Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Onze Eeuw. Jaargang 13 (1913)

Informatie terzijde

Titelpagina van Onze Eeuw. Jaargang 13
Afbeelding van Onze Eeuw. Jaargang 13Toon afbeelding van titelpagina van Onze Eeuw. Jaargang 13

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (8.19 MB)

Scans (91.84 MB)

ebook (4.62 MB)

XML (3.82 MB)

tekstbestand






Genre

proza
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Onze Eeuw. Jaargang 13

(1913)– [tijdschrift] Onze Eeuw–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 317]
[p. 317]

Leestafel.

Dr. A.H. Blaauw. De Tropische Natuur in Schetsen en Kleuren. Uitgave van het Koloniaal Instituut. Amsterdam, 1913.

Dit is een merkwaardig boek: voor een leek zeker niet het minst wegens de 28 gekleurde afbeeldingen, die reproducties zijn van door den Schrijver opgenomen kleurfoto's.

Een bewijs, dat het tropisch klimaat zich niet verzet tegen de toepassing der kleurenfotografie.

De titel zegt, welbeschouwd, meer dan het boek geeft, nu de Schrijver zich bepaalt tot eene populair-wetenschappelijke reisbeschrijving van een deel van Java en een klein deel van Sumatra. Maar het werk laat zich aangenaam lezen en is zeer leerzaam tevens.

Hulde dus, ook aan het Koloniaal Instituut, dat de uitgaaf bezorgde en daardoor medewerkt tot het verspreiden van gezonde begrippen omtrent ‘Tropisch Nederland’.

E.B.K.

Het Nederlandsch-Indisch bestuur in 1817, tot het vertrek der Engelschen. Naar oorspronkelijke stukken, door P.H. van der Kemp. 's Gravenhage. Martinus Nijhoff, 1913.

Er zal wel niemand zijn die zoo volkomen van het tijdperk - laat mij zeggen: van 1810 tot 1825 - van onze Indische geschiedenis op de hoogte is als de heer van der Kemp. Natuurlijk is hij in de geschiedenis vóór en na genoemde jaren allerminst een vreemdeling, maar de eerste jaren van Nederland's souvereiniteit over Indië, met wat daaraan onmiddellijk voorafging, hebben wel zijne zeer bijzondere aandacht getrokken. De uitgaaf der Brieven van en aan Mr. H.J. van de Graaff (1816-1826), een aantal verhandelingen in de Bijdragen van het Indisch Instituut wijzen daarop reeds, maar vooral de reeks werken van de laatste jaren van zijne hand: De teruggave der Oost-Indische Koloniën 1814-16 (1910), Oost-Indië's herstel in 1816 (1912) en het werk dat thans voor ons ligt.

Hij heeft in deze drie boekdeelen den archievenschat betreffende den tijd, die verliep tusschen de voorbereiding van het

[pagina 318]
[p. 318]

Londensch tractaat van 13 Augustus 1814 en Fendall's vertrek van Java, 29 Juni 1817, openbaar gemaakt, daarbij natuurlijk tal van andere bronnen raadplegend. Rekening houdend met zijn voortreffelijken speurzin en tevens met zijne bekende nauwkeurigheid, kan men wel aannemen, dat thans de geschiedenis dier dagen tot in alle hoeken is doorzocht en doorsnuffeld; niet-alleen de staatkundige, doch ook de administratieve. Hierbij zij nog aangeteekend dat volledige alphabetische registers de raadpleging van zijn arbeid zeer vergemakkelijken.

Moge het den heer van der Kemp gegeven wezen, op dezelfde wijze nog menig vervolg op zijne historische studiën het licht te doen zien.

E.B.K.

Thomas More. Een treurspel in verzen door Henriette Roland Holst - van der Schalk. Rotterdam. W.L. en J. Brusse, 1912.

Ofschoon dit treurspel door de dichteres aan Karl Kautsky is opgedragen en de schrijfster reeds daardoor het duidelijk uitspreekt dat zij in de voornaamste plaats Thomas More als communist heeft willen zien en waardeeren, laat zij in het naar hem genoemde drama in veel mindere mate dan men èn met de opdracht èn met haren vroegeren dramatischen arbeid rekening houdend zou verwachten, de theorie der socialistische staatsbeschouwing op den voorgrond treden. Een vaste en duidelijk in woorden gebrachte overtuiging geleidt den schrijver van Eutopia uit zijne wonig naar Chelsea, naar den Tower en van daar naar het schavot; maar eensdeels liggen in die overtuiging velerlei andere beginselen dan alleen de theorie van het communisme, anderdeels heeft ons zoowel de hoofdpersoon van het treurspel als zijne lievelingsdochter Margreet gansch andere dingen te zeggen dan socialistische betoogen.

Dit drama, het moge velen te lang en in de meest bespiegelende gesprekken wat zwaar van opzet schijnen, heeft eigenschappen die in hooge mate boeien. De met eerbiedige zorg behandelde figuur van den krachtigen staatsman, en nog meer de uiterst fijn volgehouden en doordacht geschilderde verhouding tusschen den ernstigen denker en zijne lievelingsdochter geven aan het geheele werk wijding. Men erkent overal den denkenden geest der schrijfster, doch ook de vrouwelijke hand: de dichteres toont ons niet slechts dat het licht uitstraalt uit de persoon van More doch tevens dat het valt in de ziel van Margreet.

Met aantrekkelijke openhartigheid drukt mevrouw Roland

[pagina 319]
[p. 319]

Holst achter het drama zelf een eenvoudige biografie van Thomas More af, een schets zooals die bijna in een Conversations-Lexicon zou kunnen staan. Het is alsof zij hier mee wil zeggen: ‘Wat ik voor mijn drama heb bestudeerd, is voor U, mijn lezer, van ondergeschikt belang; doch ziehier een “historische schets” van More's leven. Leest ge die dan ziet gij meteen wat mijne dichterlijke verbeelding heeft gemeend aan de geschiedenis te mogen toevoegen om mijnen held in zijn gedachtenkring voor U en voor mij zelve te doen leven.’

Die dichterlijke verbeelding heeft tevens eene zeer waardige vertolking gevonden. Het Nederlandsch van mevrouw Holst is niet kleurig door sterke woordschakeering maar het heeft een bijzonder reinen klank, en het munt uit door groote helderheid waar het de ernstige overpeinzingen harer helden komt vertolken. De macht die deze dichteres over onze taal bezit, en haar fijn gehoor voor de muzikale nuanceeringen van het Nederlandsch treffen nergens zoo sterk als waar zij - aan eigen lyrische neiging meer dan aan den technischen eisch van het drama gehoor gevend - den jambischen dialoog een oogenblik doet zwijgen terwille van de strofen harer zangerige lyriek.

K.K.

Herm. van der Kloot Meijburg. Onze Oude Dorpskerken. Rotterdam. W.L. en J. Brusse, MCMXIII.

De architect van der Kloot Meijburg die ons indertijd verheugde met zijn tachtig teekeningen van Oude Boerenhuizen met verklarenden tekst doet dit thans opnieuw met zijn prachtige teekeningen en beschrijvingen van Onze Oude Dorpskerken. Hoe oprecht en terecht bewondert hij die!

‘Want, hoe klein en eenvoudig deze kerken voor het meerendeel ook zijn, moeten zij toch gerekend worden onder de monumenten van groote kunstwaarde. Zij vertoonen eene bewonderenswaardige stijleenheid, die niet in dorheid is ontaard, maar steeds een groote levendigheid behoudt. Er spreekt uit het meerendeel dier kerken werkelijk een meesterschap over den vorm en stof, over de verhoudingen en in de geheele behandeling - zoo schrijft onze Rijksbouwmeester Peters, grondig kenner van de Groningsche bouwkunst - een meesterschap, niet enkel getuigend van langdurige ervaring, maar tevens van het vasthouden aan, van het blijven volgen van één genre, tot daarin eindelijk het beste, het schoonste was bereikt, wat met de gegeven middelen en materie mogelijk was’ (bl. IX).

[pagina 320]
[p. 320]

Wat hier gezegd werd van de oude Groningsche en Friesche dorpskerken geldt evenzeer van de Limburgsche als te Lemiers, van de Geldersche als te Persingen, van de Hollandsche als te Poortugaal, van de Overijsselsche als te Weerselo, van de Zeeuwsche als te 's Heer Arendskerke, van de Drentsche - och, van al onze mooie, oude dorpskerken.

Want mooie nieuwe - ja, daar zijn er in massa gebouwd. ‘Maar die zijn meerendeels van geringe kunstwaarde en staan, ondanks haar soms zeer pompeuse afmetingen, verre ten achter bij de eenvoudigste kerkgebouwtjes der vorige eeuwen. Zij missen karakter; zij spreken niet als deze tot het gemoed, maar wekken trots hun vele versieringen en vaak meerdere torens, een indruk van geestelijke armoede.’ (bl. XIV).

Zien die ‘vele versieringen’ en ‘meerdere torens’ speciaal op de nieuwe Roomsche Kerken ten plattelande, de Gereformeerde Kerken zijn trots hun gewilden eenvoud of soms hun opzichtig meegaan met hun tijd, helaas, niet beter. En het kon anders. Onze Hervormde Kerk heeft in de zeventiende eeuw prachtige dorpskerken gebouwd, die ons nadrukkelijk herinneren dat we heusch niet terug behoeven te gaan naar de middeleeuwen, maar dat onze kerkelijke kunst moet spreken tot onzen tijd, zich moet aanpassen bij onze cultuur. De schrijver geeft daarvan als voorbeelden die van Woubrugge en Oudshoorn. Mij staat voor den geest het prachtige kerkje van den Burgh op Schouwen, hier niet vermeld; mijn lezers denken misschien aan andere, hier ook niet genoemd.

Doch die dan misschien opgenomen worden in den aanstaanden tweeden druk.

Want dit boekje moet in veler handen zijn, en elke kerkvoogdij en elke pastorie moet het zich aanschaffen, al was 't misschien alleen om te zien dat ze veel rijker zijn dan ze dachten.

G.F.H.

 

Voorts zijn door de redactie ter aankondiging ontvangen de navolgende boekwerken:

J.A. Simons - Mees. Van hoogten en vlakten. Tooneelspel in drie bedrijven. (Tooneel-Bibliotheek).
Ritmeester van Lit (vertaling van P.C. Hoynck van Papendrecht). De Slag van Waterloo. Gids voor Panorama en Slagveld.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

titels

  • over Thomas More


auteurs

  • K. Kuiper

  • E.B. Kielstra

  • P.H. van der Kemp

  • G.F. Haspels

  • over A.H. Blaauw

  • over Herman van der Kloot Meijburg