Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Ons Erfdeel. Jaargang 45 (2002)

Informatie terzijde

Titelpagina van Ons Erfdeel. Jaargang 45
Afbeelding van Ons Erfdeel. Jaargang 45Toon afbeelding van titelpagina van Ons Erfdeel. Jaargang 45

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

proza
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Ons Erfdeel. Jaargang 45

(2002)– [tijdschrift] Ons Erfdeel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 736]
[p. 736]


illustratie
Johannes Vermeer, ‘De geograaf’, ca. 1668-1669, olie op doek, 52 × 45,5 cm, Städelsches Kunstinstitut, Frankfurt am Main.


[pagina 737]
[p. 737]

‘Ik luisterde ter hoogte van hun heupen’
De keuze van Jozef Deleu

H.H. ter Balkt
De geograaf (Johannes Vermeer)

 
De blauwwitte tegels lijken, in de diepte,
 
op de ruiten van het glas-in-loodraam; tussen
 
halfschaduw en verblinding peinst de geograaf,
 
staande in de voorjaarszon die hem doorgloeit
 
 
 
en aanspoort, bij de golvingen van 't kleed en
 
de kast met de globe van Jodocus Hondius, over
 
de verre wereld van onontdekt land, zijn passer
 
zwevend als eenmaal de geest boven de wateren.
 
 
 
De geograaf brandt op in zijn inzicht; hoeder
 
van wat hem bezielt is hij de bleke verzonkene
 
afgewend van wat voortratelt buiten zijn raam.
 
 
 
Roerloos wacht hij op het kloppen van heldere
 
tekens; ontdekking en inwijding hem voorzegd
 
door lentelicht en scheepjes op vloer en muur.
Uit: Laaglandse hymnen II, De Bezige Bij, Amsterdam, 2002.
[pagina 738]
[p. 738]

Paul Bogaert

 
Men mag er niet aan denken
 
dat het herbegint.
 
Men is op versnelling uit.
 
Men oefent in afwachting een uitspraak
 
of men staart zo een detail aan
 
dat het irritant wordt.
 
Niemand ontsnapt
 
aan gewenning.
 
Zelfs voor wie er niet aan went,
 
is hetzelfde nooit genoeg.
Uit: Circulaire systemen, Meulenhoff, Amsterdam, 2002.
[pagina 739]
[p. 739]

Anneke Brassinga
Roeping

 
Fluit er een merel, dan voel ik geluk.
 
Fluit er een merel ten hemel schreiend mooi
 
in China terwijl ik niet in China ben;
 
 
 
heeft naar verluidt men hier ter stede merels
 
ook gehoord in het blauwe schemeruur
 
van 3 Februarij 1603; zal, naar verwacht mag
 
 
 
over zes weken, in mijn tuin hun lied weer
 
klinken; stel dat ik al op weg zal zijn
 
gegaan, naar China, of het onbekende
 
 
 
voorbij de grens van mijn bestaan - hoe nu hier
 
leven zonder geluk? Op eigen kracht te horen
 
wat de merel zo vaak zong, het moet
 
 
 
volstaan. De oren toegestopt, in stilte,
 
denk ik dag in dag uit mij in dat ik
 
die ene ben en steeds een ander,
 
 
 
die urenlang of even maar en waar ook maar
 
door eeuwen heen geluk heeft en de merel hoort.
 
Dan vangt in mij misschien het zingen aan.
Uit: Verschiet, De Bezige Bij, Amsterdam, 2001.
[pagina 740]
[p. 740]

Geert Buelens
Verlies

 
Er gaat een dag voorbij of
 
onder veertien verschillende
 
omstandigheden - dat weet ik
 
nog zo niet - ontloopt een mens
 
zijn lot
 
 
 
Ook morgen is hij stervend
 
aan de kant gaan staan
 
terwijl de lucht blaast
 
door het holle
 
van zijn darmgestel
 
 
 
Nu wordt het anders
 
dan voorzien
 
omdat we dat willen
 
omgezet hebben
 
 
 
Afgegraasd oogt het niet
 
langer troosteloos
 
deze vlakte scherpt
 
het oog
 
 
 
Laat daarom nu
 
de avond vallen
 
 
 
Laat hem los
 
en kom zelf
 
achterna
Uit: Het is, Meulenhoff, Amsterdam, 2002.
[pagina 741]
[p. 741]

Marijke Hanegraaf
Beginneling

 
Al is het huis waarin ik geboren ben
 
verdwenen, in mezelf leidt mijn geboorte
 
een onverbleekt bestaan
 
 
 
niet als een beeld in mijn herinnering
 
maar in de veranderingen die zich voordoen.
 
