Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Noordnederlandse Historiebijbel (1998)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.02 MB)

XML (1.19 MB)

tekstbestand






Editeur

Marinus K.A. van den Berg



Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/geschiedenis/tijdsbeeld(en)


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Noordnederlandse Historiebijbel

(1998)–Anoniem Noordnederlandse Historiebijbel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Vijf capittel

Doe sende die coninc Hyram uut Tyren sijn knechten an coninc Salomon om die vrientscap te vernyeuwen die hi mit David, sinen vader, hadde. Doe seynde Salomon sijn knechten an den coninc Hyram die seiden: "Coninc Salomon die ontbiet u gruet. Ende gi weet die wille sijns vaders: dat hi God gaerne een huys gemaect hadde. Mer overmits strijt ende vechten so en woudet God van hem niet hengen. Ende nu heeft God mi rust ende vrede gegeven jegen alle mine ommesaten. Ende sathan noch geen quaet en gemoet my. Daerom denck ic minen Here, minen God, enen tempel te maken, als mijn vader mi bevolen heeft. Daerom bid ic u dat gi mi daerom zederhout doet houwen van Lybano. Ic sel u mijn knechten senden. En u knechten die sel ic lonen na haren begeert, want in mijn lant en is nyement die hem op

[Folio 153va]
[fol. 153va]

dat hout verstaet, als u volc doet." Doe die coninc Hyram die woerden hoerde van Salomon, doe was hi verblijt ende seide: "Gebenedijt moet God wesen, die David desen wisen soen verleent heeft." Doe seinde die coninc Hyram sijn boden tot Salomon ende seiden: "Die coninc Hyram die heeft u gebot ghehoert ende verstaen. Ende hi sel doen na uwen wille ende senden u hout van cederbomen ende ander hout. Ende sijn knechten sellen dat hout houwen ende brengen dat op der zee ende scepen dat ende brengent waer gi begheert. Ende here coninc, sent gi den coninc Hyram weder spise sijn volc of te leven."

Doe vercoes Salomon 30.000 mannen die arbeiden souden in dat hout. Ende dat waren van sinen ondersaten mer niet van den kinderen van Ysrahel; die sende hi tot den coninc Hyram.

Ende daer sende hi mede 20.000 choros tarwen. Dat was na den Hebreeuschen een mudde. Ende 30 maten die maecten een mudde. Ende choros dat is also voel last als een cameel dregen soude tot enen mael. Oec sende hem Salomon 20 choros claerre olyen. Dit sende Salomon Hyram alle jaer.

Ende die 10.000 mannen die arbeiden een maent ende dan rusteden die

[Folio 153vb]
[fol. 153vb]

ander 20.000 Ende Adonyram die was prince van dien arbeiders die in dat hout wrochten ende hi regierde die. Ende dat hout quam bi Jherusalem an in een stede, hiet Joppe. Ende daer deed men dat op. Ende Salomon hadde daertoe gescicket 70.000 paerden, die dat hout ende die stenen sleepten ende dien last drogen. Ende hi hadde geordiniert 80.000 steenhouwers, die die stenen uut den gebercht hyewen, ende 3.000 steenhouwers, die die stenen pareerden ende bequaem maecten int werc te leggen. Ende daer waren 300 meesters die dat werc regierden ende dat volc te werc scicten ende van al dat hout te houwen ende van die stenen te houwen.

So en wort binnen Jherusalem nye hamerslach gehoert noch bilenslach. Ende dat bedreef Salomon mit sijnre wijsheit, want daer was een vogel struus, die hadde jongen, die dede Salomon stolpen onder een glasen vat. Doe sach die struus dat jonc ende hi en condet niet voeden. Doe vloech hi in die woestijn ende nam daer een worm ende brochten bi dat glas. Doe verscoerde die struus den worm ende dat bloet van den worm dat streec hi op dat glas. Doe sceide dat glas an tween ende also verloste die struus sijn jongen. Doe dede Salomon voel van dien wormen vergaderen. Ende als men dat hout of die stenen corter of dinre of smaelre hebben wou\de,

[Folio 154ra]
[fol. 154ra]

soe streec ment mit dien bloede van dien wormen. So viel dat hout of die stenen of sonder geluyt. Ende dien berch daer Salomon den tempel op setten woude, die dede hi slechten, effenen ende breden, na dat hi den tempel lanc ende groet hebben woude.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken