Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Noordnederlandse Historiebijbel (1998)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.02 MB)

XML (1.19 MB)

tekstbestand






Editeur

Marinus K.A. van den Berg



Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/geschiedenis/tijdsbeeld(en)


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Noordnederlandse Historiebijbel

(1998)–Anoniem Noordnederlandse Historiebijbel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

21 capittel

Doe ghinc David in Nobe tot Abymelech, den priester. Ende doe hem Abymelech sach, doe ghinc hi hem jegen ende seide tot David: "Waerom coem gi dus alleen?" Doe seide David tot Abymelech: "Die coninc heeft mi sulke dingen ontboden, die ic nyement seggen en wil. Daerom ben ic heymelic van hem gegaen." Voert seide David: "Heb gi enich broet of yet dat men eten mach, dat geeft mi, want ic in drien dagen luttel gegeten hebbe." Doe seide Abymelech tot David: "Ic en hebbe geen broet voer leekemannen. Mer dat broet dat ic hebbe, dat is al geheilicht. Mer waer gi ende die bi mi sijn reyn van wiven, ic gaeft u te eten." Doe seide David tot den priester: "Wi en hebben gisteren noch eergisteren geen geselscap mit wiven gehadt." Doe gaf die priester hem dat geheilichde broet, want daer anders geen en

[Folio 123ra]
[fol. 123ra]

was. Ende op die tijt was daer een man van Sauls gesin in die tabarnakel. Ende sinen naem was Doech van Ydumeen ende was Sauls heerde van sinen muylen.

Doe seyde David tot Abymelech: "Heb gi yet een speer of een swaert dat gi mi geeft? Mijn swaert ende mijn harnas en heb ic niet mit mi gebrocht." Doe seide die priester: "Siet, hier is Golyath sijn swaert, die gi verslegen hebt. Ende anders en is hier geen swaert." Doe seide David: "Geeft my dat swaert."

Ende doe vloech David voir Saul ende quam tot Achis, den coninc van Geth. Doe seiden des conincs knechten: "Is dit niet David, daer die vrouwen voer songen: `Saul versloech 1.000 man ende David 10.000?'" David onthielt die woerden in sijnre herten ende ontsach den coninc van Geth. Ende hi verwandelde sijn spraec ende geliet hem, of hi dwaes ende ontsinnich hadde geweest. Ende sijn spekel dat hinc hem in sinen baert. Doe seide die coninc Achis tot sinen knechten: "Waerom heb gi desen dwasen, onsinnigen mensche tot mi gebrocht? Leet hem van henen ende laet hem thuys gaen."

Doe maecte David dien psalm: Benedicam Dominum in omni tempore; semper laus eius in ore meo. Ic sel den Here gebenedien in allen tiden; altoes sel sinen lof wesen in minen monde. Ende dien

[Folio 123rb]
[fol. 123rb]

psalm voert uut.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken