Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Ons Erfdeel. Jaargang 44 (2001)

Informatie terzijde

Titelpagina van Ons Erfdeel. Jaargang 44
Afbeelding van Ons Erfdeel. Jaargang 44Toon afbeelding van titelpagina van Ons Erfdeel. Jaargang 44

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (23.00 MB)

Scans (88.68 MB)

ebook (18.75 MB)

XML (2.35 MB)

tekstbestand






Genre

proza
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Ons Erfdeel. Jaargang 44

(2001)– [tijdschrift] Ons Erfdeel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Burleske borderline-blues van J.M.H. Berckmans

Ziehier Pafke, het meest concrete mafke! J.M.H. Berckmans (o1953), alias Pafke, het mafke, heeft er altijd van gehouden om zich half schertsend, half ernstig als een schlemiel voor te doen. Als er in de Vlaamse literatuur een schrijver is geweest die zo ver is gegaan in

[pagina 421]
[p. 421]

het verwoorden van zijn eigen gekte, dan is het wel Berckmans. Die schaamteloosheid heeft het voordeel dat ze soms literaire hoogstandjes oplevert die je in geen enkel ander Vlaams boek aantreft. Maar ze heeft als schaduwzijde dat Berckmans vaak niet van ophouden weet. De titels van zijn laatste verhalenbundels bij uitgeverij Houtekiet, Ontbijt in het vilbeluik (1997), en Slecht nieuws voor Doctor Paf de Pierennaaier, pandemonium in de grauwzone (1998) waren veelbetekenend. Berckmans raakte niet alleen psychisch maar ook literair meer en meer de trappers kwijt. Hij werd verliefd op zijn eigen woorddiarree en het publiek haakte af. Hij dreigde een cultschrijver te worden zonder lezers en daar houdt ook de meest genereuze uitgever niet van. Kortom, Berckmans zat aan de grond en tot overmaat van ramp overleed zijn moeder bij wie hij inwoonde.

Uitgeverij Nijgh & Van Ditmar, bij wie hij sensationeel debuteerde met Vergeet niet wat de zevenslaper zei (1989) gaf hem echter een nieuwe kans en ontfermde zich over de verloren zoon. De titel van dit tiende boek, Na het baden bij Baxter en de ontluizing bij Miss Grace, doet het ergste vrezen. Is dit weer een zoveelste proeve van scatologisch proza waarin de eigen excrementen de hoofdrol spelen? Maar schijn bedriegt. Berckmans heeft blijkbaar terug het elan van vroeger herontdekt. In een soort van literaire hiphop bezingt hij zijn miserie maar tegelijkertijd omspeelt hij ook ironisch dat miserabilisme: ‘Het kan niet anders dan de kluts zijn, het moet de kluts zijn, het is de kluts die Berckmans kwijt is, of ook wel z'n algehele integrale verstand. Waarom zou hij anders verloederen. Verhongeren. Vervuilen. Vereenzamen. Verwezenlijken. Verzanden. Opgeraapt worden.’

Berckmans serveert flarden taalmuziek die hem vanaf zijn debuut zo bijzonder maakte. Op een eigenzinnig ritme vol herhalingen en groteske associaties zingt de verteller een klaagzang over het eigen verval en dat van zijn medebroeders aan de zelfkant. De Berckmans van nu is blijkbaar melancholischer geworden en minder zelfdestructief dan de Berckmans van enkele jaren geleden. Hij tempert zijn verbale agressie. Er wordt sporadisch een onversneden lyrische, ja zelfs emotionele snaar betokkeld als de verteller terugdenkt aan de tedere tijd van toen. Vooral de passages over zijn overleden moeder zijn een hommage aan

illustratie

J.M.H. Berckmans (o1953).


iedereen die ondanks alles het haardvuur brandend houdt. Zo groeien bepaalde fragmenten uit deze verhalen uit tot een piëta voor zijn mama. Het is via die omweg dat Berckmans ook terugkeert naar zijn eigen jeugd en kindertijd. Misschien dat hij daar een goudmijn vindt om weer inspiratie uit te putten voor verdere verkenningen, weg van zijn hels universum in de grauwzone: ‘Laat op deze zelfde avond in een kroeg waar het woord kloten niet van de lucht is in verband met kussen, en dan begin ik te denken aan luchtkussens en zwevende matrassen en vliegende tapijten en kom ik terug in de tedere tijd toen alles waar was en van niets het tegendeel kon worden bewezen, ook niet door grootmoeder die geklemd zat in haar fauteuil die dreigde te barsten naast de stoof.’

Het zijn dergelijke volzinnen die deze nieuwste bundel van Berckmans de moeite waard maken. De krenten in de pap zijn niet zo talrijk als destijds, maar die half groteske, half uitzinnige Berckmans-toon is er weer. Berckmans' vermanend gepreek tegenover de zogenaamd gezonde goegemeente liegt er niet om. Zijn we niet allemaal een beetje borderline-patiënten geworden die niet meer zien waar de grenzen liggen tussen datgene wat echt is of authentiek en wat niet? Berckmans houdt niet van half werk en gaat met de mitrailleur te keer tegen het fatsoen van de modale, weldenkende Vlaming: ‘Ge moet ullie allemaal eens laten nakij-

[pagina 422]
[p. 422]

ken, misschien zijt ge allemaal een beetje borderline, uw buitenwereld is dan afgrijselijk en, mede daardoor misschien is uw binnenwereld gedereguleerd en gederangeerd.’ Nu ja, Berckmans, de clown, is in al zijn gemoraliseer helder genoeg van geest om te beseffen dat hij met zijn schrijverij ook maar kunstjes opvoert ‘op het podium van z'n eigen tragische vaudeville’.

De klassieke Berckmans is hier dus mondjesmaat weer aan het werk. Wie hem op zijn best wil leren kennen, is nog altijd aangewezen op de bloemlezing Berckmans' Beste (1997). Deze collectie van negentien verhalen toont waar Berckmans tien jaar geleden zijn reputatie van Vlaamse eenmansavant-garde vandaan haalde. De elektriserende stijl waarvoor hij toen werd geroemd, viert er hoogtij in onsterfelijke verhalen, zoals De killer van Kaggevinne. In deze burleske laat Berckmans, lang voor Dutroux, een massamoordenaar in een herberg binnenvallen: ‘Achter het masker van de Killer van Kaggevinne zit het tweede masker van de Killer van Kaggevinne. Soms zijn het er maar twee. Soms zijn het er honderden. Soms duizend rond. En op zeer bijzondere dagen wel eens drie triljoen triljard miljard. Zijn hart is een onbereikbare en nooit te vernietigen schuimrubberen elektrisch blauwe tennisbal van Pirelli. De maskers zijn afkomstig uit de lage-loonlanden.’ Wanneer de ‘killer’ in het café van dikke Zwanita de finale moord pleegt voor de ogen van enkele verbaasde tooghangers, denkt de daar toevallig aanwezige, kromme Jules wat vele Vlamingen zichzelf voortdurend toe mompelen: ‘het zal toch godverdomme weer niet mijn schuld zijn zeker?’

Dit absurdistisch Kaggevinne-gehalte waar Berckmans' vroegere verhalen van doordrenkt waren, speelt in verschillende fragmenten van deze nieuwe bundel opnieuw een rol. In zekere zin doet Berckmans zijn reputatie van ‘Brusselmans van de goot’ weer alle eer aan. Wie de marginalen in Berckmans' verhalen immers zou omruilen voor de BV's uit Brusselmans' vertellingen, komt terecht in eenzelfde misantropisch-burleske wereld. Alleen is die van Berckmans honderd procent authentiek en soms ietwat té, terwijl Brusselmans er zomaar op los faket in zijn studentikoze ongein.

 

Frank Helleman

j.m.h. berckmans, Na het baden bij Baxter en de ontluizing bij Miss Grace, Nijgh & Van Ditmar, Amsterdam/Antwerpen, 2000, 160 p.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

titels

  • over Na het baden bij Baxter en de ontluizing bij Miss Grace


auteurs

  • Frank Hellemans

  • beeld van J.M.H. Berckmans