Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Noordnederlandse Historiebijbel (1998)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.02 MB)

XML (1.19 MB)

tekstbestand






Editeur

Marinus K.A. van den Berg



Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/geschiedenis/tijdsbeeld(en)


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Noordnederlandse Historiebijbel

(1998)–Anoniem Noordnederlandse Historiebijbel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Hier beghint dat Eerste boec der Coninghen

Dat eerste capittel

Het was een man van Ramatha - dat was van Armathien - ende lach int gebercht van Effraym. Ende die man hiet Elkana ende was Jeroboams soen. Ende hi hadde een wijf, hiet Anna. Ende si en cregen geen kinder. Si togen altoes ter hoechtijt in Sylo, daer doe die tabarnakel was mit der arken. Ende si deden daer God sacrifici ende offerhande. Ende Helijs twee kinderen die dienden in die tabarnakel Gods, Ofny ende Finees. Ende Elkana quam daer ende dede sijn offerhande. Ende Anna, sijn wijf, die dede daer oec haer offerhande ende was bedroeft, omdat si geen kinder en creech. Ende altoes als si ten tempel quam, so vastede si ende screyde ende bat God dat Hi haer een vrucht verlenen woude. Doe Anna aldus screyde ende bedrovet was, doe seide Elkana, haer man, tot haer: "Anna, waerom screy gi aldus seer? Ende gi en eet niet ende sijt aldus bedroeft. Ben ic u niet beter ende vordeli\ker

[Folio 109rb]
[fol. 109rb]

dan kinderen?" Mer Anna die screyde ende bat noch ynnichlic an Gode: Waert dat hi haer een knechtgin verleende van haren man, si soude dat kint Gode offeren in sinen dienst ewelic te bliven. Ende nymmermeer en soude daer scaermes op sijn hoeft comen. Doe Anna aldus lange in den tempel gebeden hadde, mer men mocht die stemme niet horen. Ende Helij, die biscop, sach dat si daer lange gelegen hadde ende hi en sach haer mont niet roeren ende en hoerde geen stemme. Daerom meende hi datse droncken hadde geweest ende seide tot haer: "Recht u op ende laet den wijn wat sinken." Doe andwoerde Anna ende seide: "Here, ic en ben niet droncken. Ic ben een onsalich wijf. Ic en hebbe nye wijn gedronken, noch genen dranc daer men droncken of drincken mach, mer ic lach ende sprac mijn gebet voir dat aensicht Gods. Daerom, en rekent u dienstmaecht niet als Belyals dochter, want uut voelheit der droefheit so heb ic God hier angebeet." Doe seide Helij: "Dochter, gaet in vreden. God van Ysrahel sel u verlenen dat gi gebeden hebt." Doe ghinc Anne mit haren man Elkana thuyswaert in Ramatha.

[Folio 109va]
[fol. 109va]

Ende si wort mit kinde. Ende daerna doe brocht si enen soen voert ende noemde die Samuel. Doe toech Elcana mit al sijn gesin in Sylo totter tabarnakel Gods ende offerde daer Gode giften ende gaven. Ende Anna die seide: si en woude niet mede tot der tabarnakel, eer dat kint Samuel gespeent waer van der melc. Dan soude si dat in die tabarnakel Gods offeren. Doe seide Elkana, haren man: "Anna, doet dat beste ende blijft bi huys, waent dit kint gespeent is." Ende Anna dede also. Ende doe dat kint gespeent was, doe nam Anna 3 calveren, 3 maten meels ende een canne wijns ende ghinc mit Samuel totter tabarnakel Gods in Sylo ende offerde daer Gode die calveren. Ende dat kint Samuel dat offerde si Helij, den biscop, ende seide: "Here, ic bid u: leeft u siel voer God, so hoert my. Ic ben dat wijf die gi voir Gode saecht bidden, omdat Hi mi een kint soude verlenen. Ende ic lovede God dat ic dat kint ewelic in sinen dienst offeren soude. Daerom, ontfanctet nu ende houtet totten dienst Gods." Ende Anna die anbede doe Gode ende maecte doe dit canticum of den

[Folio 109vb]
[fol. 109vb]

psalm die hierna volget.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken