Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Ons Erfdeel. Jaargang 23 (1980)

Informatie terzijde

Titelpagina van Ons Erfdeel. Jaargang 23
Afbeelding van Ons Erfdeel. Jaargang 23Toon afbeelding van titelpagina van Ons Erfdeel. Jaargang 23

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

proza
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Ons Erfdeel. Jaargang 23

(1980)– [tijdschrift] Ons Erfdeel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 776]
[p. 776]

Vlaamse Beweging

Brusselementen...

‘Wat is voor de Vlaamse gemeenschap Brussel waard in centen?’

Een ogenschijnlijk evidente, zelfs ietwat naïeve vraag van een ‘leek-in-het-vak’ kan soms leiden tot gefronste wenkbrauwen en onwetend schouderophalen bij de ‘deskundige’ terzake.

Dergelijke ervaring verraste me toen ik aan een begrotingsdeskundige van het ministerie van Nederlandse Cultuur deze voor de hand liggende vraag stelde. Ik dacht dat de Vlaamse politici die tot ‘Vlaanderen-mag-Brussel-nooit-loslaten’ oproepen, reeds via parlementaire weg het antwoord verkregen hadden op de vraag of men ‘globaal kan uitdrukken in centen wat de Vlaamse gemeenschap momenteel investeert in de sociaal-culturele sector in haar meest bedreigde en bedrogen gebied, de historisch Vlaamse stad Brussel?’

De begrotingsdeskundige diende toe te geven dat dergelijk globaal cijfer bij benadering officieel niet gekend is.

Het Griekse gezegde parafraserend dat ‘niets geweldiger is dan de mens’, zou men hieromtrent vergoelijkend kunnen inroepen dat niets complexer en ondoorzichtiger is dan het doornemen van begrotingen en budgetten van de overheid.

Dit geldt a fortiori voor de Belgische situatie, waar momenteel naast de nationale ook nog de gemeenschaps- en gewestelijke begrotingen worden opgemaakt en inhoudelijk daarbij ook een rubriek inzake Kunstonderwijs bijv. kan vermeld staan op de begroting van laat ons zeggen Middenstand. We weten wel wat de overheid investeert in de staalsector, de havens, de textielcrisis, de omroep, enz. Zonder boordtabel van cijfers en kwantificeerbare vergelijkingen kan een manager inderdaad geen doelstellingen nastreven of plannen uittekenen. Het tegendeel blijkt nu ook weer typisch voor de Vlaamse benadering van hét Belgische knelpunt Brussel.

‘Vlaanderen zal Brussel nooit loslaten’ is de politieke leuze op alle spandoeken in Vlaamse betogingen. Maar wat deze geloofsbelijdenis globaal in de zakelijke posten van begrotingen betekent, is niet meteen duidelijk.

Het wezenlijk belang dat men hecht aan het realiseren van een prioritaire doelstelling - zoals de (over)leefbaarheid van de Vlaamse gemeenschap te Brussel-hoofdstad - wordt nochtans meest adequaat uitgedrukt in cijfertaal.

Om op onze vraag terug te komen: hoeveel bedraagt vanuit de begrotingscijfers de inbreng die Vlaanderen ten behoeve van het sociaal-culturele leven van de Brusselse Vlamingen officieel ter beschikking stelt.

Men moet inderdaad zijn weg zoeken in het labyrint van de begrotingen met vastleggings- en ordonnantiekredieten, inkomensoverdrachten en opsomming van artikelsgewijze rubrieken. Naast vooral de begroting van het ministerie van Nationale Opvoeding en Nederlandse Cultuur is er ook nog de deelbegroting van het Vlaamse staatssecretariaat voor Brusselse aangelegenheden en de speciale dotatie per decreet van de Vlaamse Cultuurraad aan de Nederlandse Cultuurcommissie voor Brussel (de N.C.C).

Een enigszins globaal antwoord op onze vraag valt niet zo gemakkelijk te distilleren.

 

Wat betekent de cultuurbegroting in de rijksbegroting?

In de huidige Belgische rijksbegroting vormt de specifieke begroting van Nederlandse cultuur een zeer minieme fractie, nl. ongeveer 1% op de totale rijksbegroting, hetzij in cijfers: 10,77 miljard frank (lopende en kapitaaluitgaven) op een totaal van 1.176,5 miljard frank.

 

Het is leerzaam eens verhoudingsgewijze de uitgaven van de rijksoverheid bondig weer te geven, om enig inzicht te verwerven in de aanwending van de overheidsgelden, afkomstig van de belastingsbetaler.

Rijksbegroting 1970   1979  
Functies (miljard fr.) % (miljard fr.) %
1. Algemeen bestuur, buitenlandse betrekkingen en ontwikkelingshulp 24,2 7,1 68,6 5,8
2. Landsverdediging 33,2 9,7 95,9 8,2
3. Openbare orde en veiligheid 9,5 2,8 32,2 2,8
4. Verkeer 59,3 17,3 184,1 15,7
5. Handel en nijverheid 12,3 3,6 45,3 3,8
6. Landbouw en visserij 15,5 4,6 15,1 1,3
7. Onderwijs, cultuur en recreatie 73,0 21,3 242,8 20,7
8. Sociale voorzieningen en volksgezondheid 63,9 18,5 310,0 26,3
9. Volkshuisvesting en ruimtelijke ordening 4,7 1,4 22,4 1,9
10. Niet toe te rekenen verplichtingen - Diversen - - 2,0 0,0
10.1. Staatsschuld 28,7 8,3 99,9 8,5
10.2. Uitgaven ten gunste v.d. plaatselijke besturen 18,5 5,4 58,3 5,0
  _____ _____ _____ _____
Totale staatsuitgaven 342,7 100 1.176,5 100

[pagina 777]
[p. 777]

Direct springt in het oog dat vooral de functie ‘sociale voorzieningen en volksgezondheid’ voor méér dan één vierde de totale staatsuitgaven uitmaakt, gevolgd door ‘onderwijs, cultuur en recreatie’ en ‘verkeer’. Deze drie functies samen hebben in 1979 bijna 63% van de totale uitgaven opgeslorpt. In de functie ‘onderwijs, cultuur en recreatie’ wordt het leeuwedeel uiteraard door de sector onderwijs ingepalmd: meer dan 211 miljard van de 242 miljard.

 

De orde van deze cijfers stelt meteen duidelijk waar de prioriteiten van de staat liggen. En daarin is de sector Cultuur alleszins het meer dan zwakke broertje.

 

De eigenlijke financiering van de werkingsuitgaven van de Vlaamse sociaal-culturele activiteiten te Brussel kan dan ook door middel van gedetailleerd onderzoek van de begrotingsrubrieken in kaart worden gebracht. Deze financiering komt in de praktijk neer op een paar honderd miljoen frank die hoofdzakelijk bestaat uit de toelagen aan het Contact- en Cultuurcentrum (C.C.C.), het cultureel animatiecentrum Beursschouwburg, de plaatselijke sociaal-culturele raden van Brussel-Hoofdstad, de subsidies via het theater- en bibliotheekdecreet, en vooral de dotatie aan de Nederlandse Cultuurcommissie, de N.C.C.

 

Bij de lectuur van de cultuurbegroting valt op dat zgn. projectfinanciering niet voorkomt. Men financiert instellingen of organisaties, en rekening gehouden met het Belgische ideologische ‘zuilenpatroon’ betekent dit dat elke kleurenkoepel zijn deel van de koek moet krijgen. In dit opzicht is het gevaar reëel dat ook in de cultuursector de bureaucratisering zich nestelt of, op zijn Belgisch gezegd, zich ‘institutionaliseert’. Loodzware personeelsbudgetten en infrastructuurinvesteringen drukken op de werkingstoelagen zodat er nog weinig centen overblijven voor de eigenlijke subsidiëring van concrete projecten of actieve cultuurpromotie die in Brussel van Vlaamse zijde meer dan noodzakelijk is en ook een aanwijsbaar gunstig effect oplevert bij de versterking van de Vlaamse aanwezigheidspolitiek te Brussel.

 

Een functionele verdeling van de eigenlijke begroting Nederlandse Cultuur geeft ook enig inzicht in de belangrijkste culturele sectoren waar de overheid geld voor ter beschikking stelt.

Begroting Nederlandse Cultuur

  1972   1979  
Functies (miljoen fr.) % (miljoen fr.) %
1. Kunstonderwijs 594 23,6 1.912 20,0
2. Vormingscentra 13 0,5 153 1,6
3. Jeugdvorming 107 4,3 390 4,1
4. Openbare lectuurvoorziening 90 3,6 249 2,6
5. Volksontwikeling en samenlevingsopbouw 145 5,8 515 5,4
6. Lichamelijke opvoeding, sport en openluchtleven 108 4,3 104 1,1
7. Kunsten 301 11,9 966 10,1
8. Internationale culturele betrekkingen 26 1,0 159 1,6
9. Instellingen van openbaar nut (vnl. de BRT-omroep) 799 31,7 3.563 37,3
10. Nederlandse Cultuurcommissie afz. decreet (± 150 miljoen)   - -
11. Provisies index en sociale programmatie -   -  
12. Investeringen (gesplitste kredieten, vastleggingen) 335 13,3 1.546 16,2
  _____ _____ _____ _____
Totaal uitgaven Nederlandse Cultuur 2.518 100 9.557 100

In een volgende bijdrage zal ik dan meer specifiek een concreet antwoord geven op onze eigenlijke - blijkbaar originele - vraagstelling omtrent de Vlaamse overheidsinbreng ten behoeve van het sociaal-culturele leven te Brussel.

Godfried van de Perre.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken