Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Ons Erfdeel. Jaargang 41 (1998)

Informatie terzijde

Titelpagina van Ons Erfdeel. Jaargang 41
Afbeelding van Ons Erfdeel. Jaargang 41Toon afbeelding van titelpagina van Ons Erfdeel. Jaargang 41

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

ebook (17.99 MB)

tekstbestand






Genre

proza
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Ons Erfdeel. Jaargang 41

(1998)– [tijdschrift] Ons Erfdeel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

De levensgeschiedenis van een Fries dorp

Vrij kort na het succesrijke Een kleine geschiedenis van Amsterdam verscheen van Geert Mak de even belangwekkende biografie van een Fries dorp onder de titel Hoe God verdween uit Jorwerd. Met een paar verwijzingen naar Montaillou van de Franse historicus E. Le Roy Ladurie en John Bergers verhalen over boerendorpen in de Alpen karakteriseert de auteur zelf zijn werk als een mix van narratieve geschiedschrijving en literatuur. Het is stevig wetenschappelijk gedocumenteerd en geschreven met de observatiekunst en beeldende kracht van een romancier en de speurzin van een journalist. Behalve van gevarieerd bronnenonderzoek is het boek de vrucht van langdurig persoonlijk contact met het dorpsleven. Geert Mak kende Jorwerd al in de vorige decennia en tussen 1993 en 1996 heeft hij er zijn intrek genomen in een paar oude huisjes, waardoor hij van toeschouwer tot deelnemer aan die kleine gemeenschap geworden is. De betrokkenheid verklaart niet alleen zijn gedetailleerde kennis maar ook de warme toon en het sympathieke karakter van zijn boek.

‘In Jorwerd, zelfs in het moderne Jorwerd, bestond nog veel van wat de stad verloren had. Het rook er naar gras, rook, zaagsel, hooi, mest en aarde. De nachten waren er zwart, en de lucht stond nog vol sterren. Iedereen had cen-

[pagina 108]
[p. 108]

trale verwarming, elektronische thermostaten en dubbele beglazing, maar het weer drong nog altijd door alle kieren en gaten. Een storm was hier een avontuur, zoals je dat in de stad niet meer meemaakte’. In zulke rake notities beschrijft de auteur hoe het dorp met zijn nog ruim driehonderd inwoners, waarvan de meesten ‘al met één been in de stad woonden’, er rond 1995 uitzag. Het aldus ontstane beeld is de voorlopige uitkomst van een eeuwenlange eigen geschiedenis die tevens deel uitmaakt van een wereldwijde ontwikkeling waarin de verhoudingen tussen het platteland en de stad zich in een steeds sneller tempo hebben gewijzigd.

Voor Jorwerd zelf - dat volgens oude kerkrekeningen vanaf 1763 vijf straatlantaarns, elk met één kaars telde - laat Mak die geschiedenis beginnen met de eerste boer, Rienck Hemmena, van wie uit de jaren 1569 tot 1573 een reeks bedrijfsnotities bewaard is gebleven. Van toen tot 1800 stond de tijd als het ware stil: de boeren gebruikten in essentie nog steeds dezelfde middelen zoals de ploeg en de trekkracht van paarden en ossen die ze sinds het begin van de jaartelling kenden. Daarna begon opeens van alles te verschuiven onder invloed van een algemene bevolkingstoename, de modernisering van het transport en de intredende industrialisering, met als gevolg dat tussen 1880 en 1900 alleen al uit Friesland vijftigduizend mensen naar de Randstad trokken om er in de fabrieken te werken.

Maar toch tastten deze gebeurtenissen de traditionele structuren van de landbouweconomie nog niet wezenlijk aan. Dit proces voltrok zich pas na de Tweede Wereldoorlog: ‘Op het einde van de twintigste eeuw beleefden we de laatste jaren van een cultuur zoals we die eeuwenlang kenden, maar die nu binnen enkele decennia tussen onze vingers wegglipte. (...) Het postkantoor van Jorwerd verdween in 1956, in diezelfde tijd werd de haven gedempt, in 1959 hield de laatste schoenmaker ermee op, in 1970 sloten de laatste bakkerij en het café, in 1986 stopten de smid en laatste kruidenier, in 1994 werd de kerk overgedragen aan een monumentenstichting’, waarmee ook God de laan uit was.

De beschrijving van deze ‘stille revolutie tussen 1945 en 1995’, maakt de kern van Maks boeiende verhaal uit. Het is het actueelste en ook persoonlijkste deel van zijn boek waarin we binnen één generatie een plattelandsgemeenschap zien verdwijnen om plaats te maken voor een andere. Behalve wat de auteur met eigen ogen heeft waar-

illustratie
Geert Mak (º1946) - Foto Frank Toussaint.


genomen, werd hem daarvoor een schat aan materiaal aangeleverd in talloze gesprekken met de dorpsbewoners - mannen en vrouwen, oud en jong, boeren en werklieden, winkeliers en caféhouders, de dominee, de notaris en de veearts - die daarbij gelijktijdig optreden als personages en vertellers over de recente dramatische gebeurtenissen in hun dorp. Vooral deze hoofdstukken lezen als een aangrijpende roman.

In de jaren zeventig begon allerwegen de ondergang van de kleinschalige landbouw, ‘de kurk waarop de dorpseconomie dreef’. Als twee belangrijke oorzaken duidt Mak de intrede van de melkmachine, al in het begin van de jaren vijftig, en de vervanging van de paarden door tractors aan. Het gevolg was een drastische vermindering van het aantal werkuren en dus het verdwijnen van de arbeiders, de knechten en de meiden uit de boerderij. Boeren werd een eenzaam vak, de schaal van de bedrijven werd steeds groter, en daarmee de afhankelijkheid van machines, investeringen en bankiers. De meeste boeren konden het niet bolwerken, binnen twee decennia hield meer dan de helft ermee op, de kinderen leerden een ander beroep en weken veelal uit. Op de dorpsschool van Jorwerd zat in 1995 welgeteld nog één boerenzoon. En samen met de landbouw als de eeuwenoude motor en het bindmiddel van het dorpse gemeenschapsleven waren ook de kleine middenstandsbedrijven, de buurtwinkels en het huiselijke café ten dode opgeschreven. Van de ene generatie op de andere deed zich

[pagina 109]
[p. 109]

een metamorfose voor die niemand voor mogelijk had gehouden.

De verschillende aspecten van die modernisering en gedaanteverandering worden door Mak met een kritisch maar welwillend oog, met een tikkeltje weemoed maar met vertrouwen in de toekomst uitvoerig beschreven. Iedereen die zelf in een dorp heeft gewoond, herkent trouwens nogal wat. In de jaren tachtig trekt een deel van de jonge bevolking naar de stad, maar ook de tegenovergestelde beweging vindt plaats, zodat in Jorwerd een heel nieuwe vermenging van overgebleven autochtonen en import ontstaat, waarbij de vroegere economische banden binnen de dorpsgemeenschap vervangen worden door sportieve en culturele. En wanneer overal op het platteland de projectontwikkelaars verschijnen en juist op de mooiste plekjes villa's verrijzen, verzetten de Jorwerters zich met hand en tand tegen die bouwwoede, die ze gelukkig ook buiten de deur kunnen houden: ‘Voor de jongen en de nieuwkomers woog de intieme sfeer en de esthetische kant van het dorp zwaar: de belangrijkste reden waarom ze gebleven of gekomen waren’. De auteur laat ook uitgebreid zien hoe soortgelijke ontwikkelingen zich ongeveer gelijktijdig in de hele wereld hebben voorgedaan, maar op gevoelige wijze legt hij meteen de nadruk op het feit dat de Friese dorpen en landschappen door alle veranderingen heen veel van hun eigenheid bewaard: ‘Het zijn de resten van de vroegere, nu min of meer ondergronds sluimerende dorpscultuur, vaak ook zijn het fragmenten van oude overlevingstechnieken, en niet zelden is het ook een levenshouding die bleef bestaan omdat het werken met het weer, de grond en de natuur nu eenmaal een andere instelling met zich meebrengt dan het leven in een stad’.

 

Paul de Wispelaere

geert mak, Hoe God verdween uit Jorwerd. Een Nederlands dorp in de twintigste eeuw, Uitgeverij Atlas, Amsterdam/Antwerpen, 1996, 290 p.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

titels

  • over Hoe God verdween uit Jorwerd: een Nederlands dorp in de twintigste eeuw


auteurs

  • Paul de Wispelaere

  • over Geert Mak