Hier ben ik, nog steeds
 
 
 
die beginneling, en die mij lief zijn
 
ontlokken me, wisselend in de jaren,
 
mijn aarzelende eerste lachjes.
Uit: Veerstraat, De Arbeiderspers, Amsterdam / Antwerpen, 2001.
[pagina 742]
[p. 742]

Miriam Van hee
vertrek

 
de kachel was al uitgegaan
 
de deur stond open en we keken
 
naar de regen, op mijn knieën zat
 
de kleine zwarte kater vruchteloos
 
te spinnen, hij zat er spaarzaam,
 
klaar om weg te springen
 
 
 
hij wist de melk staan en het vlees
 
en misschien ook wat wij voor hem
 
verborgen hielden: dat hij
 
niet te kiezen had
 
 
 
ik herinner mij zijn warmte
 
op mijn schoot en zijn gespin
 
toen jij de vensterluiken sloot
 
en met de sleutels in je hand
 
mij maande, dra werd het licht
 
we moesten gaan
Uit: de bramenpluk, De Bezige Bij, Amsterdam, 2002.
[pagina 743]
[p. 743]

Ramona Maramis
Stilleven

 
Een boer op rubberlaarzen
 
vloekt tegen de zon linksboven
 
Een geile wesp strijkt neer
 
op versgeplukte abrikozen
 
De hooibaal vervliegt in de verte
 
voorts is gras ruimschoots aanwezig
 
en ligt fruit in diepe slaap
 
op een verzilverde dekschaal
 
 
 
Je ruikt gewoon onheil
Uit: Duckstad aan de Amstel, Vassallucci, Amsterdam, 2001.
[pagina 744]
[p. 744]

Patricia de Martelaere
Rood

 
Ik heb je zo lief dat alles mij pijn doet -
 
Mozart, de kleur rood, het groeien
 
van gewassen - en de dood
 
die aan mijn voeten ligt
 
als een aanbidder.
 
 
 
Zo lief - de wereld loopt over
 
als een glas rode wijn
 
geschonken door een blinde -
 
op het witte tafelkleed
 
druppelt bloed de overvloed,
 
en niemand lacht en ieder
 
houdt de adem in en
 
alles doet iedereen pijn.
Uit: Niets dat zegt, Meulenhoff, Amsterdam, 2002.
[pagina 745]
[p. 745]

M. Vasalis

 
Als je me kust, je hand om mijn keel
 
als werd ik een glas met een levende steel
 
komt er voorbij de tederheid even
 
een ogenblik dat ik mijn hele leven
 
met vreugde bedreigd voel, zo of een reus
 
na 't drinken, over zijn schouders heen
 
het glas zal verplettren, tegen de grond
 
opdat er geen ander meer ooit
 
uit zal drinken, geen een.
Uit: De oude kustlijn, G.A. van Oorschot, Amsterdam, 2002.
[pagina 746]
[p. 746]

Rien Vroegindeweij
Waarom ik geen journalist werd

 
Op zondagavond stonden de mannen
 
die geen geloof hadden op de kade
 
met uitzicht op de haven.
 
 
 
Nieuws werd besproken, de doelpunten
 
van die middag bejubeld of betwist,
 
geruchten werden feiten.
 
 
 
Niet de waarheid telde maar het verhaal
 
en hoe het werd verteld.
 
Ze zetten hun woorden kracht bij
 
 
 
met de donderslagen van hun gvd's
 
en schopten met de hakken tegen de muur
 
van de zaak voor herenmode
 
 
 
waar de kostuums aan haken hingen
 
als de slachtoffers van een revolutie
 
die niet doorging.
 
 
 
Het waren eenvoudige mannen, arbeiders
 
in manchester pakken, weduwnaars,
 
ongetrouwde boerenknechten
 
 
 
en hier en daar als miskende intellectueel
 
een bleke letterzetter.
 
Ik luisterde ter hoogte van hun heupen
 
 
 
hoe ze hun eigen mythen schiepen,
 
waarin een aardappel de gestalte
 
van een god kon aannemen,
 
 
 
kwade geesten in de gewassen huishielden
 
en de geschiedenis werd gepeld
 
als een ui die, zoals bekend, geen kern heeft.
Uit: De middag is een eeuwig heden, L.J. Veen, Amsterdam, 2002.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • Jozef Deleu

  • H.H. ter Balkt

  • Paul Bogaert

  • Anneke Brassinga

  • Geert Buelens

  • Marijke Hanegraaf

  • Marijke van Hee

  • Ramona Maramis

  • Patricia De Martelaere

  • M. Vasalis

  • Rien Vroegindeweij

  • over Johannes Vermeer