Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Onze Eeuw. Jaargang 17 (1917)

Informatie terzijde

Titelpagina van Onze Eeuw. Jaargang 17
Afbeelding van Onze Eeuw. Jaargang 17Toon afbeelding van titelpagina van Onze Eeuw. Jaargang 17

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (8.03 MB)

Scans (90.12 MB)

ebook (4.60 MB)

XML (3.75 MB)

tekstbestand






Genre

proza
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Onze Eeuw. Jaargang 17

(1917)– [tijdschrift] Onze Eeuw–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige
[pagina 477]
[p. 477]

Leestafel.

Marie Koenen. De Moeder. 's Hertogenbosch. C.N. Teulings, MCMXVII.

Het is altijd eenigszins moeilijk voor wie niet Katholiek is, om de psychologische waarde van een specifiek Katholieken roman zuiver te schatten en onwillekeurig tracht men door vergelijking met andere romans uit denzelfden kring de juistheid van persoonlijke indrukken te beproeven. Leggen we ‘De Moeder’ naast andere Katholieke verhalen, naast 't pas verschenen ‘Drijfzand’ van Van Ravestein, naast ‘Brord en Hanna’ van Marie Gijsen, dan treft ons bij Marie Koenen een veel dieper aanvoelen van 't gemoedsleven harer personen, een veel rijper inzicht in de Katholieke psyche dan de beide andere auteurs geven kunnen. Het is alsof de schrijfster, al werkend aan dit verhaal, in menschenkennis en in uitbeeldingskracht is gegroeid. In 't eerste gedeelte beheerscht zij haar stof nog niet. Zij bewondert haar heldin, zij vereenzelvigt zich met haar, zonder boven haar te staan. 't Geheel krijgt daardoor iets kinderachtigs. We hooren over deze menschen allerlei vertellen, maar we zien ze niet, zóó uitgebeeld, dat 't een doorzien wordt. Nu eens is 't of de schrijfster hun gevoelens en beschouwingen al te zeer deelt, dan weer of zij hun de hare leent. Haar dorpsmenschen zijn niet reëel. En ook afgezien van dit algemeene, is de goedheid en wijsheid van haar heldin niet zoo groot als zij ons wil doen gelooven. Haar moederlijkheid en haar vroomheid, waar al 't licht op is geconcentreerd, maken vaak den indruk van vrij dwingerig en kleingeestig te zijn. - Maar juist, als we teleurgesteld het boek ter zijde willen leggen, komt daar iets anders, iets dat vastgrijpt om dat het echt is. Een stuk godsdienstig leven wordt, heel eigenaardig Roomsch, maar tegelijk echt-menschelijk doorvoeld en weergegeven. Zoo in den zelfstrijd van Jules als hij met Treeske gebroken heeft, in de berusting van Treeske en meest van al in den innerlijken groei van de Moeder. Onze profane

[pagina 478]
[p. 478]

literatuur heeft nog maar weinig zoo fijn en zuiver dergelijk zielsgebeuren geteekend. Hier ligt een belofte, die in later werk van Marie Koenen vervuld moge worden. Want meer dan een belofte is het nog niet. Dit stuk levende kunst is een verrasing te midden van veel boekachtigs. Dit laatste is niet alleen 't gevolg van zwakke karakterteekening. Ook de gebeurtenissen doen aan een scheurkalender-verhaal denken. 't Komt allemaal zoo mooi en stichtelijk terecht. En heel de omgeving blijft iets plaatjes-achtigs houden, hoewel ook in dat opzicht soms ineens iets moois wordt bereikt, b.v. voor het grootste deel de beschrijving van den lenteavond in 't begin met de mooie teekening van 't melkhuis op den Vlakerhof.

A.d.K.

Johanna W.A. Naber. Uit de Diepte naar de Hoogte. Haarlem. H.D. Tjeenk Willink en Zoon.

In drie deelen schildert Joh. Naber den strijd van de Hervormde Kerk in Frankrijk, telkens in een bepaalde periode de lotgevallen dier kerk groepeerend om een of meer leidende persoonlijkheden. In 't eerste deel, dat de opkomst der Hervormde denkbeelden en de eerste organisatie der gemeente behandelt, is Renata van Frankrijk, de dochter van Lodewijk XII het middelpunt. In 't tweede worden de lotgevallen van de in Frankrijk gevestigde dochters en kleindochters van Willem van Oranje verhaald in nauw verband met den strijd der Hervormden in die periode, die ongeveer samenvalt met de regeering van Hendrik IV. Het laatste deel geeft de figuur van Paul Rabaut, die na een leven vol onrust en vervolging als predikant van de ‘Eglise du désert’ ten slotte nog de vrijheid van godsdienst in beginsel heeft erkend gezien in den grondwet van 3 September 1791.

