Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Een notabel boecxken van cokeryen (1994)

Informatie terzijde

Titelpagina van Een notabel boecxken van cokeryen
Afbeelding van Een notabel boecxken van cokeryenToon afbeelding van titelpagina van Een notabel boecxken van cokeryen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.54 MB)

XML (0.20 MB)

tekstbestand






Editeurs

R. Jansen-Sieben

Marleen van der Molen-Willebrands



Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/lifestyle


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Een notabel boecxken van cokeryen

(1994)–Anoniem Notabel boecxken van cokeryen–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 13]
[p. 13]

Inhoudsoverzicht van Een notabel boecxken van cokeryen

1 In den eersten wildi maken een wit bruwet tot capuynen ofte tot kieckenen oft tot calfvleessce 19
2 Blancmengier 19
3 Om te maken een bruwet 20
4 Om te maken blancmengier totten vissce, tot snoecken oft berbeelen ofte anderen vysch daertoe dyenende oft daer blancmengier op behoeft 20
5 Om kimmeneyde te maken rouwe ofte besondere dat es dye sause alleene 20
6 Om te maken kimmeneye tot hoenderen 21
7 Om te maken een duenne kimmeneye buyten der vastenen op verckenvleesch 21
8 Tot eender kimmeneyen binnen der vastenen 21
9 Item ghy sult weten dat men in alle kimmeneyen geen cruyt en doet anders dan comijn ende sofferaen 21
10 Maect jeleye aldus 21
11 Om te maken ander jeleye 22
12 Aldus maect men oock jeleye buyten der vastenen 23
13 Om te sieden luwe ofte palinck in die jeleye toe doene 23
14 Item ghesouten palinck 23
15 Om te sieden carpers oft snoecken 24
16 Om ghesouten visch te sieden alderhande 24
17 Om twelef schotelen jeleyen te maken 24
18 Om creften te sieden 25
19 Om te bereyden willocxen 25
20 Om te bereyden meerswijn metten pepere 25
21 Om een lampreye te maken ende te bereydene 26
22 Om pricken te bereyden 26
23 Om vlote te bereyden 26
24 Om spierinck te backen oft oock andere visscen als
carpers, pladdysen ofte oock wat vysch dat ghy wylt
26
25 Om te makenne een ganselsie buiten der vastenen 27
26 Om te maken een ghanselsie binnen der vastenen 27
27 Om een amandeleye binnen der vastenen 27
28 Om te maken een mandrice 27
29 Om te makene een gruen sause 28
[pagina 14]
[p. 14]
30 Neemt palinc ende die snijt met kerten 28
31 Een sause tot calfvleesch ende tot kiekenen 28
32 Om te maken een bipeper tot hasen 28
33 Om te maken een sause tot leeuwercken 29
34 Een bipeper tot creften 29
35 Om te maken hoendren metter drossieren 29
36 Om te makene een subbelet tot gaffereyen van der gans ofte metten venisoene oft tot hamelenvleessche 30
37 Om te maken oft te stoven vleesch oft vysch dat men wilt maken metten wijne oft metten cruyden 30
38 Om te stoven hoenderen metten verckenvleesce 30
39 Om te maken moerteroel 30
40 Om te maken galentijn totter vloten 31
41 Om te maken een bruyn peper 32
42 Om snoeck ende palinck te bereyden 32
43 Om pertrisen te bereyden 33
44 Een sause tot conijnnen 33
45 Om sause tot coninen oft vette hoenderen 33
46 Om een maniere van potayge 34
47 Om te maken venisoen metten soppen 34
48 Om venisoen te maken met soppen van wilde gheyten 34
49 Om een sause op palinghen 34
50 Om te maken een goede sause 35
51 Om coude sause te maken 35
52 Om een costelijcke spise te bereyden 35
53 Peper tot swanen 36
54 Bipeper tot wiltbrade 36
55 Garfereyden tot wiltbrade 36
56 Bipeper oft paveraet tot versschen rintvleessche 36
57 Jespi oft pappe tot capuynen 37
58 Sause te maken tot reygers oft ten capuinen die men metten voeten braet na Paesschen 37
59 Om te maken een gruen sause tot ghesouten ryntvleessche ofte tot elfste in die vastenen ofte buyten der vastenen tot hamelenvleessce 37
60 Noch gruen sause 38
61 Sause tot vlote 38
62 Sause tot carpers 38
[pagina 15]
[p. 15]
63 Pekele tot eenen capuyn 38
64 Pekel tot carpers 38
65 Loock tot gansen 39
66 Loock tot gruenen rintvleesche 39
67 Loock tot cabillauwe 39
68 Gruen Loock tot palinghen 39
69 Mocloock 39
70 Edickloock 40
71 Nootloock 40
72 Een bruyn sause op den carper 40
73 Om een goede sause 40
74 Om yeleye tot vleeshce 41
75 Om te bereyden verckenspeynskens 41
76 Om rijs te maken 41
77 Om galentijn te maken tot snoecken 42
78 Melck ghelardeert 42
79 Wildi maken goet moertroel 43
80 Om alle wiltbraet te sieden dat versch es ende dat men nat oft metten sope gheven wilt 43
81 Om ael te bereyden 43
82 Sause binnen der vastenen op carpers 44
83 Om te maken een suypen voer eenen crancken oft siecken mensche 44
84 Om een wijnsuypen tot calfvleessche oft lamvleessche 44
85 Als een candeel gheronnen es 45
86 Amandelenmelck 45
87 Om te maecken liefcoecken in alderhande sause te doene daer men inne besigen moet 45
88 Vulsele tot kieckenen oft duyven 46
89 Ghecloven nonnen te maken 46
90 Eyeren Lombaert te maken 46
91 Om een calijsken te maken 46
92 Om te makenne een prosint van amandelen ende dit om vyer schotelen 47
93 Om rintvleeschpasteyen 47
94 Om goede pasteyen te maken 48
95 Noch pasteyen 48
96 Pasteyen van calfvleessche 48
[pagina 16]
[p. 16]
97 Capuynpasteyen 48
98 Om te maken pasteyen van capuynen dye ontleet sijn 49
99 Om kieckenpasteyen te maken tottere sause Robert 49
100 Pasteyen van duyven 49
101 Pasteyen van merlaens 49
102 Pasteyen van musschen 49
103 Pasteyen van wilden entvoghelen 49
104 Om pasteyen van gansen te bereyden 49
105 Wildi maken pasteien van pertrisen 50
106 Om canijnpasteyen 50
107 Pasteyen van hasen 50
108 Pasteyen van herten 50
109 Om een pasteye van merghe te maken 50
110 Paeschspasteyen 50
111 Palinckpasteyen 51
112 Pasteyen van elebot 51
113 Pasteyen van rosetten 51
114 Pasteyen van brasemen 51
115 Pasteyen van salme 51
116 Om vleeschtaerten te maken 51
117 Om bruyn taerten te maken 52
118 Wildi maken caestaerten van morwe case 52
119 Om lecfriten oft gouwieren te maken 52
120 Om saenvladen te maken 52
121 Noch om vladen 52
122 Om vastenvladen 53
123 Appeltaerten 53
124 Om pameie in den hoven te backen 53
125 Een ander pameye 54
126 Om panckoecken te maken in de vastenen 54
127 Om roffioelen van appelen ende van noten tegadere te maken 54
128 Om ghemeyn roffioelen te maken 55
129 Roffioelen binnen der vastenen 55
130 Roffioelen van vleessche 55
131 Om roffioelen te maken van wermoese 55
132 Struyven binnen der vastenen 56
133 Struyven buyten der vastenen 56
[pagina 17]
[p. 17]
134 Om carpers in den hoven te backen algeheel 57
135 Om gharneye te maken 57
136 Om te sieden alderhande visschen ghesouten of onghesouten 57
137 Saveraet tot kiekenen 57
138 Om te maken sause van okernoten dienende tot cappuynen 58
139 Ghefruytte sane 58
140 Om te maken een harecot 58
141 Aldus sal men faysanten en pauwen bereyden 59
142 Wildi maken een goede spise 59
143 Om te bereyden gaffereyden van visschen 59
144 Om te maken heylich water op den snoeck 60
145 Om kieckenen te vullen ende te stoven 60
146 Om een calijsken te maken 60
147 Wildi maken goet rijs 60
148 Om ghedopte eyeren te maken 61
149 Stuer van Uccle te maken 61
150 Brisiert eyeren te maken 61
151 Om gheruert eyeren te maken 61
152 Pareye te maken 62
153 Roffioelen van vleessche 62
154 Om soppen van amandelen 62
155 Om sluperkens oft roffioelen van merge te maken 62
156 Om te maken jeleye 62
157 Om te maken quaetbeleyt 63
158 Item tot alle ghesoden wyltbraet maect men peper in den winter. Ende in den somer maect ment metten subelette 63
159 Item alle rootsuyckere in spyse ghedaen 63
160 Item rootsuyckere es potsuycker 63
161 Sause tot brasemen 63
162 Ander sause tot brasemen 63
163 Peper tot ghebraden calfvleesch 63
164 Wit bruwet tot capuynen 64
165 Om goeden finen witten clareyt te maken. 64
166 Om te maken finen rooden clareyt 64
167 Om te maken finen gheluwen clareyt 65
168 Om te maken eenen stoop goeden finen ypocras 66
169 Om te maken goeden finen ypocras 66
[pagina 18]
[p. 18]
170 Noch om te maken anderen ypocras 66
171 Noch om te maken goeden finen ypocras 66
172 Aldus sal men suyveren dat zeem ende schuymen 67
173 Om quecruyt te make 67
174 Men maecht oock maken aldus 68
175 Om gruenen ghimber te maken oft gruenen calmus 68

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken