Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Onze Eeuw. Jaargang 13 (1913)

Informatie terzijde

Titelpagina van Onze Eeuw. Jaargang 13
Afbeelding van Onze Eeuw. Jaargang 13Toon afbeelding van titelpagina van Onze Eeuw. Jaargang 13

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (8.19 MB)

Scans (91.84 MB)

ebook (4.62 MB)

XML (3.82 MB)

tekstbestand






Genre

proza
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Onze Eeuw. Jaargang 13

(1913)– [tijdschrift] Onze Eeuw–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 296]
[p. 296]

Verzen
Door Ellen.

‘Ik zou een speeltuig willen zijn’...
 
Ik zou een speeltuig willen zijn
 
waarover bei' je handen gingen
 
en al wat gij in mij gewekt
 
zou daar in zangen uit gaan zingen.
 
 
 
Dan brak daar uit een vlammend lied
 
van passiepracht, van zielebranden...
 
Je hand zou in de snaren slaan...
 
Zij zouden sidd'ren in je handen
 
 
 
die 'k liefheb, die ik stil bestaar
 
en om mijn hoofd zou willen leggen...
 
Maar 'k ben een vrouw... Ik zwijg en wacht
 
in zwijgenis die zwaar van zeggen.
 
 
 
O duldeloos-geheime pijn
 
van doorn-omwonden weeldedroomen
 
waarin ik mij je liefste zie
 
en wéét: Zoo zal het nimmer komen!
[pagina 297]
[p. 297]
Herfststorm.
 
In 't najaar als boomen staan luttel-beblaârd,
 
een bruisende herfststorm de bosschen doorvaart,
 
van woelige winden gaat 't groote geruisch,
 
door zwiepende kruinen zweept geesel-gesuis,
 
als de juichende storm van onstuimigheid hijgt
 
en verlangen naar durvende daad in hem stijgt,
 
hij krakende takken en 't dorrende hout
 
den boomen ontrukt in zijn jacht door het woud
 
dat kerremt en kreunt bij zijn aanval,... als hij
 
daar teugelloos uitviert zijn vreugd-razernij...
 
 
 
O dán door de suizende bosschen te gaan,
 
het tintel-genot zijn geweld te weerstaan!
 
en, als hij mij opheft uit 't domm'lende dal,
 
te werpen mijn lach als klaroenengeschal
 
in 't razend rumoren waar 't zonnegezicht
 
door donkere wolk breekt in goudguts van licht...
 
 
 
Dan buig 'k aan zijn adem mijn ademing aan
 
en voel aan zijn hartklop mijn harteklop slaan.
 
Want hèm heb ik lief, wijl 'k zijn wezen verwant...
 
 
 
Maar als lentewind waait over 't bottende land,
 
de kelken der geurige bloesems ontsluit,
 
dan weet ik van weelde die weedom beduidt...
 
 
 
O Dood, als gij eenmaal mijn levensboom velt,
 
laat het zijn in den herfst, onder stormengeweld!...
[pagina 298]
[p. 298]
Het oude lied.
 
Naar een oude plaat.
 
 
 
Bij kaarsenschijn in grijze schemering
 
zing ik bevangen van herinnering
 
 
 
na vele jaren 't lang-geleden lied
 
van wilde vreugd en mart'lend zielsverdriet.
 
 
 
Het lied beroert het speeltuig van mijn hart
 
en wekt er dood geluk, begraven smart.
 
 
 
Die lagen achter hooge kerkhofpoort
 
zoo doodenstil. Maar ieder, ieder woord
 
 
 
en iedre klank der oude melody
 
maakt dooden levend. ‘Liedje zie naar mij!
 
 
 
Ik ben verstild, mijn jeugd is heengegaan,
 
de vreugd van toen... heb 'k van mij weggedaan
 
 
 
en 'k heb geleerd om nochtans blij te zijn!
 
Waarom bedwelmt gij mij met woordenwijn
 
 
 
en klankenranken dien 'k mijn hart ontwond?!’
 
't Lied zingt van liefde en van een rooden mond...
 
 
 
van vaart van hartstocht vol onstuimigheid,
 
van bloesem-geur'gen, blijden lentetijd...
[pagina 299]
[p. 299]
 
Van avondschemer, wonderbaar verlicht
 
door 't oogeblinken van een lief gezicht...
 
 
 
Met schrillen wanklank stokt het plotseling,
 
een stilte valt in veege schemering;
 
 
 
de kaarsen flikk'ren... Ik verroer mij niet
 
en staar... en staar maar naar dat oude lied...

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken