Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Ons Erfdeel. Jaargang 23 (1980)

Informatie terzijde

Titelpagina van Ons Erfdeel. Jaargang 23
Afbeelding van Ons Erfdeel. Jaargang 23Toon afbeelding van titelpagina van Ons Erfdeel. Jaargang 23

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

proza
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Ons Erfdeel. Jaargang 23

(1980)– [tijdschrift] Ons Erfdeel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Luister...

In Hollands Maandblad, 21e jrg., nr. 386, januari 1980, schrijft Guus Kuijer in een artikel over jeugdliteratuur: ‘Wat betekent burgerlijkheid nu eigenlijk? Is burgerlijkheid gebonden aan een bepaalde stand of inkomensgroep? Aan een bepaalde manier van praten, kleden, woning inrichten? Nee toch! Burgerlijkheid betekent niet willen zien, niet willen horen, niet willen weten. Als je het begrip ‘burgerlijk’ zo opvat, betekent het ongeveer hetzelfde als ‘onkinderlijk’, want bij kinderlijkheid hoort het besef van onwetendheid, gepaard aan de wens die onwetendheid op te heffen. Burgerlijkheid, ofwel ontkinderlijkte volwassenheid is leven met ‘wetendheid’ gepaard aan de onwil om iets te zien of te horen wat die wetendheid in gevaar zou kunnen brengen’. Dit nogal lange citaat vormt een uitstekende inleiding op een van de mooiste boeken die ik in de zojuist afgelopen jaren zeventig in handen kreeg: Luister hoe dit beeld hoe die lijn hoe die kleur hoe dit vlak luister; een bundeling van verspreide teksten die Ivo Michiels tussen 1965 en 1979 heeft gepubliceerd in verband met de beeldende kunsten.

 

Alles wat Guus Kuijer over ‘burgerlijkheid’ zegt, vinden we in het boek van Ivo Michiels in een gestileerde vorm terug, maar dan wel in positieve zin. Tegenover het ‘niet-willen-zien, niet-willen-horen, niet-willen-weten’ dat Kuijer de burger verwijt, stelt Michiels zijn creatieve teksten waarin hij niemand iets verwijt, maar waarin hij ‘gewoon aan de lezer/kijker de gelegenheid biedt om te kijken, te luisteren, te weten: Luister hoe dit beeld enz.

 

Luister: een luisterrijk boek, en gelóóf me, ik kan het weten. Want één van de teksten die erin voorkomen, is op geluidsband in mijn bezit en ieder jaar weer, sinds 1969, be-luister ik die tekst tientallen malen, samen met tientallen mensen in de dode ruimte van een klaslokaal. Het is een tekst die gaat over de dood (Babyblauw en suikergoedrose; in memoriam Lucio Fontana), maar die nieuw leven schept, in een nieuwe schijnbaar onverstaanbare taal, eindigend in een reeks Italiaanse woorden, anti-alfabetisch gerangschikt en uitlopend in de mineurtoon (la), van waaruit een nieuwe opening wordt opgebouwd tot laat de kleinen tot me komen: hét positieve antwoord op Kuijer.

 

Aan het einde van het afgelopen jaar beluisterde ik die tekst opnieuw, samen met mijn studenten in het dode klaslokaal, en één van de gevolgen van dit ‘luisteren’ was, dat - vanuit de studenten - het initiatief ontstond om naar de Zero-tentoonstelling (met Lucio Fontana) te gaan, die van 24 november 1979 t/m 24 februari 1980 te Antwerpen gehouden werd. En daar in Antwerpen zagen we óók nog de film Manhattan en de werkelijkheid van een deel van ‘Stad aan de stroom’, een foto-album van Filip Tas, waarvan de inleiding ook weer te vinden is in Luister hoe dit beeld hoe die lijn hoe die kleur hoe dit vlak luister.

 

1969. Ik sta samen met Ivo Michiels in mijn werkkamertje van de Tilburgse Bibliotheek- en Do-

[pagina 269]
[p. 269]

kumentatie-akademie. Hij wijst naar de wand waaraan een affiche voor de tentoonstelling van Andy Warhol hangt (in Eindhoven? in Amsterdam? ik weet het niet meer). Ivo Michiels wijst ernaar en zegt: ‘Wat hebben de mensen van nu het gemakkelijk vergeleken bij ons, vroeger. Wij moesten het allemaal zelf ontdekken: hier krijgen ze de affiches al voor hun neus...’

 

Ja, zo gemakkelijk lag dat toen al in de ogen van Ivo Michiels. En ik citeer opnieuw Kuijer: ... ‘bij kinderlijkheid behoort het besef van onwetendheid, gepaard aan de wens die onwetendheid op te heffen’. Het ‘kinderlijke’ van Michiels en van Kuijer verschilt alleen hierin dat de eerste niet in de ‘ontkinderlijkte volwassenheid’ gelooft: Luister vormt daarvan het levende bewijs.

 

‘Wat hebben de mensen van nu het gemakkelijk’ zeg ik samen met Ivo Michiels nu deze bundel verschenen is, waarin tweemaal (op p. 171 en 199) praktisch alle stromingen in de beeldende kunst van deze eeuw opgesomd worden: Expressionisme / suprematisme / orphisme / rayonisme / synchronisme / Die Brücke / Der Blaue Reiter / Der Sturm / Les Fauves / Das Bauhaus / De Stijl / futurisme / kubisme / constructivisme / abstracte schilderkunst / Pittura Metafisica / realisme / surrealisme / Dada / Cobra / tachisme / ready made / art brut / arte nucleare / concetto spaciale / action painting / op art / pop art / Zero / Fluxus / Happening / Monochrome Malerei / minimal art / kinetic art / arte povere / nouveau realisme / hyperrealisme / land art / conceptual art / electronic art / body art.

 

Luister hoe dit beeld hoe die lijn hoe die kleur hoe dit vlak luister.

 

Maar willen we wel luisteren, eigenlijk? Of zijn we inderdaad zo ‘ontkinderlijkt’ dat we aan het ge-afficheerde voorbijlopen? Is het misschien tóch niet zo gemakkelijk als een ‘kinderlijke geest’ het zich voorstelt? Hoe stellen wij ons - als volwassene? - op.

 

Ik begin opnieuw in het boek van Michiels en lees: ‘Op mijn hand ligt een wit vierkant’; ‘op mijn hand ligt een wit vierkant van Malevitch’... en ik kijk, en ik luister. Een wit vierkant / op mijn hand. Op mijn hand ligt een wit vierkant. Op mijn hand. Onder mijn hand. En ik schrijf. En ik kijk. En ik luister. Luister hoe dit beeld hoe die lijn hoe die kleur hoe dit vlak luister hoe dit woord hoe die stem hoe dit beeld hoe die lijn luister hoe dit luisteren luister hoe hoe hoe hoe.

 

Het beeld wordt voortgezet, ik neem de beelden over van p. 168, beginnend met: 2.36 / 15 sec. / (Minne); overal uit het boek kan ik de beelden vandaan halen om over te nemen, vanaf de volgende blz. reeds:

 

Geboorte van leven en geboorte
[van dood
geboorte
maar ook uit De stoet der traagheid, uit Hef fietsje van Szukalski, uit Zes keer een aanloop enz. Een aanloop, niet zes keer, maar honderd, duizend maal, telkens opnieuw, telkens opnieuw beginnend, vanaf zéro, tastend, ruikend, kijkend, proevend, luisterend, luisterend. Als een kind, een blinde, volledig ledig, opnemend...

 

En al luisterend hoor ik de woorden opnieuw die Ivo Michiels in zijn imaginaire dialoog met Fontana, na diens dood, tot leven brengt:

- Ze zeggen dat je gestorven bent.

- Nu ik leef.

- Ze zeggen dat je leeft.

- Zolang ik zoek.

- Wat zoek?

- Bij voorbeeld.

- Aldoor?

- Aldoor, voortdurend, zonder ophouden, ononderbroken, op Piazza, in het vliegtuig, aan het dessert, in bed, in bad, op het strand, aan de bar, in de klei, met de verf, alleen, niet alleen, bij een vrouw, bij een andere vrouw, bij een vriend, bij een andere vriend, bij een dwaas, bij een andere dwaas, bij een dief, bij een andere dief, bij een parasiet, bij een andere parasiet, bij een koning, bij een andere koning, bij een graf, bij een ander graf, bij een god, bij een andere god, vriendelijk, vrolijk, omhelzend, onberoerd, stug, opgewonden, ruziemakend, spelend, vragend, ontkennend, bevestigend, gelovend, twijfelend, radeloos, hopend, mislukkend, verminkend, verscheurend, lijmend, wassend, ontsmettend, vergetend, vindend, opgelucht, dankbaar, uitgelaten, ja zeggend, neen zeggend, niets meer zeggend, alles zeggend, dan pas.

 

Een vreemde taal lijkt het, ontdaan van veel van wat we kenden, maar er is geen woord ‘vreemds’ bij. Al luisterend gaan we herkennen. Ivo Michiels is een van de weinige na-oorlogse schrijvers die een dialoog aangaat met andere volwassen kunstvormen, een volwassen dialoog. Die volwassenheid blijkt uit al zijn werk, maar vooral uit dit boek; het is een andere volwassenheid dan die waarover Guus Kuijer spreekt, want die spreekt voornamelijk over de ‘burgerlijke volwassenheid’. Ivo Michiels laat zien, laat horen, laat je met alle zintuigen ervaren, dat er een volwassenheid bestaat, waarin het kind is blijven leven. Luister... Zoek... Bijvoorbeeld.

 

Aldert Walrecht.

Ivo Michiels, Luister hoe dit beeld hoe die lijn hoe die kleur hoe dit vlak luister, Uitg. Walter Soethoudt, Antwerpen, 1979.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

titels

  • over Luister hoe dit beeld hoe die lijn hoe die kleur hoe dit vlak luister


auteurs

  • A. Walrecht