De schrijfster heeft haar stof in 't meerendeel uit de publicaties van verschillende briefwisselingen en het beeld van tijden en menschen, dat daaruit voor haar is opgerezen, weet zij te reproduceeren op een wijze, die ons als 't ware met eigen oogen doet zien. De veelheid van feiten en uitingen is geordend en vereenvoudigd, maar toch niet zóó zeer of er is ruimte over voor het vormen van eigen indrukken en voorstellingen. De lezer is hier niet, als zoo vaak bij dergelijke lectuur, aangewezen op enkele hoofdtrekken, die telkens doen verlangen naar de lezing van de bronnen zelf. En toch is dit boek ver van een onpersoonlijk weergeven van al wat belangrijk is. Integendeel, de ontroering, waarmee de schrijfster deze worsteling van drie eeuwen heeft gadegeslagen,

[pagina 479]
[p. 479]

draagt haar boek en geeft het dat levendige en boeiende, dat anders in een relaas van treffende, maar zich in veel opzichten telkens herhalende gebeurtenissen licht verloren kon gaan. Het sterkst is dit in het eerste en derde deel waar de hoofdfiguur een natuurlijk middelpunt vormt en zoo naast 't algemeen historische ook een psychologisch interesse ontstaat. Daartegenover schaadt de uitvoerigheid in 't meedeelen van bijzonderheden eenigszins aan de eenheid van 't tweede deel, vooral waar de zeven vorstinnen uit 't Huis van Oranje in hun eigenaardig lot te veel overeenkomst vertoonen, dan dat hier met eenige eentonigheid zou dreigen.

Toch geeft ook dit deel, niet minder dan de beide anderen een aantrekkelijke en verrijkende lectuur. Van 't midden van de 18de eeuw wordt gezegd, dat de baanbrekers van den nieuwen tijd de Hervormde Kerk in Frankrijk eigenlijk niet kenden. De leden en de leiders dier kerk stonden als paria's zoo geheel buiten de samenleving, dat zij ook bleven buiten den horizon van de toonaangevende kringen in wetenschap en kunst. Hierin zal ook wel mede de oorzaak liggen, waardoor ook wij in 't beeld dat we ons van de Fransche cultuur dier dagen gevormd hebben, eigenlijk heel deze groep niet hebben opgenomen. Johanna Naber vult deze leemte op een buitengewoon heldere en bevredigende wijze voor ons aan. En van meer waarde nog dan deze verheldering van ons inzicht is de bezielende sfeer, die zij ons schept door haar verhaal van deze levens, vol eenvoud en heldhaftige trouw, vol vroomheid en karaktersterkte.

A.d.K.

L. Couperus. Van en over mij zelf en anderen. Vierde Bundel.

Couperus zou niet moeten zijn de kunstenaar, die hij is, als in heel dezen bundel niet nu en dan die charme was, die een zoo wezenlijke trek van zijn talent is. Maar 't is zelden, dat deze bekoring ons gevangen houdt. Bij verreweg de meeste dezer schetjes en causerieën vragen wij ons af: Waarom in 's hemels naam heeft hij ze geschreven? Wie heeft hem gedwongen zooveel bladzijden vol te schrijven met zulke volslagen onbelangrijkheden, zulke flauwe aardigheden, opmerkingen, juist goed genoeg om in een ledig uur even gezegd te worden, maar toch zeker nooit waard te worden uitgesponnen en herhaald? Is het zijn lust geweest, als een kunst het te kweeken, het vermogen om van niets toch iets te maken? Maar dan is hij niet geslaagd. Het ‘iets’ dat hij er van gemaakt heeft is misschien in staat even, heel oppervlakkig, te amuseeren,

[pagina 480]
[p. 480]

maar dat is toch een belachelijk poover resultaat voor een kunstenaar als Couperus. Als er geen ander werk van hem was uit dezen tijd, werk als zijn ‘Tooneelspelers’ b.v. dan zou deze bundel doen vreezen dat de kunstenaar in hem geheel was ten onder gegaan in den schrijver die ‘tusschen lunch en thee-uur’ wat elegante beuzeling produceert, waarin dan nu en dan iets van zijn oude kunst opflikkert.

A.d.K.

Herman Middendorp. Het veege Lijf. Amsterdam. P.N. van Kampen & Zoon.

Na ‘Het Schoone Mysterie’, na ‘De Klop van het Bloed’ is Herman Middendorp al spoedig gekomen met zijn nieuwen roman: ‘Het Veege Lijf’. Het komt mij voor dat hij daarmee in een sterk-dalende lijn is voortgegaan. Ook nu weer schokkende gebeurtenissen, een zelfmoord en een moord, die 't verhaal tot een oplossing brengen. De hoofdpersoon is een jong meisje, dochter van een eenvoudig fabrieksopzichter en een brave stille moeder, dat absoluut pervers van aanleg, naar wij moeten aannemen, even onverklaard blijft in haar grof spel met den een na den ander als in haar plotselinge liefde voor den zoon van haar patroon, welken laatsten zij voor tijdpasseering èn voor een flinke fooi nogal eens wat vrijheden vergund had. Hoe dit meisje uit deze omgeving voorkomt, hoe ze daarin zich uitleeft, zonder botsingen, zonder zelfs den argwaan van haar ouders gaande te maken, terwijl heel het dorp haar kent voor wat ze is, dit alles blijft ongemotiveerd. Aan de etherische figuren uit ‘De Klop van het Bloed’ herinneren dan de ziekelijke, extatische zuster en de bleeke dichter-theosoof. Geen der personen doet aan als levensecht. Met zijn gebrek aan psychologische diepte, aan schoonheid van visie, die b.v. de kroegtooneelen uit hun banaliteit had moeten verheffen, is deze roman gedaald tot ontspanningslectuur van een ongezond, bedenkelijk genre.

A.d.K.


Vorige

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

titels

  • over De moeder

  • over Uit de diepte naar de hoogte

  • over Van en over mijzelf en anderen (4 delen)


auteurs

  • A.C.S. de Koe

  • over Herman Middendorp