

alle in Sylo voer die arke Gods ende screyden tot den avont toe ende seiden: "Waerom is dit quaet gesciet onder den volc, dat een van onsen 12 geslachten huden al tenietgegaen is?"

Des anderen dages waren si vroech op ende maecten een outaer ende deden daer God sacrifici ende offerhande. Ende si deden penitencie, omdat si haer bruederen van Benyamin al verslegen hadden. Ende si seiden: "Daer is meest al verslegen een geslacht van Ysrahel, sonder een luttel mannen. Ende waen sellen die wiven nemen? Wi hebben gesworen dat wi onse dochteren hem niet geven en sellen." Doe seiden si: "Sijn daer oec enighe steden van den kinder van Ysrahel die niet mit ons te stride geweest en hebben?" Ende doe wort daer gevonden dat die van Jabes ende van Galaad niet mit hem te stride en waren. Doe seinden si daer 10.000 stercker mannen. Ende si geboden hem ende seiden: "Gaet ende slaet al doot dat in Jabes ende in Galaad is, ist wijf ende man, out ende jonc. Mer maechden die geen mannen en hebben gehat, hout die levende, opdat men die van Benyamin die maechden mach geven te manne." Die mannen ghingen

[Folio 104vb]
[fol. 104vb]

tot Jabes ende verslogent al dat daerin was, sonder 400 maechden; die brochten si in Sylo. Doe seinden si boden an die van Benyamin die in der woestinen waren, dat si comen souden in Sylo. Men soudse daer in vreden ontfangen. Doe quamen die van Benyamin uut der woestinen ende dier wasser 600 mannen. Doe gaf men die 400 maechden den 400 mannen. Ende men hiet hem dat si trecken souden int lant van Benyamin ende die steden ende dat lant regieren ende bewonen.

Doe bleven daer noch 200 mannen sonder wiven. Doe ghingen si te rade ende seiden: "Wi en moeten ons dochteren hem niet geven te wive. Mer hier comt een hoechtijt, dat alle die van Ysrahel ter hoechtijt sellen comen in Sylo. Ende gi selt dan gaen leggen in die wijngaerden. Ende als die maechden comen ter hoechtijt, so neemt elc een maecht ende trect daermede int lant van Benyamin ende tymmert die stede ende bewoent dat lant. Ende als die vaderen of die bruederen tot ons comen ende clagen over u, so sellen wi seggen: misdoet hem niet ende weest tevreden. Si en hebben die maechden niet geroeft, noch vercraft, noch mit vechten genomen. Mer om haer beden willen so sijn si

[Folio 105ra]
[fol. 105ra]

mit hem gegaen ende also en sijn si u niet gegeven. Ende so en hebben die ouders geen sonde." Ende als men ter hoechtijt ghinc, so ghinghen die mannen bi een ende die wiven bi een ende die maechden bi een. Doe deden die mannen van Benyamin als hem bevolen was, ende wachteden die maechden ende namense ende leidense mit hem ende besaten haer lant. Ende die ander mannen van Ysrahel die togen doe gelijc thuys. Ende in dier tijt soe en wasser geen rechter in Ysrahel. Mer wat een ygelic dochte, dat dede hi na sinen wille.

 

Explicit liber Judicum.

 

Hoc opus exegi, Cristo sit gloria Regi.

 

Et sic est finis, sit laus et gloria Trinis.

 

Qui legit, emendat; scriptorem non reprehendat.

 

Scriptor scripsisset bene melius, si potuisset.

 

Qui scripsit scripta, sua dex\tera

[Folio 105rb]
[fol. 105rb]

sit benedicta.

 

Hieran volcht die Hystorie van Ruth.

 

 

[Folio 106ra]
[fol. 106ra]


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken