Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Ons Erfdeel. Jaargang 32 (1989)

Informatie terzijde

Titelpagina van Ons Erfdeel. Jaargang 32
Afbeelding van Ons Erfdeel. Jaargang 32Toon afbeelding van titelpagina van Ons Erfdeel. Jaargang 32

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

proza
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Ons Erfdeel. Jaargang 32

(1989)– [tijdschrift] Ons Erfdeel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 263]
[p. 263]

Anna Blaman in haar brieven

In zijn aan Anna Blaman (1905-1960) gewijd proefschrift geeft Henk Struyker Boudier als zijn mening dat eenzaamheid de belangrijkste thematiek is in het werk van de schrijfster. Hij zegt dat in een gesprek met Ellen Warmond, die daarop antwoordt: ‘Eenzaamheid lijkt mij helemaal niet de belangrijkste thematiek [...] Het gaat er eerder om te laten zien hoe kontakt-arm de mensen zijn, of zij nu heteroof homofiel zijn [...] Ik geloof dat die kontakt-armoede een veel belangrijker thema in haar werk is’. Afgezien van het feit dat contact-armoede, die zó fundamenteel is als hier bedoeld en door Anna Blaman verbeeld wordt, enerzijds oorzaak, anderzijds gevolg van eenzaamheid is, is deze opmerking wel juist. Maar het resultaat komt op hetzelfde neer: de mens zoals Blaman die ziet, is tot onherroepelijke en onverlosbare eenzaamheid veroordeeld.

Zij heeft daar in al haar romans en verhalen voorbeelden van gegeven en men mag zeggen dat het haar enige werkelijke onderwerp was. Omdat zij zich verdiepte in de Franse literatuur en het existentialisme ‘en vogue’ was, is haar vaak verweten dat zij daardoor werd geïnspireerd. Het werd wel ‘een soort katechismus van de existentie-filosofie’ genoemd. Dat is een vergissing. Het ongetwijfeld existentiële thema dat het hare was, is een van de grote themata der moderne literatuur. Daartoe heeft niet een filosofie geleid, maar omgekeerd heeft de menselijke ervaring dat inzicht in de menselijke staat waarop, de literatuur berust, opgeleverd. Dat is niet met Sartre begonnen en niet met Sartre geëindigd en dat is ook geen ‘mode’. Als men wil was Sartre mode, maar Blaman, die grote belangstelling had voor het zg. existentialisme, stond daar tegelijkertijd zeer kritisch tegenover. Haar eigen werk, romans, novellen, lezingen en beschouwelijke teksten maken duidelijk dat haar positie een zelfstandige was, dat zij bouwde op eigen ervaringen en inzichten en alleen zó en in die mate verwantschap met actuele stromingen kon tonen. Dat was geen ‘tendens’, maar een op eigen werkelijkheid veroverd inzicht.

Hoe sterk dit haar leven en werk domineerde, wordt manifest in de brievenverzameling Ik schrijf je grof-eerlijk. Het is, afgezien van de fragmentarische briefwisseling met Jeanne van Schaik-Willing die Struyker Boudier in zijn boek publiceerde, de eerste uitgave van brieven, met zorg ingeleid en geannoteerd door drs. Aad Meinderts die zich in het bijzonder met haar bezighoudt en al verschillende publikaties haar betreffende op zijn naam heeft staan. Het gaat hier om twee correspondenten, de (oudere) schrijfster Emmy van Lokhorst en de (jongere) Sonja Witstein, van wie Meinderts in zijn inleiding een korte biografische schets geeft omdat ze beiden minder bekend zijn.

Ofschoon er van een echte briefwisseling nauwelijks kan worden gesproken (er zijn 18 brieven van Van Lokhorst en 1 van Witstein gevonden tegen respectievelijk 102 en 37 van Blaman), is de uitgave zowel boeiend als belangwekkend. Boeiend omdat Anna Blaman een heldere, tegelijk intelligente en gepassioneerde epistolaire stijl heeft; belangwekkend uit literair-historisch gezichtspunt. De openheid die aan het door zijn ernst als ‘zwaar’ aangemerkte werk van de schrijfster altijd een karakteristieke meerwaarde heeft gegeven, wordt in de rechtstreekse gerichtheid van de brieven tot een intieme openhartigheid die haar als mens dichterbij brengt.

In haar geval is dat van bijzonder belang in het perspectief van de homo-erotische thematiek van haar werk. Men herinnert zich dat die nog schandaal verwekte bij de verschijning van haar roman Eenzaam avontuur in 1948, ondanks het feit dat de schrijfster, zonder zich te verbergen, daarover schreef met de beheerste reserve die haar eigen was. Alfred Kossmann heeft eens

illustratie
Anna Blaman (1905-1960).


opgemerkt dat Anna Blaman haar fantasie niet kon of wilde gebruiken en geen mensen kon of wilde verzinnen. In zoverre dat juist is (en het lijkt mij zeer juist), heeft dat uiteraard voor de literatuurstudie een grotere belangstelling ten gevolge voor wat haar levenswerkelijkheid is geweest, in de hoop dat dit een verheldering kan betekenen van de relatie in haar werk tussen realiteit en verbeelding.

Men weet dat haar vriendin de verpleegster Alie Bosch model stond voor de grote vrouwenfiguren in haar romans, Marie van Heeland in Vrouw en vriend, Alide in Eenzaam avontuur, Stella in Op leven en dood en Driekje in De Verliezers. Hoe de relatie, de ontwikkeling daarvan en de dramatische episodes daarin van betekenis zijn geweest niet alleen voor onderwerp en constructie van het werk, maar vooral ook voor Blamans individuele ervaring van de thematiek der eenzaamheid en de smartelijke begrenzing van de menselijke staat, wordt doorzichtiger in de confidenties die zij aan haar correspondenten prijsgeeft. Voor zover we kunnen vermoeden zijn dat altijd vrouwen geweest, vriendinnen, en misschien ligt dat ook voor de hand. Er zijn niettemin duidelijke verschillen.

De correspondentie met Emmy van Lokhorst, die 57 was toen zij met Blaman kennismaakte, heeft niet de erotische ondertoon van die met de vijftien jaar jongere Sonja Witstein, maar wel de vertrouwelijkheid van het contact met een intieme vriendin. Van-

[pagina 264]
[p. 264]

daar dat zij zich tegenover haar gemakkelijker uitspreekt, zowel over de spanningen in haar verhouding tot Alie Bosch als over haar gevoelens jegens een nieuwe vrouwelijke relatie, namelijk met Marie-Louise Doudart de la Grée, eveneens een schrijfster.

Dat de briefwisseling met Sonja Witstein niet dié vertrouwelijkheid bezit (maar een andere), komt ten dele door het feit dat zij elkaar nog moesten leren kennen, maar wordt vooral veroorzaakt door het dieperliggende geestelijk niveau van de gedachtewisseling. Voor het denkend-voelen en voelend-denken van Blaman zijn deze brieven interessanter dan die aan Van Lokhorst, en hier betreurt men meer dan bij de eerste het ontbreken van de brieven van Witstein.

Aad Meinderts heeft door een zorgvuldige en uitvoerige annotatie die tal van interessante gegevens bevat, getracht zoveel mogelijk lacunes in te vullen, ook trouwens door zijn heruitgave van het enige afzonderlijk verschenen literaire werk van Sonja Witstein, Bekentenis aan Julien Delande (1986). Het zou het beeld van de schrijfster belangrijk completeren als hij ook verdere correspondentie zou publiceren (die met Marie-Louise Doudart de la Grée wordt reeds aangekondigd), liefst in haar geheel, maar in elk geval die welke zich in de handschriftenverzameling van het Letterkundig Museum in Den Haag bevindt. Meinderts, aan deze instelling verbonden, zit dicht bij de bron! Het vormt onmisbare grondstof voor de biografie die nog geschreven moet worden; de schets die Struyker Boudier daarvan in zijn biografie heeft gegeven is te onvolledig en te toevallig om als zodanig te kunnen (en te willen) gelden en het boekje van Corrie Lührs, Mijn zuster Anna Blaman is te eenzijdig en partijdig en gaat essentiële zaken uit de weg.

Het stigma van loodzware ernst dat het oeuvre van Anna Blaman meedraagt wordt door de brieven wel enigermate gerelativeerd. Niet dat die ernst er niet is, maar de brieven maken juist duidelijk dat Blaman alle wanhoop ten spijt, vervuld was van levensaanvaarding. De brieven aan Sonja Witstein spreken daar expliciet over, bijvoorbeeld waar zij schrijft: ‘Ook ik heb natuurlijk gerebelleerd tegen het mij uitgereikte pak, maar zodra ik besloot het werkelijk te dragen werden de woorden die ik gisteren toevallig las bewaarheid: J'imite ce que je suis pour me sauver de ce que je suis’ (achter dit citaat staat een nootcijfer, maar de noot ontbreekt helaas, zodat we niet weten van wie het afkomstig is). Het zou de moeite waard zijn het enigszins op de achtergrond geraakte, maar door de aandacht van Meinderts weer wat naar voren gebrachte werk van Anna Blaman te revalueren. Het is waar dat een deel van haar problematiek, de homo-erotiek, sindsdien door de literatuur niet meer stiefmoederlijk bedeeld of bedekt wordt behandeld en dat er veel veranderd is in de bedachtzame wijze van schrijven die nog tot de hare behoorde. Maar wie het afwijzend oordeel van latere critici ziet en nu haar werk herleest, krijgt de indruk dat dit oordeel een vóóroordeel is, gebaseerd op de negatieve meningen over haar destijds al omstreden schrijverschap. Zij was en is een schrijfster van betekenis en het is te hopen dat de zinvolle inspanning die Aad Meinderts zich getroost verdere belangwekkende publikaties oplevert, maar vooral een herwaardering van het werk van Anna Blaman tot resultaat heeft waarop het ten volle aanspraak mag maken, zeker in een tijd waarin het vele niet altijd veel is.

 

Pierre H. Dubois

anna blaman, Ik schrijf het je grof-eerlijk. Briefwisseling met Emmy van Lokhorst en Sonja Witstein, Meulenhoff, Amsterdam, 1988, 262 p.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

titels

  • over Ik schrijf het je grof-eerlijk. Briefwisseling met Emmy van Lokhorst en Sonja Witstein


auteurs

  • Pierre H. Dubois

  • beeld van Anna Blaman