Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Noordnederlandse Historiebijbel (1998)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.02 MB)

XML (1.19 MB)

tekstbestand






Editeur

Marinus K.A. van den Berg



Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/geschiedenis/tijdsbeeld(en)


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Noordnederlandse Historiebijbel

(1998)–Anoniem Noordnederlandse Historiebijbel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

10 capittel

Doe screef Jehu brieven ende sende die in Samarien tot den rechteren ende den oversten van der steden. Ende aldus hielden die brieven: "Achab, u heer, die hadde 70 kinderen. Ende gi hebt wagenen ende paerden, stercke steden ende hernas. Kyest die stercste van Achabs kinderen, of die u alrebest genoecht tot enen coninc ende vecht mit hem voir sijn geslacht." Die van Samarien die waren vervaert ende seiden: "Siet, ten behoert niet te wesen twee coninghen in enen rijc, want wi en willen u niet weerstaen." Doe senden si boden tot Jehu, die seiden: "Heer, die van Samarien dat sijn u knechten. Ende wat gi gebiet, dat sellen si doen. Mer wi en kyesen anders genen coninc dan u. Wat u genoecht, dat doet."

Doe screef hem Jehu noch enen brief die aldus hielt: "Est dat gi mi kent voer enen coninc ende wil gi my dienen ende onderdanich wesen, so seint my morgen tot deser uren al die hoefden van Achabs uwes heren kinderen, die 70 hier in Ysrahel." Doe die brieven in Samarien quamen, doe onthoefden si 70 mannen, Achabs kinderen, ende deden die hoefden in corven ende sendense in Ysrahel. Doe quam daer een bode tot Jehu ende seide dat die hoefden van des conincs kinderen daer waren. Doe seide Jehu: "Lectse in twee graven buten voir der poerten tot morgen."

[Folio 183rb]
[fol. 183rb]

Des morgens vroech doe ginc Jehu buten der poorten ende seide tot al den volc: "Gi sijt gerechtich. Ic heb gesworen jegen minen heer, den coninc, ende ic heb hem gedoot. Ende wie heeft al dit volc gedoot anders dan ic selve? Daerom, siet wat God gebiet op der aerden. Daer en sel niet of afterbliven. God sprac doer den propheet: "Achabs huys sel men al verslaen." Doe versloech Jehu daer in Ysrahel alle die Achabs vrienden waren ende sijn magen ende sijn priesteren ende alle die hem gedient hadden tot sinen hove ende en liet er nyement leven.

Doe toech Jehu vandaen tot Samarien. Ende in den wege daer gemoetede hem Ochosias 12 bruederen, mer si en wisten niet dat Jehu haren brueder gedoot hadde. Doe seide Jehu: "Wat volc sidi?" Doe seiden si: "Wi sijn Ochosias, des conincs van Juda, bruederen ende wi trecken tot des conincs van Ysrahels kinderen te grueten." Doe seide Jehu tot sinen gesin: "Neemtse alle ende worptse in die cystaerne." Doe warp men die 12 bruederen mit haer gesin in een put. Ende daer bleven si alle doot, mit hem 12 bruederen.

Doe reet Jehu voert. Ende doe quam Jonadab, Rechabs zoen, in sijn gemoet ende hi gruete Jehu. Doe seide Jehu: "Is u hert rechtvaerdich tot mi, als mijn

[Folio 183va]
[fol. 183va]

hert tot u is?" Doe seide Jonadab: "Jaet." Doe seide Jehu: "So geeft mi dan u hant." Doe gaf hem Jonadab die hant ende Jehu toech hem bi hem op sinen wagen ende seide: "Rijt mit mi in Samarien." Doe Jehu in Samarien quam, doe versloech hi al dat van Achab gecomen was ende dat van sijnre vrientscap was, ende en liet nyement leven tot enen toe, als God doir den propheet gesproken hadde.

Doe vergaderde Jehu dat gemeen volc ende seide: "Die coninc Achab die anbede Baals afgoden ende ic wil hem mede dienen. Daerom so vergadert al Baals propheten ende sijn priesteren ende sijn dienaren ende en laet nyement after, want ic wil Baal grote sacrifici doen. Ende die daer nyet en comt, die sel ic doden." Mer Jehu dede dat om lagen te leggen om Baals dienres te verslaen. Doe seide Jehu: "Ghebiet hoechtijt te houden van Baal." Doe wort daer geropen ende vergadert al dat gemeen volc van Ysrahel. Ende si quamen alle tesamen om Baal te dienen. Ende doe was Baals tempel vol van Baals dieneren ende deden hem sacrifici ende offerhande. Ende Jehu stont voir die doer des tempels Baals ende vercoes 80 stercke mannen ende seide tot hem: "Alle die menschen die in den tempel sijn, die sette ic in uwen handen. Ende ist datter u een ontgaet,

[Folio 183vb]
[fol. 183vb]

gi en dootse alle, u lijf sel voir hem gaen." Het is gesciet doe die sacrifici gedaen was. Doe ghingen die 80 mannen in den tempel ende verslogen alle die dieneren die in den tempel waren, sodatter hem niet een en ontghinc. Ende si braken ende verbarnden al die beelden. Ende Baals outaer dat braken si ende maectent teniet. Ende Jehu destrueerde ende brac over al Ysrahel Baals outaren ende alle die ander beelden.

Mer hi bleef in die sonden Jeroboams ende anbede die gulden calveren die Jeroboam dede maken. Ende die waren in Betel ende in Dan. Ende die en destrueerde hi niet. Ende doe begonde dat God te verdrieten over dat lant van Ysrahel. Ende Azael, die coninc van Syrien, quam in dat lant ende versloech dat volc ende destrueerde dat lant van Ysrahel van der Jordanen tot den oesteneynde toe ende al dat lant van Galaad, van Gad, van Ruben, van Manasses ende van Basan tot dat lopende water van Arnon, gelijc Helizeus tevoren voirsproken hadde.

Voert, al die woerden ende wercken Jehu die sijn bescreven in der Propheten boken. Jehu regneerde 28 jaer over Ysrahel. Ende doe sterf hi ende wort begraven in Samarien. Ende Joachas, sijn soen, regneerde na hem over Ysrahel.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken